De formidabele successen die de Japanners bij hun offensief ter verovering van de Nanjo hadden behaald, hadden niet alleen in Londen en Washington maar vooralook in Australië's hoofdstad Canberra diepe bezorgdheid gewekt. De Australische publieke opinie verwachtte niet anders dan dat een invasie van Australië op handen was - hoe deze te keren? Australië had begin '42 drie infanterie-divisies te velde, alle drie in het Midden-Oosten. Van die drie werden, zoals in ons vorige deel vermeld, twee: de 6de en 7de, injanuari voor Nederlands-Indië bestemd - die twee waren het waarvan Wavell in het telegram dat hij op 16 februari naar Londen en Washington zond, voorstelde dat zij naar Birma gezon
of of
Inmiddels had de Amerikaanse opperbevelhebber op de Philippijnen, General Douglas MacArthur, zich op bevel van president Roosevelt naar Australië begeven. Hij kwam er op 17 april aan en werd er op voorstel van Roosevelt door Curtin benoemd tot, zo heette het, 'Supreme Com mander of all Allied Forces in the Southwestern Pacific'. Wat zouden de grenzen zijn van zijn gezagsgebied? Wat zou met name de grens in het westen worden waar MacArthurs gebied zou overgaan in dat waar de Brit Layton van Ceylon uit het opperbevel voerde? Toen het in de tweede helft van februari duidelijk werd dat Java en Sumatra verloren zouden gaan, hadden de Britse Chiefs of Staff aan hun collega's, de Amerikaanse Joint Chiefs of Staff, voorgesteld dat Sumatra, Java en de Kleine Soendaeilanden onder Layton zouden vallen, maar dat denkbeeld werd door de Amerikanen verworpen. Java en de Kleine Soenda-eilanden, betoogden dezen, moest men zien als het militaire voorterrein van Australië en militaire operaties in dat deel van de Indische archipel konden van Australië uit beter georganiseerd worden dan van Ceylon en Brits-Indië uit. Zij kregen hun zin: de Combined Chiefs of Staff beslisten begin maart dat slechts Sumatra onder Layton's opperbevel zou vallen maar dat de overige Buitengewesten en Java onder een nieuwe opperbevelhebber in Australië zouden ressorteren. Die beslissing werd door Roosevelt en Churchill goedgekeurd. Vervolgens werd zij in Londen aan de orde gesteld in een vergadering van de Pacific War Council welke op 10 maart plaatsvond. De Australische vertegenwoordiger drong er daar op aan dat Australië met al zijn omringende zeegebieden duidelijk in de Amerikaanse sfeer zou vallen en de Nieuwzeelandse sloot zich daarbij aan. N ederlands minister-president, Gerbrandy, 'said', aldus de notulen 2, 'that his government agreed with the main division of the areas, provided that no special rigidity was implied in the arrangement.' Een begrijpelijke opmerking! Immers: Nederlands-Indië werd, wat de toekomstige militaire operaties betrof, in tweeën gedeeld. Churchill, voorzitter van de Pacific War Council,
Op java was Abda-Command een inter-Geallieerde bevelsorganisatie geweest: onder die ene opperbevelhebber, Wavell, waren Amerikanen, Britten en Nederlanders bevelhebber geweest. Roosevelt en Marshall drongen er bij MacArthur op aan dat deze als Supreme Commander dat voorbeeld zou volgen, maar MacArthur weigerde: de staf waarmee hij op 18 april in zijn nieuwe standplaats Melbourne, spoedig Brisbane (zie kaart I op de pag's 4-5), in functie trad, bestond nagenoeg uitsluitend uit Amerikanen, aan wie slechts enkele Australische officieren en één officier van het Knil als verbindingsofficieren waren toegevoegd.
