Het doel dat de Amerikanen zich onmiddellijk na de japanse overval op Pearl Harbor gesteld hadden, gaven wij reeds weer: japan moest volledig verslagen worden. Met dat al noopte het feit dat de slagschepen van de Amerikaanse Pacific Fleet uitgeschakeld waren, voorshands tot een defensieve strategie waarbij in het eerste halfjaar van de strijd in de Pacific alles op alles werd gezet om, gelijk reeds vermeld, in het zeegebied tussen de Hawaii-eilanden en Australië een aantal sterke steunpunten op te bouwen. Hoe vandaar verder te gaan? De enige die daar aan AmerikaansBritse kant een duidelijk denkbeeld van had, was de opperbevelhebber van de Amerikaanse vloot, Admiral King. Hij had zich in de jaren '30 grondig verdiept in de problemen van een eventuele oorlog met japan en voor hem was komen vast te staan dat de Amerikaanse strijdkrachten in dat geval in eerste instantie onder dekking van de Pacific Fleet als het ware van eilandengroep tot eilandengroep moesten springen tot de Philippijnen waren bereikt. Dat zou niet voldoende zijn om japan op de knieën te dwingen: daartoe moest óók het japanse leger verslagen worden. Maar waar? Het lag voor de hand om aan China te denken - inderdaad, dat Chinese strijdtoneel nam in de jaren '42, '43 en '
44 een hoogst belangrijke plaats in het denken in van het Amerikaanse college dat leiding gaf aan de gehele oorlog in de Pacific: de Joint Chiefs of Staff.
Begin' 42 zagen zij het als mogelijk om het leger van Tsjiang Kai-sjek via Birma op te bouwen tot een grote strijdmacht van 30 divisies die de japanners in de bezette delen van China de ene slag na de andere zouden toebrengen, maar de verwezenlijking van die opzet werd veel moeilijker, toen de japanners begin maart '42 Rangoon binnentrokken en een week of zes later ook Noord-Birma in handen hadden. Daarmee vielen de landverbindingen met Tsjiang Kai-sjeks hoofdstad, Tsjoengking, weg.
Aan de plannen met betrekking tot Birma en China die in '43 en '
44 opgesteld werden, zijn wij nog niet toe maar wij willen er hier reeds op wijzen dat de problemen van het opereren in Birma door verscheidene Geallieerde oorlogsleiders onderschat en de mogelijkheden van het opereren in China vooral door de Amerikanen ot/ers chat werden.
Het opereren in Birma was moeilijk door de terreingesteldheid: wilde men de japanners naar Thailand terugdrijven, dan kon dat alleen geschieden dwars door gebieden die of moerassig waren Of bedekt met tropische oerwouden; het was voorts moeilijk door het klimaat: militaire operaties waren er uitsluitend mogelijk in de maanden van de droge moesson, d.w.z. van november t.e.m. april; het was verder speciaal moeilijk als gevolg van het feit dat de centra van de Geallieerde wapenproductie en van de overige bevoorrading verder van Birma verwijderd waren dan van enig ander strijdtoneel. En tenslotte: was het bij een offensief tegen de japanners in Birma te gebruiken oorlogstuig eenmaal gelost, dan moest het over land nog over aanzienlijke afstanden vervoerd worden. De dichtstbijzijnde grote haven was Calcutta, maar Calcutta kon niet gebruikt worden zolang het gevaar bestond dat de japanse vloot, die in
Dat China van Tsjiang Kai-sjek was een wrak geheel. Tsjiang wenste door de Verenigde Staten en Groot-Brittannië op voet van gelijkheid behandeld te worden maar daar was onvoldoende aanleiding voor. Zijn bijdrage tot de gemeenschappelijke oorlogvoering was gering. Hij was in oorlog met Japan maar had geen sterke behoefte om wat hij aan strijdkrachten bezat tegen de Japanners in te zetten. Een groot deel van Noord-China en vele plattelandsgebieden elders waren in handen van de Chinese communisten - hen zag hij op de lange duur als een veel gevaarlijker bedreiging voor zijn macht dan de Japanners. Die Japanners bestrijdend hield hij dan ook rekening met de waarschijnlijkheid dat hij in een later stadium tegen de cornmunisten te velde moest trekken. Het gevolg was dat hij tot ergernis van Stilwell een groot deel van zijn leger gebruikte om gebieden welke door die communisten werden bestuurd, van zijn eigen gebied afte grendelen.' In dat eigen gebied was zijn gezag beperkt. Het was in feite in delen uiteengevallen waarin de macht werd uitgeoefend door regionale commandanten, allen even anti-communistisch als hij, wier willekeur zwaar op de boerenbevolking drukte. Belas
