Het japanse beleid op Malakka had een simpele doelstelling: het schiers.Kenpeitai (op Borneo en in de Grote OostMarianenPiboel, maarschalkTodjo, HidekiZwitserlandMALEIERS EN CHINEZENeiland diende vooral in verband met de strategische betekenis van Singapore een deel van japan te blijven. Verlening van 'onafhankelijkheid' werd niet overwogen. De Japanners bestuurden het gebied, zoals ook de Britten hadden gedaan, via de inheemse sultans wier positie zij respecteerden maar die van hun kant gedwongen werden, alle japanse aanwijzingen te volgen. Wat er aan verzet kwam, ging niet zozeer van de Maleiers als wel van de Chinezen uit die op Malakka, Singapore inbegrepen, de grootste bevolkingsgroep vormden: in '41 43 % van de totale bevolking; de Maleiers vormden daar 41 % van, de Brits-Indiƫrs 14 %, de Europeanen 0,6 %, de personen van Europees-Aziatische afkomst 0,4 %, alle overigen I %. De Chinezen, in het bestuursapparaat nauwelijks vertegenwoordigd, hadden een economisch overheersende positie: de detailhandel was geheel in hun handen, de lichte industrie en de groenteteelt waren dat grotendeels en zij bezaten een aanmerkelijk deel van de tinmijnen en de rubberplantages - de beleggingen van de Chinese bevolkingsgroep (die overigens voor het overgrote deel uit eenvoudige arbeiders bestond) waren bijna zo groot als de Britse beleggingen.