In januari '4I werd de desbetreffende ontwerp-ordonnantie aan de Volksraad voorgelegd. Toen de openbare behandeling van het ontwerp naderbij kwam, koos de Indonesische pers partij: zij sprak zich unaniem tegen het voorstel uit, 'algemeen'
, aldus het eind mei samengestelde Persoverzicht"
'verbindt men aan haar instelling de verwezenlijking van bepaalde voorwaarden.'
1 De besturen van de in de Gapi samenwerkende organisaties kwamen op 2I juni (vijf dagen dus na van Starkenborghs teleurstellende toespraak bij de opening van de Volksraadszitting) in Bandeeng bijeen en maakten nadien via het gemeenschappelijk persbureau dat zij inmiddels hadden opgericht, Antaya, bekend dat zij de vorming van een inheemse militie afwezen, 'tenzij de wetten waarbij zij Wordt vastgesteld, door een volwaardige volksvertegenwoordiging, een Parlement1ndonesia, worden vastgesteld.'2'
De Parindra ging nog verder: zij besloot op haar derde congres dat eind juni in Soerabaja bijeenkwam (de legercommandant had toestemming verleend om achter gesloten deuren te vergaderen), dat haar vertegenwoordigers in de Volksraad niet aan de debatten over het ontwerp zouden deelnemen. Daarvan werd aan de Volksraad schriftelijk mededeling gedaan, hetgeen er toe leidde ,dat de houding van de Parindra door enkele Nederlandse sprekers 'dienstweigering'
, 'verraad'
en 'politieke chantage'
werd genoemd.'