Inderdaad, hij was het die, als hem alle stukken waren voorgelegd, hetzij volledig, hetzij in een samenvatting waarvoor de Algemene Secretarie had gezorgd, voor en tegen moest afwegen om tot die activiteit over te gaan die het wezen van zijn functie uitmaakte: beslissen. Zeker, die functie was met veel ceremonieel, soms ook met staatsie omgeven en omvatte het houden van diners en recepties, vaak tevens het maken van rondreizen waarbij de Grote Heer uit Buitenzorg, de Toean Besar, overal plechtig werd ontvangen, maar een gouverneur-generaal die zijn aandacht zou concentreren op het representatieve deel van zijn functie, zou onherroepelijk falen - niet dáár lag het zwaartepunt maar bij het nemen van beslissingen. Midden in een turbulente samenleving staande, moest hij zowel de Nederlandse als de Nederlands-Indische belangen, zoals hij die zag, in het oog houden, bedenken hoe op zijn beslissingen gereageerd zou worden door de Volksraad en door de publieke opinie en zich afvragen wat hi] verantwoorden kon jegens de regering in Nederland en zij jegens een soms lastig parlement. Vastheid van lijn was nodig: elke gouverneur-generaal wist, dat al vóór zijn komst in Indië dáár het bericht van zijn benoeming geruchten had doen opvliegen als een zwerm vogels - ze zouden na zijn komst blijven rondcirkelen om met scherpe blik zijn eerste beleidsdaden gade te slaan en om zich, als die het vermoeden zouden wekken dat hij een zwakke landvoogd was, als gieren op hem te storten. Het Europese deel van de samenleving, vaak nerveus en geprikkeld, was geneigd tot extreme en dan graag negatieve reacties; zijn gunst, niet spoedig gewonnen, werd spoedig verspeeld.