Eerder maakten wij er melding van dat de Miai, de grote Islamietische federatie, eind juli '41 voor het eerst tot actie was overgegaan samen met de politieke federatie, de Gapi: beide organisaties hadden een gemeenschappelijk beroep gedaan op de koningin om de vorming van de inheemse militie te voorkomen. In augustus werden besprekingen gevoerd die de bedoeling hadden, meer eenheid te brengen in alle groeperingen die zich hetzij op politiek, hetzij op godsdienstig, hetzij op sociaal gebied als de vertegenwoordigers van Indonesië beschouwden. Er werd overeenstemming bereikt en als uitvloeisel daarvan werd besloten dat het Indonesisch Volkscongres dat in december '39 in Batavia ('Djakarta') had plaatsgevonden, op 13 en 14 september in Djokjakarta zou worden herhaald, maar op veel bredere basis. Het gouvernement liet dat tweede congres dat krachtens de staat van beleg slechts in beslotenheid kon plaatsvinden, toe - er kwamen nu de besturen bijeen van zeven-entwintig organisaties, waarondér die van alle groeperingen die in de Gapi en de Miai samenwerkten, maar ook (en voor het eerst) van Soetardjo's Verbond van inheemse bestuursambtenaren, de Perhimpoenan PegawaiDjakartaDjokjakarraGaboéngan Politik Indonesia (Gapi)Indonesisch Volkscongres, EersteIndonesisch Volkscongres, TweedeInheemse militieJonkman, J. A.Kadr, J. deMadjilisoel Islamil a'laa Indonesia (Miai)VORMING VAN EEN 'RAAD VAN HET INDONESISCHE VOLK'Bestuur Boemipoetra (de PPBB); ook de federatie van vakbonden van inheemse overheidsdienaren, de Persatoean Vakbond Pegawai Negeri (de PVPN), die zich van meet af aan achter de Gapi had geschaard, was vertegenwoordigd. Er werd op het congres besloten tot oprichting van een Raad van het Indonesische volk, de Madjelis Rakjat Indonesia, die, als hij niet bijeen zou zijn, vertegenwoordigd zou worden door een Leidersraad. In die Raad werden geen vertegenwoordigers van Soetardjo's PPBB opgenomen, wèl van de Gapi, de Miai en de PVPN: telkens vijf, en tot de vijf vertegenwoordigers van de Gapi behoorde de voorzitter van de Indonesische Katholieke Partij, Kasimo. Het kan zijn dat Soetardjo's groepering opzettelijk buiten de Leidersraad bleef omdat het gouvernement er aanstoot aan kon nemen dat de grootste organisatie van inheemse bestuursambtenaren vertegenwoordigd zou zijn in wat men 'het dagelijks bestuur' kon noemen van een lichaam dat zich recht tegenover het gouvernement opstelde. De Raad van het Indonesische volk duidde zichzelf namelijk aan als 'het vertegenwoordigend lichaam van het Indonesische volk', noemde als zijn doel 'het bevorderen van het welzijn en de grootheid van het Indonesische volk' en vermeldde als werkzaamheden ter bereiking van dat doelo.m.