Het was in de Nederlandse tijd maar zelden voorgekomen dat een regent door het gouvernement was afgezet, maar de Japanners gingen daar veelvuldig toe over. Uit de gegevens welke Heather A. Sutherland verzamelde voor haar in '73 gepubliceerde studie over de bestuursaristocratie op java"
, blijkt dat er van 67 regentschappen (de 12 in de Vorstenlanden zijn niet meegeteld) maar 18 waren die van het begin tot het einde der bezetting dezelfde regent hadden - in 49 regentschappen werd de regent vervangen, in 15 van die 49 twee, in 3 drie keer. De helft van de nieuwe regenten had tevoren de functie van patih uitgeoefend, tot de anderen behoorden zestien regenten die uit andere regentschappen waren overgeplaatst, kwamen anderen uit de lagere rangen van het inheemse bestuursapparaat of uit de kringen van inheemse burgemeesters maar er waren onder hen, voorzover bekend (niet van allen zijn de gegevens beschikbaar), drie volledige buitenstaanders: een arts, een vroegere inspecteur van het ziekenhuiswezen en een onderwijzer.' De Japanners braken dus in vèrgaande mate met de regels welke het Nederlandse gouvernement steeds had gevolgd.