In deze, wat Amerika betrof, vroege fase van de Tweede Wereldoorlog was van alle Amerikaanse hoge militairen MacArthur de enige wiens naam bij de Amerikaanse publieke opinie grote bekendheid was gaan genieten: de strijd op Luzon en met name de hardnekkige verdediging van het schiereiland Bataan waren in de Verenigde Staten met spanning gevolgd, waarbij van belang was dat, al hadden Duitsland en Italië krachtens een tevoren met japan gemaakte afspraak op de japanse oorlogsverklaring aan de Verenigde Staten onmiddellijk de hunne laten volgen 1, japan als de mogendheid die de verraderlijke overval op Pearl Harbor had gepleegd, door een groot deel van het Amerikaanse volk veel meer als de eigenlijke vijand werd beschouwd dan Duitsland en Italië. Was het dan niet zinvol, alle tegen japan te ondernemen militaire operaties door één opperbevelhebber te laten leiden en moest dat dan niet MacArthur zijn? Voor de admiraals King en Stark was dat onaanvaardbaar: de oorlog tegen japan zou in de eerste plaats een oorlog ter zee zijn, een oorlog dus van de US Navy met steun (voor landingsope
Gelijk gezegd: MacArthur, Nimitz en Ghormley kregen hun aanwijzingen van de joint Chiefs of Staff Hun positie verschilde dus van die welke generaal Wavell als opperbevelhebber van Abda-Command had ingenomen en van die welke generaal Eisenhower ging innemen toen eenmaal tot de Geallieerde landingen in Frans-Marokko en Frans-Algerië was besloten: zij kregen hun aanwijzingen van het Amerikaans-Britse college van de Combined Chiefs of Staff Dat verschil vloeide voort uit het feit dat de Britse, de Australische, de Nieuwzeelandse en de Nederlandse regering begin april' 42 hadden goedgekeurd 1 dat de strategische verantwoordelijkheid voor de oorlog in de Pacificuitsluitend bij de Verenigdeminister zonder portefeuille) samen de desbetreffende beslissing hebben genomen of zij dienaangaande koningin Wilhelmina hebben ingelicht,
Was de Japanse strategie, gelijk eerder vermeld, gericht op het bereiken van een vrede door compromis, de Amerikaanse had van meet af aan een veel verder strekkende doelstelling: Japan moest volledig verslagen worden.
Maar hoe?
In de eerste maanden van' 42 nam in het denken van alle Amerikaanse autoriteiten die met dit probleem worstelden, Nationalistisch China een belangrijke plaats in; de meeste Japanse legerdivisies stonden in China en moesten dus, zo nam men aan, in China verslagen worden, anders gezegd: het grote Amerikaanse offensief moest met een boog door het zuiden van de Pacificniet op Japan maar op China afstevenen. Ook werd China gezien als het enige gebied waar men te zijner tijd voldoende Amerikaanse zware bommenwerpers kon stationeren om de industriële bedrijven in Japan en Mandsjoerije te teisteren. Het offensieve plan dat de War Plans Division van het Navy Department in Washington medio april '42 op schrift stelde, voorzag (zie kaart I op de pag.'s 4-5) in landingen in de Bismarck-archipel, op de noordkust van Nieuw-Guinea, op de Marshall-eilanden en op de Carolinen - hoe men vandaar dan verder zou gaan (naar de Philippijnen? naar Nederlands-Indië?), werd in het midden gelaten. Duidelijk was dat MacArthur als opperbevelhebber in de Southwest Pacific Area bij de uitvoering van dat plan een belangrijke rol zou gaan spelen. Dat was geheel in overeenstemming met zijn eigen wensen. In de Amerikaanse militaire hiërarchie was zijn positie uniek: in '35, toen de man die hem nu zijn directieven toezond, Marshall, nog slechts kolonel was geweest, had hij de hoogste legerfunctie, die van Chief oj Staf! oj the US Army, neergelegd nadien was hij in dienst getreden van de regering van de Philippijnen waar hij de Philippijnse'42 met kracht tegen uitsprak dat de Verenigde Staten zich zouden houden aan de afspraak die zij al begin '
41 met Groot-Brittannië hadden gemaakt: dat de Verenigde Staten en Groot-Brittannië, als zij met japan, Duitsland en Italië in oorlog zouden geraken, er samen naar zouden streven, eerst Duitsland en Italië en pas daarna japan te verslaan. Wilde men, naast het Duits-Russische front in Oost-Europa, een 'Tweede Front'
om de Sowjet-Unie te ontlasten? Dan, zo betoogde MacArthur, moest dat niet tegen Duitsland gevormd worden maar tegen japan, omdat zulk een front bij de Russen de vrees zou wegnemen dat japan hen zou aanvallen - de Russen zouden dan een groot deel van hun strijdkrachten uit Oost-Siberië naar Europa kunnen verplaatsen. Bovendien zou men aldus kunnen voorkomen dat maarschalk Tsjiang Kai-sjek, die zich ten zeerste geërgerd had aan het feit dat de besluitvorming in Washington geheel buiten hem om ging, een accoord met de japanners zou gaan nastreven.
Roosevelt hield zich aan de begin '41 gemaakte afspraak. Toen in mei enjuni '42 was komen vast te staan dat het Amerikaanse plan om op korte termijn in West-Frankrijk te landen onuitvoerbaar was, werd eind juli door de Combined Chiefs of Staff besloten dat er later in het jaar een grootscheepse landing zou plaatsvinden in Frans-Noord-Afrika. Bij het Amerikaanse leger behield het Europese strijdtoneel dus een zekere prioriteit maar in de omstandigheden die door het japanse Nanjo-offen sief waren geschapen, betekende dat niet dat er van de nieuwe Amerikaanse eenheden die in allerijl werden geformeerd, in '42 wezenlijk méér naar het Europese strijdtoneel dan naar dat in de Pacific werden gezonden. In die Pacific moest vóór alles voorkomen worden dat japan voet aan land zette in Australië of op de eilandengroepen tussen Australië en de Hawaii-eilanden, De opbouw van een reeks van steunpunten, hetgeen de voorwaarde was voor een later grootscheeps offensief tegen japan, slorpte in de loop van '42 veel meer krachten op dan in Washington was voorzien. Trouwens, in december '41, toen niemand wist welke verrassingen japan na Pearl Harbor nog in petto had, was óók besloten, Alaska en het gebied van het Panamakanaal in betere staat van verdediging te brengen. Er werden in de Verenigde Staten in het eerste jaar na Pearl Harbor 73 nieuwe legerdivisies geformeerd, maar door het gebrek aan scheepsruimte kon men daarvan slechts 17 overzee transporteren en van die 17 werden er 9 naar het gebied van de Pacific gezonden. Van de vliegtuigen die de Amerikaanse Army Air Farces in de strijd konden
o o o :. <;J;.\J ~ / r:s;~ PHILIPPIJNEN a .010 D . o o @PALAU o o C&~ AMBON • IJ KEI-EIL. g Q cocos0 °oEILANDEN o INDISCHE OCEAAN PACIFIC ARE
II. MacArthurs operatiegebied: de South- West Pacific Area Donkergrijsi japans machtsgebied midden 1942
'O-JIMA MIDWAY. o STILLE OCEAAN \i)WAKE V\ARlANEN Pear! Hatbor s • NIEUW-GUINEA MARSHALL-EILANDEN
CAROLlNEN -----------.;--
°BISMARCK"~I.KHIPEL New .. ~ BritainARabaul iii:ii;jf7' t]\.BoL1gaJl1vtllc "" SALOMONSBuna NW'=~I1Il<:;bEILANDEN Georgia [ :" '. T.",,·'"
'l:;:"'"
'"
oresby 0 200 km [J DGILBERT_' IJ ErLANDEN'
L:::============~ I:;)~ SAMOA t:! o SOUTH PACIFIC AREA
KORAALZEE FIDjI-EILANDEN .",p 0: d Q 0.
0. NW. CALEDONI~ Q
Hoeveel krachten de defensie aanvankelijk ook vergde, de Amerikanen bleven offensief denken. De slagschepen van de Pacific Fleet waren uitgeschakeld, maar niet de zeven vliegkampschepen (Japan had er tien), niet de meeste kruisers, torpedobootjagers en onderzeeboten. Al in februari en maart gingen lichte Amerikaanse zeestrijdkrachten brutaalweg tot aanvalsacties over in de gebieden van de Gilbert- en de Marshalleilanden. Veel hadden die niet om het lijf maar de desbetreffende communiqué's waren de Amerikaanse publieke opinie bijzonder welkom: Amerika viel aan!
Er was toen al een spectaculairdere actie in studie die, zo werd vertrouwd, de Amerikaanse publieke opinie zou bemoedigen en aan het moreel der Japanners een zware slag zou toebrengen: een luchtbombardement van Tokio. Het was een plan van de staf van admiraal King. Moeilijk uitvoerbaar! De Amerikaanse marine zou met haar vliegkampschepen minstens 800 km uit de kust van Japan moeten blijven en de marine had geen bommenwerpers welke die afstand zouden kunnen afleggen - men besloot, het er op te wagen met bommenwerpers van het leger, B-25 's, Mitchells. Die zouden evenwel niet kunnen terugkeren naar het ene vliegkampschip vanwaar ze zouden zijn opgestegen (dat vliegkampschip zou zich met een tweede, dat de gehele operatie dekte, zo spoedig mogelijk weer van Japan moeten verwijderen), maar zouden moeten doorvliegen om ergens op het vasteland van Azië te landen. De Sowjet-Unie, bevreesd haar door Japan gerespecteerde neutraliteit in gevaar te brengen, weigerde begrijpelijkerwijs medewerking, maar Tsjiang Kai-sjek stelde in zijn gebied een aantal vliegvelden ter beschikking die evenwel niet ver lagen van punten welke in handen waren van de Japanners.
Het gevolg van al deze voorbereidingen was dat op 18 april volslagen onverwachts zestien Mitchells (meer had men niet van het vliegdek van het betrokken vliegkampschip kunnen laten starten) boven Tokio verschenen en er hun bommen afwierpen. 'The extent to which the japanese were surprised by this attack from the air was', zo noteerde enige tijd later de Nederlandse tolk van de Nederlandse legatie te Tokio die van het uitbreken van de oorlog af geïnterneerd was in het legatiecomplex,
Eén van de zestien Mitchells raakte uit de koers en landde bij Wladiwostok (de bemanning werd er geïnterneerd), de vijftien overige wisten, geholpen door een krachtige oostenwind, over een afstand van ca. 2000 km het gebied te bereiken waar Tsjiang Kai-sjeks vliegvelden lagen. Vier Mitchells maakten er noodlandingen, de bemanningen van de overige elf sprongen per parachute af; daarbij werd één bemanningslid, aan zijn parachute hangend, door de japanners beschoten en gedood; acht anderen werden door hen krijgsgevangen gemaakt en die acht werden krachtens een regeling, eind juli '42 ingevoerd, waaraan japans minister-president en minister van oorlog, generaal Hideki Todjo, terugwerkende kracht had gegeven, door een japanse rechtbank in China ter dood veroordeeld. Aan vijf veroordeelden verleende Todjo gratie, drie werden in oktober geëxecuteerd, zulks als eersten van een lange reeks, want het werd meer . en meer gewoonte van de japanners om militairen van de Geallieerde luchtmachten die hun als krijgsgevangenen in handen waren gevallen, van het leven te beroven."
1 W. J. de Bruyn: 'Experiences and impressions of Japan after the outbreak of war' (z.j.), p. 7-8 (ARA, Alg. Seer, Batavia, Eerste zending, XXVIII, 59-I). 2 Tot eind '44 werden die Geallieerde militairen in de regel door een rechtbank ter dood veroordeeld maar in '
45 ging de Japanse militaire politie, de Kenpeitai, er meestal toe over, de bedoelde krijgsgevangenen zonder vorm van proces te doden. In december' 44 werden in één geval in Hankou (China) drie van deze krijgsgevangenen met benzine overgoten en levend verbrand. Wij vermelden in dit verband dat de commandanten van de in het zuidwesten van de Pacific en in de Indische Oceaan ingezette Japanse onderzeeboten in maart '43 bevelontvingen, de bemanningen van tot zinken gebrachte Geallieerde vrachtschepen van het leven te beroven. Dit bevel werd nadien uitgevoerd met betrekking tot de bemanningen van acht vrachtschepen.
Het gebied waar de vliegvelden lagen waarvan de Mitchells gebruik hadden gemaakt, werd spoedig door de Japanners veroverd.
Wij hebben in ons vorige deel betoogd dat een effectieve centrale oorlogsleiding in Japan ontbrak. Leger en vloot werden geleid door clans van officieren die er hun eigen visies op nahielden en hun eigen plannen ontwikkelden. Uiteraard was een zekere mate van coördinatie onmisbaar; deze werd nagestreefd in het Grote Hoofdkwartier waar het leger en de vloot aparte, streng gescheiden afdelingen hadden. De moeizame besprekingen welke daar plaatsvonden, leidden veelal tot onduidelijke compromissen.
De marinestaf had van ganser harte achter het Nanjo-offensief gestaan, de legerstaf niet: deze zag het voor Japan als van primair belang, de oorlog in China die in de zomer van '37 begonnen was, tot een goed einde te brengen, en hield er bovendien rekening mee dat het vroeg of laat tot oorlogshandelingen met de Sowjet-Unie zou komen. Vandaar dat de legerstaf het na de verovering van het Nanjo-gebied en nadat de Britse Eastern Fleet uit het oosten van de Indische Oceaan was verdreven, het verstandigst achtte om niet verder te gaan maar de daarvoor in aanmerking komende punten in de Nanjo zó krachtig te versterken dat een Geallieerd offensief er op zou doodlopen. De marinestaf daarentegen hield er geheel andere denkbeelden op na. Hij bepleitte dat men de grens van het Japanse machtsgebied ver voorwaarts zou schuiven zodat men de te verwachten Geallieerde aanvalsacties veel verder van Japan zou kunnen opvangen: waarom zou men, gebruik makend van de bevochten heerschappij ter zee, niet zowel Brits-Indië als Australië bezetten? Die heerschappij ter zee was overigens onzeker, aangezien men een groot deel van de Amerikaanse Pacific Fleet, de vliegkampschepen in de eerste plaats, niet in Pearl Harbor had kunnen verrassen. Voor de opperbevelhebber van de Japanse slagvloot, admiraal Jamamoto, de ontwerper van de Pearl Harbor-operatie, stond dan ook vast dat vóór alles die rest van de Pacific Fleet uitgeschakeld moest worden. Hoe dat te bereiken? Jamamoto was er van overtuigd dat een Japanse expeditie naar het Amerikaanse eiland Midway waar de Amerikanen een belangrijke militaire basis hadden (zie kaart I op de pag.'s 4-5), er toe zou leiden dat de Pacific Fleet opnieuw de strijd zou aangaan, immers: was Midway in Japanse
In maart en april vonden in Tokio heftige discussies plaats over de uitvoerbaarheid van al deze plannen. Zowel de invasie van Brits-Indië als die van Australië werd door de legerstaf afgewezen: alleen al die van Australië zou I2 divisies extra vergen en die zou men aan China en Mandsjoerije moeten onttrekken; bovendien, aldus de legerstaf, had Japan niet voldoende vrachtschepen om die divisies te vervoeren en voortdurend te bevoorraden. Het had al moeite gekost om, zonder Japans normale aanvoer in gevaar te brengen, voor het Nanjo-offensief de nodige vrachtschepen bijeen te brengen - het vervoer en de bevoorrading van I2 divisies zouden evenwel schepen tot een totaal van I % mln ton vergen. Die kon Japan, aldus de legerstaf, niet missen.
Wat de operaties in het zuiden betrof, werd na lang touwtrekken een compromis bereikt in het Grote Hoofdkwartier waaraan de Contactraad (deze bestond uit vertegenwoordigers van de leger- en vlootafdelingen van het Grote Hoofdkwartier, de minister-president en de ministers van buitenlandse zaken, van financiën, van oorlog en van marine) zijn goedkeuring hechtte: in eerste instantie zou in de Salomons-eilanden (zie kaart II op de pag.'s 16-17) Tulagi en op de zuidkust van Australisch Nieuw-Guinea Port Moresby worden bezet en in tweede instantie zou worden overgegaan tot de bezetting van Nieuw-Caledonië, de Fidjieilanden en Samoa. Port Moresby in Japanse handen zou betekenen dat Japan de Koraalzee en noordelijk Australië zou beheersen en met de verovering van Nieuw-Caledonië, de Fidji-eilanden en Samoa zou het de directe verbinding tussen Australië eh de Verenigde Staten verbreken.
Op 28 april werd over dit alles overeenstemming bereikt en werd de landing op Tulagi op 3 mei, die bij Port Moresby op 10 mei bepaald. Nog belangrijker was dat begin mei óók overeenstemming bereikt werd over Jamamoto's voorstellen die aanvankelijk door velen als hogelijk riskant waren beschouwd. Tegen de opponenten sprak evenwel de Amerikaanse luchtaanval op Tokio: herhaling moest tot elke prijs worden voorkomen
Tulagi werd op 3 mei bezet maar de expeditie naar Port Moresby werd een mislukking.
In de loop van april vonden de Amerikanen in gedecodeerde Japanse telegrammen de eerste aanwijzingen dat een aanval op Port Moresby werd voorbereid en dat daarbij drie Japanse vliegkampschepen zouden zijn ingedeeld. Nimitz kon van zijn vliegkampschepen, waarvan de twee die bij de luchtaanval op Tokio gebruikt waren, pas op 25 april weer in Pearl Harbor binnenvielen, slechts twee tijdig naar de Koraalzee dirigeren. Op 7 en 8 mei vond daar een zeeslag plaats die de eerste was in de geschiedenis waarbij de strijdende vlooteenheden elkaar in het geheel niet zagen. Eén Amerikaans vliegkampschip ging verloren, één, de York town, werd beschadigd en ook de Japanners verloren één vliegkampschip, terwijl een tweede beschadigd werd. De materiële verliezen waren dus ongeveer gelijk maar de personele waren aan Japanse kant veel groter, vooral doordat de Japanse piloten die pas in de avond naar hun vliegkampschepen terugkeerden, geen oefening hadden gehad in het landen bij donker - velen stortten in zee.
De Japanse landing bij Port Moresby werd afgelast: het was voor het eerst dat de Japanners een streep moesten halen door een zorgvuldig voorbereid expeditieplan.
Hun expeditie naar Midway leidde tot het keerpunt van de gehele oorlog in de Pacific.
Nimitz had in de tweede helft van mei geen zekerheid dat Midway het voornaamste doelwit zou zijn van nieuwe Japanse aanvalsacties - het werd mogelijk geacht dat de Japanse slagvloot de overval op Pearl Harbor zou herhalen of zelfs zou gaan ageren onder de Amerikaanse westkust. Een briljante list bracht zekerheid. De Amerikanen wisten sinds maart dat Midway in de geheime telegrammen van de Japanse marine werd aangeduid met de letters AF. In mei liet Nimitz de Amerikaanse com
Tegen de landingen op de Aleoeten namen de Amerikanen geen maatregelen maar toen Jamamoto begin juni Midway naderde met zes vliegkampschepen (twee waren naar de Aleoeten gezonden), elf slagschepen, twee-en-twintig kruisers, vijf-en-zestig torpedobootjagers en eenen-twintig onderzeeboten, lag de Amerikaanse Pacific-vloot klaar. Ze was numeriek veel zwakker: van zijn zeven vliegkampschepen had Nimitz slechts drie (een daarvan de Yorktown die in Pearl Harbor in drie dagen voldoende gerepareerd was) naar Midway kunnen dirigeren, samen met acht kruisers, vijftien torpedobootjagers en negentien onderzeeboten, maar de Japanse vlooteenheden hadden geen goede radarapparaten en de piloten van de Japanse gevechtstoestellen, hoe moedig ook', bleken minder bekwaam dan de Amerikaanse piloten. Aan de aanvallen op de Japanners namen overigens niet alleen Amerikaanse marinevliegtuigen deel maar ook de legerbommenwerpers die op Midway gestationeerd waren. In een reeks van verwoede aanvalsacties over en weer die zich over vier dagen uitstrekten (3-6 juni) en waarbij het geluk de Amerikanen meezat (op een beslissend moment waren de Japanse vliegkampschepen verstoken van bescherming door de Japanse luchtmacht), verloren de Amerikanen één vliegkampschip, de Yorktown, en één torpedobootjager, maar Jamamoto, die tijdens de strijd met een reserve-eskader verder
, Over afstanden van vele honderden kilometers werden door een deel van de Japanse piloten aanvalsacties uitgevoerd met toestellen waarvan zij wisten dat de tanks niet voldoende benzine konden bevatten om terug te vliegen.
Ook bij de slag om Midway was gebleken dat voor zeeslagen het vliegkampschip het belangrijkste scheepstype was geworden - daarvan had Japan er na Midway nog maar vier over, Amerika zes, en Jamamoto wist dat Amerika nieuwe vliegkampschepen kon bouwen en nieuwe piloten kon opleiden in een tempo dat Japan onmogelijk kon bijhouden.
Het was voor de Japanners een katastrofale nederlaag. Ze werd in Japan-zelf geheim gehouden, zelfs voor de minister-president.
Wat de Japanse aspiraties betrof, was het eerste gevolg dat de expedities naar Nieuw-Caledonië, de Fidji-eilanden en Samoa definitief kwamen te vervallen. Een andere actie werd nog voor mogelijk gehouden: een uitval, via Singapore, naar het westen van de Indische Oceaan teneinde daar de resterende eenheden van de Britse Eastern Fleet te vernietigen. Jamamoto was nog bezig aan het uitwerken van dit vermetele plan, toen hij op 7 augustus '42 verrast werd door het bericht dat de Amerikanen in de Salomons-groep troepen hadden ontscheept op Tulagi en twee andere kleine eilanden alsmede op het grotere eiland Guadalcanal. Het Japanse Grote Hoofdkwartier had aangenomen dat de Amerikanen als gevolg van de oorlog in Europa pas in de herfst van '43 in staat zouden zijn, tot landingsoperaties in de Pacific over te gaan - die kwamen dus meer dan een jaar eerder.
Jamamoto moest de uitval naar de kust van Afrika laten vervallen. Japan was in het defensief gedrongen en de Japanse vlootvoogd, die Amerika goed kende, was zich bewust dat zijn land, tenzij er een wonder gebeurde, geen schijn van kans meer had om de oorlog te winnen.