Het gaat, menen wij, niet te ver om aan het voorafgaande de conclusie te verbinden dat zich in de eerste maanden die op de capitulatie van Kalidjati volgden (maanden waarin het de schijn had dat Japan in de Nanjo een onaantastbare positie had opgebouwd), onder de Indonesische
Commissie-VismanHarta, M.Imamoera, HitosjiIndonesisch narionalisrneMoelia, T. S. G.Nakajama, josjiroPringgodigdo, Abdoel KarimSoedjonoSoekardjo WirjopranotoBEZET INDIË, EERSTE JAARelite op Java een vrij algemene bereidheid aftekende om met Japan samen te werken. Twee figuren waren er slechts die zich van die samenwerking met de bezetter verre hielden: de oude nationalistische voorman en arts Tjipto Mangoenkoesoemo, aan wie in '40 door het gouvernement verlof was verleend om uit zijn dertienjarige ballingschap, tot '39 op Banda, nadien in Makassar op Celebes, naar Java terug te keren (hij kwam er aan als een vroeg verouderde en zieke man'), en Sjahrir die eind '3r, toen Hatta nog in Rotterdam studeerde, volgens diens denkbeelden de PNI Baroe had opgericht. Tjipto, aldus na de oorlog Sjahrir,?