Dat laatste was o.m. het geval op Oost-Sumatra waar de sultans van de drie aaneengesloten gebieden Langkat, Deli en Serdang (zie kaart VI op p. 62) hogelijk profiteerden van de werkzaamheid dier Europese maatschappijen: zij kregen percentages van de opbrengst van de cultures of, in het geval van de sultan van Langkat, van de aardoliewinning. Deze laatste sultan had in het begin van de jaren '30 een jaarinkomen van bijna een half miljoen gulden, de sultans van Deli en Serdang ontvingen toen resp. bijna f 200 000 en ruim f 100000. Alle drie baadden in weelde: zij hadden grote paleizen laten bouwen, bezaten een stal van renpaarden (om deel te nemen aan de paardenraces te Medan) en de sultan van Langkat kon dagelijks kiezen in welke van zijn dertien grote limousines hij zich zou laten rijden. Hoeveel deze sultans echter ook verdienden, zij gaven ten behoeve van henzelf, hun familieleden en hun hofhouding altijd nog meer uit. De sultan van Serdang bleek in '35 een schuld te hebben van ruim f I mln, de sultan van Langkat een van f 1,3 mln. Het gouvernement
Ambtenaren in Nederlands-Indië
Inheernsen
Inkomens (Ned.-Indië), van Europeanen. In- dische Nederlanders, Vreemde Oosterlin- gen
Langkat
Medan
Onderwijs (Nederlands-Indië)
Staatsinrichting van Nederlands-Indië
Vorsten/Sultans
Zelfbesturende landschappen (Ned.-Indië)
nam toen het beheer van hun financiën over en beperkte het deel van hun inkomen waarover zij de beschikking hielden.