'42 en '
43 kwam het zelfs tot hongersnood op grote schaal. De centrale regering gaf veel meer geld uit dan zij binnenkreeg - inflatie deed de waarde van de nationale munt in snel tempo dalen. In
'43 waren de prijzen honderdmaal zo hoog als in '
37. Niemand die in overheidsdienst was, kon van zijn salaris rondkomen (àls hij het al kreeg) - het gevolg was een verregaande corruptie die op haar beurt de maatschappelijke verhoudingen verder ontwrichtte: De wapenproductie was minimaal en de militairen van Tsjiang Kai-sjeks divisies waren niet alleen slecht bewapend en slecht gekleed maar werden ook slecht gevoed.
Dat Nationalistisch China in die omstandigheden geen beslissende bijdrage kon leveren tot Japans nederlaag', werd vooral door president Roosevelt en zijn adviseurs in de jaren '42 en '
43 niet beseft; China zagen zij toen als het gebied waar het Japanse leger zou worden verslagen en van waaruit Japan als het ware in de rug zou worden aangevallen - dus moest, dwars over de Pacific, de Amerikaanse macht in eerste instantie niet op Japan maar op China afstevenen.
Het gezagsgebied van MacArthur, de Southwest Pacific Area, was het eerste gebied dat in de zomer van '42 in aanmerking kwam voor een Amerikaanse opmars. De Amerikanen wisten dat de Japanners bezig waren, Rabaul op New Britain (zie kaart II op de pag.'s I6-I7) tot een sterke basis te maken - het leek hun verstandig zich op enkele belangrijke, door de Japanners niet bezette eilanden in de Salomons-groep te nestelen teneinde van daaruit in een later stadium Rabaul te naderen en te veroveren. Onder wiens opperbevel? De joint Chiefs of Staff beslisten na lange discussies dat dat opperbevel bij de marine zou berusten - Nimitz droeg het op aan de marinecommandant in de South Pacific Area, Vice Admiral Ghormley, en MacArthur zag zich tot zijn ergernis een deel van zijn gezagsgebied ontnomen.
In de Salomons-groep gingen op 7 augustus Amerikaanse mariniers aan land op vier eilanden " waarvan Guadalcanal het belangrijkste was: een eiland, ca. I30 km lang en 40 km breed met een uit uitgedoofde vulkanen bestaand centrum dat omgeven was door een kustgebied met nauwelijks doordringbaar oerwoud. Door die Amerikaanse landingen werden de Japanners volledig verrast - omgekeerd werden de Amerikanen volledig verrast door de snelle Japanse reactie: uit Rabaul voer onmiddellijk een sterk Japans eskader naar de Salomons-groep en de Geallieerde vloot die de landingen had gedekt, werd in de nacht van 8 op 9 augustus vernietigend verslagen: vier zware kruisers (drie Amerikaanse, één Australische) werden tot zinken gebracht. De rest van de dekkingsvloot verliet het strijdtoneel met achterlating van de bevoorradingsschepen. Die had de Japanse admiraal alle in de grond kunnen boren maar hij besefte zijn kans niet en beperkte zich er toe om elders troepen op Guadalcanal aan land te zetten. Hun eerste aanval werd door de Amerikanen met moeite afgeslagen. Nadien trokken de gevechten op Guadalcanal meer en meer landstrijdkrachten aan, in totaal dertigduizend militairen aan Amerikaanse, dertigduizend aan Japanse kant. Het werd een uitputtingsstrijd. wederzijds onder grote moeilijkheden gevoerd: strijd te land waar de Amerikanen zich tegen de ene Japanse aanval na de andere moesten verdedigen, en vooralook strijd ter zee. Die strijd duurde niet minder dan zes maanden. In felle zeegevechten, dertien in totaal, die vaak des nachts plaatsvonden, werden over en weer zware verliezen geleden - Ghormley, voor zijn taak onbekwaam geacht, werd in oktober van zijn functie ontheven en door de strijdvaardige Vice Admiral William F. Halsey vervangen. Pas eind' 42 waren de Amerikaanse mariniers in staat, de Japanners. op Guadalcanal naar één kustgebied op het eiland terug te drijven.
