Dan waren er op Java de over het algemeen streng-Islamietische Arabieren, een kleine minderheid, die wellicht een dertigduizend zielen telde, en, niet te vergeten, de Chinezen, een veel grotere groep, die ruim vierhonderdduizend Indische en tweehonderdduizend 'recente'
Chinezen omvatte en van wie vooral de Indische Chinezen, die een apart soort Maleis spraken, een belangrijke rol speelden in het economisch leven;
'AAA-actie'
Ainoe's
Arabieren
Chinezen (in Nederlands-Indië)
Islam (in Nederlands-Indië)
Madjilisoel Islamil a'laa Indonesia (Miai)
Maeda, Tadasji
Mohammadijah-beweging
Mijosji
Nahdat'al Oelama
Propaganda, Japanse
'EEN VAN BOVEN AF OPGELEGDE UNIFICATIE'zij bezaten enkele eigen, in hun Maleis uitkomende dagbladen (er verschenen er ook in het Chinees) en hadden een eigen schoolwezen kunnen opbouwen (dat hadden ook de Arabieren gedaan) - bij veel Chinezen, hoezeer zij zich ook als Nederlandse onderdanen beschouwden, was sprake van een zekere verbondenheid met Nationalistisch China en van een daarmee corresponderende anti-Japanse gezindheid.' Vermelding verdient nog dat binnen die Indisch-Chinese alsook binnen de Arabische minderheid in de jaren '
30 kleine groeperingen waren ontstaan die een volledig opgaan in een Indonesisch Indië nastreefden: resp. de Partij van Indonesische Chinezen, de Partai Tionghoa Indonesia, oftewel de PTT, en het Verbond van Indonesische Arabieren, de Persatoean Arab Indonesia, oftewel de PAL