Eén of meer exemplaren van die 'Nederlandse'
Aanwijzingen werden naar Indië gezonden; daar werd eind '40 of begin '
41 door het gouvernement een in overleg met de Staatsmobilisatieraad aan de Indische verhoudingen aangepaste versie van het Nederlandse stuk verspreid, getiteld Aanwijzingen betreffende de houding, aan te nemen door de bestuurs organen van het Land (Nederlands-Indië), de Zelfbesturende Landschappen, Provinciën, Regentschappen, (Stads-)Gemeenten, Waterschappen, Croepsge meenschappen. locale ressorten en Inlandse gemeenten en door het daarbij in dienst zijnde personeel, alsmede door de bevolking in geval van bezetting van Neder Lands-Indisck gebiedt Evenals de Nederlandse Aanwijzingen stond dit stuk op basis van het volkenrecht - er kwamen de passages in voor die wij zojuist uit de Nederlandse Aanwijzingen aanhaalden. In tegenstelling evenwel tot de Nederlandse Aanwijzingen werd in de Indische rekening gehouden met de mogelijkheid dat 'de bezetter'
(japan) Indië of een deel daarvan zou annexeren dan wel er een andere regering zou instellen; dan zouden de bestuursorganen in beginsel 'onder protest hun post moeten verlaten.'
Speciaal werd er nog op gewezen dat Nederlánds-Indische ambtenaren niet gedwongen mochten worden, trouw te zweren of te beloven aan de bezetter - anderzijds kon de bezetter wèl vergen dat zij zich zouden 'onthouden van elke opzettelijke benadeling van hem, de