Omstreeks die tijd was het de Japanse legerbevelhebber te Rabaul, generaal Imamoera (de commandant van het Japanse Zestiende Leger dat Java had veroverd, die eind '42 naar Rabaul was overgeplaatst), duidelijk dat zijn troepen het op Guadalcanal niet zouden kunnen bolwerken, als niet een groot convooi met versterkingen naar hen onderweg ging. In Tokio werd becijferd dat men daar vrachtschepen voor nodig had tot een totaal van 3°0000 ton. Die konden door de scheepsverliezen die Japan toen al geleden had, niet vrijgemaakt worden - het Grote Hoofdkwartier kwam tot de bittere conclusie dat Guadalcanal moest worden prijsgege
1 Daaronder Tulagi, waar de Japanners maar een kleine bezetting hadden en dat snel veroverd werd.
Niet beter verging het hun op Australisch-Nieuw-Guinea.
In mei '42 hadden zij er in Port Moresby willen landen maar hun convooi had na de Slag in de Koraalzee de steven moeten wenden. In juli evenwellandde een japanse troepenmacht van ca. vierduizend man in Buna op de noordkust met de bedoeling om via een moeilijk begaanbaar pad dat dwars over de bergen van Nieuw-Guinea liep, Port Moresby van het noorden uit in te nemen. Tegen die tijd had MacArthur de (uit het Midden-Oosten afkomstige) Australische 6de en 7de infanteriedivisies in het noorden van Australië geconcentreerd maar hij had nagelaten, Buna tijdig te bezetten. Een kleine Australische voorhoede slaagde er in, de oprukkende japanners niet ver van Port Moresby tegen te houden; vervolgens begonnen andere Australische alsmede Amerikaanse troepen aan de moeizame taak om de japanners terug te drijven langs hetzelfde pad waarlangs zij gekomen waren. Eind januari '43 viel Buna de Australiërs en Amerikanen in handen. Van de vierduizend japanners die er geland waren, konden slechts duizend het vege lijf redden. Maar ook de Australiërs en Amerikanen hadden zware verliezen geleden: samen meer dan drieduizend gesneuvelden (op Guadalcanal hadden de Amerikanen zestienhonderd man verloren) en meer dan vijfduizend gewonden; mede door de talrijke militairen die ziek geworden waren, was van de Amerikaanse infanterie-divisie die aan de opmars naar Buna had deelgenomen, uiteindelijk nog maar één op de tien man in staat om te vechten.
Voorzover de Amerikanen vóór de gevechten op Guadalcanal en op Australisch Nieuw-Guinea de neiging hadden gehad, de japanse landstrijdkrachten te onderschatten, was die neiging begin '43 wel verdwenen: de japanners hadden zowel bij hun aanvallen als in hun verdediging een vasthoudendheid en een doodsverachting aan de dag gelegd die duidelijk maakten dat het een zware taak zou worden om hen op de eilanden in de Pacific te verslaan.
In maart '43 vond in Washington een grote conferentie plaats waaraan door meer dan vijftig hoge stafofficieren van het leger, de vloot en het Marine Corps werd deelgenomen. Men kwam er tot de conclusie dat de oorlog in Europa (de Geallieerde landingen op Sicilië werden voorbereid en er werden meer en meer Amerikaanse vliegtuigen naar Engeland gezonden om Duitsland ook overdag aan zware bombardementen te onderwerpen) zoveel krachten vergde dat er voor de Pacific niet genoeg overschoten: er waren daar te weinig infanterie-divisies en te weinig
I Thans: Taiwan.
BONIN-EILANDEN Iwo-jima
e
\\MARIANEN
vSaipan °Tinian
°Tinian am e' WAKE "
<Si> Q o~~ MARSHALL•• ,,0 EILANDEN e ._0 " Makin fJ Tarawa
Tarawa
STILLE OCEAAN °0 o MIDWAY 0 0.0 HAWAII c Pearl Harbor ®
'::'lil.'00.'oliebataljon'
; dat bataljon zou kunnen helpen om er voor te zorgen dat de Amerikanen een deel van de olie die zij voor hun offensieven nodig hadden, vlakbij het strijdtoneel zouden kunnen winnen. De twee belangrijkste conclusies van het joint War Plans Committee waren dat zowel de algemene route langs Nieuw-Guinea als die via de eilandengroepen, in de Central Pacific dus, diende te worden gevolgd en dat daarbij het accent moest liggen op de tweede route: daar immers zouden de talloze nieuwe eenheden die aan de Pacific Fleet werden toegevoegd, de vliegkampschepen in de eerste plaats, het best tot hun recht kunnen komen. Die conclusies werden op 8 mei '43 door de joint Chiefs of Staff goedgekeurd. Het gevolg hiervan was dat de Amerikanen precies wisten hoe zij de oorlog tegen Japan wensten voort te zetten, toen later in mei in Washington een nieuwe grote conferentie van de Geallieerde oorlogsleiders werd gehouden. Churchill en de Britse Chiefs of Stafftoonden er zich bezorgd dat de Amerikanen zich, ten nadele van de oorlog in Europa, teveel concentreerden op de Pacific, maar Roosevelt en de Amerikaanse joint Chiefs hielden er aan vast dat de oorlog tegen Japan met kracht moest worden voortgezet. Er werd van uitgegaan dat die oorlog, als eenmaal Duitsland en Italië verslagen waren, nog drie jaar zou duren. Het bereiken van de kust van Zuid-China bleefhet doel van de Amerikaanse operaties. Gemeend werd evenwel dat men in de tweede helft van '43 en in '
44 nog een flink eind van China verwijderd zou blijven: het vastgestelde plan zag niet verder dan tot de verovering van de resterende Salomonseilanden, de Bismarck-archipel (met inbegrip van Rabaul) en NieuwGuinea. Veel aandacht werd ook besteed aan Zuidoost-Azië. Gelijk eerder vermeld, was in Casablanca besloten dat in november '43 een landing zou worden uitgevoerd in het zuiden van Birma teneinde Rangoon te heroveren; dan zou ook de Birma-weg naar Tsjoengking weer geopend kunnen worden. In Washington nu bleek dat de Britten bij nader inzien niets voor die landing voelden: zij zagen geen heil in moeizame operaties in moerassige gebieden (in januari '43 was een poging om Birma langs de kust in het noorden binnen te dringen mislukt)
'dearly stated his conviction of the strategic importance of China, both its geographical position and its supply of manpower, without both of which he insisted, 'the task of the United Nations in difeatingjapan would be terrific." 1
Gezien de Engelse bezwaren werd het plan voor een landing ter herovering van Rangoon geschrapt en teneinde desondanks aan de Amerikaanse wensen tegemoet te komen werd besloten, een beperkt offensief in Noord-Birma in te zetten, waar dan in moeilijk terrein een nieuwe weg, de z.g. Ledo-weg (zie kaart III op de pag.'s 58-59), zou worden aangelegd teneinde weer autotransporten naar Tsjoengking mogelijk te maken.
