'de directeur van een der grootste cultuurmaatschappijen, een uiterst bekwame man. Ik verweet hem dat hij met al zijn proefstations en wetenschappelijke mensen wel mooie produktieresultaten wist te bereiken, maar al met al niet in staat was een bevredigende oplossing te vinden voor het arbeidsvraagstuk. 'Natuurlijk kunnen we dit weloplossen'
, was zijn reactie. 'Maar waarom zouden wij vrijwillig afstand doen van een systeem dat feilloos werkt? We hebben per hectare een bepaald aantal arbeiders nodig en die zijn er dank zij de poenale sanctie altijd.We hoeven geen rekening te houden met verloop. Het is gewoon een rekensom."
1