Het voorstel, rijkelijk vaag (aan hoeveel 'leidende persoonlijkheden'
dacht Welter en hoe moesten zij benoemd worden?), werd door van Starkenborgh onberaden geacht. Dit was ook het oordeel van Levelt die, van Starkenborgh terzake adviserend I, er o.m. op wees dat juist Welter in februari in een aan de Tweede Kamer gericht stuk de in de petitieSoetardjo bepleite rijksconferentie 'een afgedane zaak'
had genoemd. 'De proclamatie zal, zo voorzie ik het', schreef Levelt, 'worden geïnterpreteerd als een politieke concessie van de eerste orde'
- maar een concessie welke, aangezien de Indonesische nationalisten actie voerden voor een dominion-status, dezen toch weer niet zou ·bevredigen; men behoefde, meende Levelt, op het ogenblik niet méér te doen dan het rapport afwachten van de 'kleine commissie van bekwame mannen'
die de in Indië levende staatkundige wensen zou inventariseren.