Bij de operaties die aan MacArthur werden opgedragen: verder oprukken
Met betrekking tot de Marshall-eilanden en de Marianen kon die tactiek in zoverre niet worden gevolgd dat, zo men al enkele door de Japanners versterkte eilanden met rust liet (in' 44 behoorde daar ook Truk toe, hun grote oorlogsbasis in de Carolinen), in elk geval sommige eilanden waar de Japanners grote verdedigingscomplexen hadden aangelegd, moesten worden bestormd. Nimitz kwam bij het nader overwegen van de hem opgedragen taak tot de conclusie dat hij voor landingen in de Marshall-groep eerst de beschikking moest hebben over steunpunten op de zuidoostelijk daarvan gelegen Gilbert-eilanden. Die conclusie werd door de Joint Chiefs of Staff in juli aanvaard - er werd Nimitz opgedragen, op I december '43 op enkele eilanden in de Gilbert-groep te landen met twee divisies mariniers welke aan MacArthur ontnomen werden, en een maand of twee later te landen op de Marshall-eilanden.
'on capturing the tip of Sumatra island irrespective of what our general plan for the war against japan may be. He refused to accept that any general plan was necessary, recom
brak: in '43 leed 84 % van die militairen aan malaria (dat percentage was in '45 tot 13' 2 en wees er op dat het alternatief zou zijn'
to toil through the swamps oj Southern Burma.' 3 Ook Roosevelt weigerde Churchills voorstel te aanvaarden. 'Ta him it seemed', aldus Grace Person Hayes, 'that the direct route to japan lay along the Burma Road to China and through China to japan . . . The Sumatra operations u/ould be heading aUlay jrom the main direction oj our advance to japan.'4 Wat in die 'main direction oj our advance' van eind '43 uit ondernomen werd, zullen wij straks weergeven - zinvollijkt het ons, even te blijven bij de strategie in het gebied van Southeast Asia Command
Het feit dat Churchills plan, weliswaar niet aanvaard, ook niet uitdrukkelijk verworpen was, leidde er toe dat de Britse premier op Mountbatten, die zijn directieven uit Londen, niet uit Washington ontving, maandenDe operatie was het denkbeeld geweest van Churchill, toen de Britse minister van marine. Zij leidde tot zijn val. 3 Aangehaald in Hayes, p. 456. 4
Roosevelt ging verder. Aangezien het als wenselijk was beschouwd dat in Mountbattens gebied toch iets van belang zou worden ondernomen, was door de Combined Chiefs of Staff vastgesteld dat in de lente van '44 geland zou worden op de Andamanen, hetgeen aan Tsjiang Kai-sjek was meegedeeld. Daar waren talrijke landingsvaartuigen voor nodig. Welnu, toen Roosevelt en Churchill in oktober '43 in Teheran aan Stalin de toezegging hadden gedaan dat in mei '44 (het zou juni worden) een Tweede Front in West-Europa zou worden geopend, verbond Roosevelt daar de conclusie aan dat Mountbatten zijn landingsvaartuigen moest afstaan terwille van de operaties in Europa (de landing in Normandië èn die in Zuid-Frankrijk). Het was de Amerikaanse president die persoonlijk een streep haalde door het plan voor de Andamanen-operatie.
Enkele maanden later wist men dat een groot deel van de Japanse slagvloot naar Singapore was verplaatst; daar vloeide uit voort dat een eventuele landing op Sumatra méér Geallieerde krachten zou vergen dan waarmee men tot dusver rekening had gehouden.
