Er was vrijwel geen verzet. Van '28 tot eind '41 waren in totaal vier-en-zeventigduizend personen gearresteerd wegens hun socialistische, communistische, anarchistische of militant-liberale activiteit of gezindheid - in de jaren van de oorlog in de Pacific vonden slechts tweeduizend van dergelijke arrestaties plaats. Bovendien werden, aldus Shillony, ca. vijftienhonderd personen gearresteerd wegens het overtreden van spreek-, publikatie- en vergaderverboden en tweehonderdvijftig wegens het verspreiden van 'kwaadwillige geruchten'; ca.vijftig personen werden preventief vastgezet. De meeste arrestanten werden na enige tijd weer vrijgelaten. Slechts twee personen werden in de oorlogsjaren op politieke gronden ter dood veroordeeld en geëxecuteerd: de Duitse journalist Richard Sorge, die zijn communistische gezindheid zorgvuldig had weten te verbergen en door zijn verbindingen binnen het japanse militaire apparaat Moskou hoogst belangrijke inlichtingen had kunnen verschaffen, en zijn voornaamste japanse helper. Toen de oorlog eindigde, waren er in japan maar tweeduizendvijfhonderd politieke gevangenen, met inbegrip van de complete leiding van de japanse communistische partij. 1 'The political arrests', schrijft Shillony, 'silenced opposition and spread fear ... but compared with the mass arrests, deportations and killing of millions in countries like Germany or the Soviet-Union, repression infapan was relatively mild' 2 dat kon zij zijn omdat zowel de controle' als het conformisme zoveel algemener waren." De enige partij die nog bestond: de Taisei jokoesankai, het Verbond ter ondersteuning van het keizerlijk
Communistische Partij JapanDesertieJehova's GetuigenShillony, B. A.Sorge, R.HOE JAPAN DE OORLOG VERLOORbewind, betekende maar weinig.' Belangrijker was dat nagenoeg het gehele volk de van boven af gegeven parolen volgde; slechts de vervolgde opposanten en diegenen die zich in hun persoonlijk bestaan hadden teruggetrokken, deden dat niet.