Tot in de herfst van '42 hadden de japanners de hoop niet opgegeven dat Duitsland hetzij van Noord-Afrika, hetzij van de Kaukasus uit tot het gebied van de Indische Oceaan zou kunnen doordringen, maar die hoop was na Rommels nederlaag bij El Alamein (eind oktober '42) en na de insluiting van het Duitse Zesde Leger bij Stalingrad (november '42) vervlogen - ten aanzien van de toekomst van Brits-Indiƫ behoefden zij niet meer zo scrupuleus te letten op de 70ste lengtegraad. Zij keurden goed dat Bose in Singapore een Voorlopige regering van vrij India zou oprichten, verklaarden zich bereid, te zijner tijd de 'onafhankelijkheid'
van India te erkennen, maar eisten dat Bose's Voorlopige regering aan Groot-Brittanniƫ en de Verenigde Staten de oorlog zou verklaren. Bose vormde zijn bewind, liet het tot de twee oorlogsverklaringen komen en nam vervolgens in Tokio deel aan de al genoemde Groot-Oost-Aziatische conferentie. Daarna ging hij weer naar de Nanjo en toen het daar in maart '44 van Birma uit tot het offensief kwam van het japanse Vijftiende Leger, kondigde hij aan dat dat offensief tot in de regeringszetel van het Brits-Indische gouvernement, New Delhi, zou worden voortgezet. Ca. vijfduizend militairen van het Indian National Army, van wie evenwel drieduizend als hulptroepen fungeerden, namen aan het japanse offensief deel. Dat werd, zoals de lezer al bekend is, een fiasco en met het gezag dat Bose in japanse kringen had opgebouwd, was het gedaan doordat bij de gevechten meer dan de helft van de militairen van het Indian National Army naar het Britse Veertiende Leger was overgelopen.