Voor Churchill was dat geen reden om zijn geliefkoosd project op te geven. Met grote hardnekkigheid bleef hij ook in '44 op de verwezenlijking ervan aandringen.' Ging het hem om Sumatra? Welneen: het ging
Hoezeer Churchill in de eerste maanden van '44 op operaties in Nederlands-Indië bleef aandringen (zijn voorstellen later in dat jaar komen nog aan de orde),'43-begin '
44 in de Pacific sneller vorderden dan zij hadden verwacht en dat inmiddels door zijn eigen stafchefs werd overwogen om te zijner tijd in de Pacific een Brits eskader aan de Amerikaanse Pacific Fleet toe te voegen, wekte zijn verontrusting. Begin maart' 44 gaf hij daar uitdrukking aan in een memorandum aan de bij de oorlogvoering nauwst betrokken Britse ministers, de leden van het Defence Committee van zijn kabinet. 'A decision', schreef hij,
'to act as a subsidiary force under the Americans in the Pacific raises difficult political questions about the future of our Malayan possessions. If the japanese should withdraw from them or make peace as a result of the main American thrust, the Un.ited States Government would after the victory feel greatly strenghthened in its view that all possessions in the East Indian Archipelago should be placed under some international body upon which the United States would exercise a decisive control. They would feel with conviction: 'We won the victory and liberated these places and we must have the dominating say in their future and derive full profit from their products, especially oil " I de aardolie, niet van Malakka overigens, maar van Nederlands-Indië. Het argument maakte op de Britse Chiefs ofStaffgeen indruk. 'Whatever strategy we follow', aldus hun contrabetoog,
'the major credit of the defeat of japan is likely to go to the Americans. Their resources and their geographical position must make them the predominant partner in japan's defeat. The first mortal thrust will be the Pacific thrust, upon. which the Americans have already embarked. We should not be excluded from a part in this thrust' 2
blijken uit de dagboekaantekening van generaal Brooke d.d. 17 maart '44: 'On conclusion oj our COS' (Chiefs of StajJ) 'meeting we were sent for by the PM' (Prime Ministen 'to discuss latest American forecast of their moves through the Pacific, which have been speeded up by several months in view of their recent successes ... He then informed us that he had discovered a new island just north-west of Sumatra, called Simalur (Simaloer, zie kaart III op de pag.'s 58-59). 'He had worked out that the capture of this island would answer as well as the tip of Sumatra and would require far less strength. However, by the time he had asked Portal' (de stafchef van de Roya/ Air Force) 'jar his view, he found out that from the point of view of the air he had little hope of building up his aerodromes and strength before being bumped off. From Cunningham' (de First Sea Lord) 'he found out that from a naval point of view, with the jap fieet at Singapore, he was courting disaster. I began to wonder whether I was in Alice in Wonder/and or qualifying for a lunatic asylum!' (aangehaald in Arthur Bryant: Triumph in the West 1943-1946. A study based on the Diaries ofField Marshal the Viscount Alanbrooke (1959), p. 166). I Aangehaald in ( United Kingdom Government, Cabinet Office) History of the Second World War. Military Series. Grand Strategy. John Ehrman: Volume V. August 1943-September 1944 (1956), p. 442. 2 A.v., p. 446.'binden'
en daarmee op zichzelf zou het het Amerikaanse offensief in de Pacific ondersteunen. Zou dan toch met steun van die Eastern Fleet een operatie tegen de Japanners op Sumatra ondernomen kunnen worden? Neen, de Amerikanen bleven er de zin niet van inzien: niet in politiek opzicht (met uitzondering van MacArthur voelden zij er niet voor, verwikkeld te raken in de problemen die uit het herstel van het Britse, Nederlandse en Franse koloniaal gezag zouden voortvloeien) en evenmin in militair. Immers, wanneer het Amerikaanse offensief in de buurt van de Philippijnen de Japanse verbindingen volledig zou hebben verbroken, zou men met de Japanners in Birma, Malakka, Singapore en NederlandsIndië hetzelfde kunnen doen als met de Japanners op de afgesneden eilanden en punten in MacArthurs gebied geschiedde: men kon ook hen, zoals dat heette, laten 'verdorren aan de tak'
.
Wij keren terug naar het dubbele Amerikaanse offensief in de Pacific.
