Het meest kwetsbare lid van die elite was de man aan wie in het kabinet waarvan de vorming niet was doorgegaan, de functie van minister van economische zaken was toegedacht: Hatta. Hij had immers niet alleen vóór het uitbreken van de oorlog in de Pacific herhaaldelijk en duidelijk tegen het Japanse imperialisme gewaarschuwd maar hij had ook na dat uitbreken, toen hij nog op Banda in ballingschap leefde, een artikel geschreven waarin hij gesteld had dat Japan de oorlog was begonnen met 'een roversdaad'
, vervolgens uiteen had gezet dat een Japanse overwinning voor de Indonesiërs 'knechtschap'
en 'slavernij'
zou betekenen, en geëindigd was met te schrijven: