Op 24 juli keurden Truman en Churchill alle hun door de Combined Chiefs of Staff voorgelegde regelingen goed. Diezelfde dag arriveerde Mountbatten in Potsdam. Grote bezwaren uitte hij tegen de uitbreiding van zijn gezagsgebied per IS augustus. Notabene: in plaats van voor een bevolking van vijf-en-veertig miljoen zielen zou hij verantwoordelijk worden voor een van honderdvijf-en-twintig miljoen en zijn verbindingslijnen, die toch al zo lang waren, zouden, van Ceylon uit gemeten, meer dan drieduizend kilometer langer worden! Zulk een uitbreiding van zijn gezagsgebied vóór oktober was voor hem onaanvaardbaar. Hij verbond daar nog een voorwaarde aan: hij moest de beschikking krijgen zowel over alle intelligence-gegevens welke MacArthur met betrekking tot de aan zijn gezagsgebied toe te voegen gebieden bezat, als over de experts die deze intelligence-gegevens hadden bewerkt. Na dit standpunt ingenomen te hebben (de Britse Chiefs of Staff sloten er zich bij aan) verliet hij Potsdam en keerde hij naar Ceylon terug. Daar vernam hij op 10 augustus telegrafisch van Attlee die, toen de uitslag van de Britse verkiezingen openbaar geworden was, tot Brits premier was benoemd, dat Japan zou capituleren; vier dagen later, 14 augustus, werd hij ingelicht dat de capitulatie een feit was en dat hij van de volgende dag, IS augustus, af verantwoordelijk was voor de gebieden waarvan sprake was geweest. Het was een regeringsopdracht die hij eenvoudig te aarvaarden had. De Nederlandse regering, welker vertegenwoordigers (minister-president Schermerhorn en oud-minister-president Gerbrandy) ondanks hun verzoek niet tot Potsdam toegelaten waren, was in die opdracht niet gekend.