De eerste versterkte eilanden waarop Nimitz het waagstuk van een landing moest ondernemen, waren Tarawa en Makin in de Gilbert-groep. Het werd niet, zoals voorgeschreven, de rste maar de zoste november '43 dat de Amerikaanse mariniers tot de bestorming ervan overgingen, gesteund door vliegtuigen van een groep van Nimitz' vliegkampschepen en door het geschut van slagschepen en kruisers. Er werden bij de voorbereiding van die eerste landingen
Niet dan met de grootste moeite kregen de mariniers op de twee eilanden enkele kustgedeelten in handen waarna zij konden beginnen met het uitschakelen van de Japanse verdedigers. Numeriek waren zij verre in de meerderheid - zowel op Makin als op Tarawa landde een gehele divisie, ca. vijftienduizend man. Op Makin bevond zich slechts een gering aantal Japanners, maar op Tarawa waren het er bijna vijfduizend. Die vijfduizend verdedigden zich met volstrekte doodsverachting: het ene versterkte punt na het andere moest door de mariniers bestormd en opgeruimd worden. Vrijwel geen enkele Japanner bleef in leven. Makin werd in een dag veroverd maar op Tarawa was de strijd pas ten einde na vier dagen en nachten van verbitterde gevechten. De mariniersdivisie verloor er een vijfde van haar sterkte: ruim duizend man aan gesneuvelden, meer dan drie-en-twintighonderd aan gewonden.
Dat de Amerikanen ook Tarawa in handen hadden gekregen, was een feit van kardinale betekenis. Voor het eerst was aangetoond dat omvangrijke smaldelen van de Pacific Fleet met steun van de 'drijvende bases'
uitstekend bevoorraad konden worden (men had dus ook de aardolie van Nederlands-Nieuw-Guinea niet meer nodig) en op grote afstand van Pearl Harbor konden opereren en dat vliegkampschepen zonder de hulp van landvliegtuigen de aanvallen van Japanse lucht- en zeestrijdkrachten konden trotseren, kortom: dat een door de Japanners krachtig versterkt en hardnekkig verdedigd eiland veroverd kon worden door een landingsmacht welke over een afstand van vele duizenden kilometers overzee was aangevoerd. De landingen op Tarawa en Makin hadden bovendien talrijke tactische lessen opgeleverd; een Amerikaans stafofficier kon, toen de strijd ten einde was, een lange lijst opstellen van fouten die bij de
Teneinde een indruk te geven van de problemen waarvoor de Amerikanen bij hun landingen op door de Japanners versterkte eilanden kwamen te staan en van de wijze waarop zij deze oplosten, lijkt het ons zinvol, een van de landingsoperaties op de Marshall-eilanden welke op die op de Gilbert-eilanden volgden, meer in bijzonderheden te beschrijven.' Wij kozen daarvoor de landing op Kwajalein uit, het hoofdeiland van het midden in de Marshall-groep gelegen Kwajalein-atol.
De Marshall-eilanden (zie kaart IV op pag. 70) bestaan uit meer dan 30 atollen welke tezamen met bijna 900 koraalriffen in een zeegebied liggen dat ongeveer vijf-en-twintigmaal zo groot is als Nederland. Die atollen (koraalriffen waarvan gedeelten, met palmen begroeid, permanent boven het zee-oppervlak uitsteken en die een lagune omsluiten) zijn in de regel niet meer dan 5 km in het rond, maar enkele zijn aanzienlijk groter en nogal grillig van vorm. Het atol Kwajalein, het grootste ter wereld, heeft een lagune met een oppervlak van ca. 2000 vierkante kilometer en het koraalrif dat die lagune omgeeft, telt enkele tientallen eilanden waarvan (zie kaart V op pag. 72) Roi-Namoer (twee eilanden die door een dam verbonden zijn) in het noorden en Kwajalein in het zuiden de belangrijkste zijn.
De Marshall-eilanden, vroeger Duits gebied, waren na de Eerste Wereldoorlog Japans mandaatsgebied geworden en de Japanners hadden er, hoewel zulks onder de mandaatsbepalingen verboden was, al in de jaren '30 militaire vliegvelden aangelegd. Roi-Namoer, Burton (behalve Kwajalein en Roi-Namoer zullen wij de eilanden aangeven met de namen welke de Amerikanen er bij de opzet van hun operaties aan gaven)
War IL gepubliceerd door het Office of the Chief of Military History van het Department
)Elllwerok
_-;._ ..... .....