De daling van de oogst en de Japanse vorderingen brachten al in '42 en '
43 een tekort aan beras teweeg. Dat bleek uit het stijgen van de prijzen opde zwarte markt. In '38 had een kilo doorsnee beras op de passars ca. 3 '12 cent gekost - beras van de beste kwaliteit was duurder geweest: in Batavia in '39 10 cent per kilo. De Japanners werden aanvankelijk geconfronteerd met prijsstijgingen die uit de aanvoermoeilijkheden voortvloeiden (op de passars in Batavia steeg de prijs van een kilo beras, zoals al in hoofdstu~ 3 vermeld, tot 24 cent per kilo), maar die gingen zij tegen, hetgeen ook samenhing met de door hen ingevoerde algemene verlaging van de lonen. Op Oost-Java (gegevens over Middenen West-Java hebben wij niet) werd de maximumprijs in april '42 bepaald op 3,6 cent per kilo. Die prijs betekende dat de landbouwers voor hun padi nog veel minder kregen - beseffend nu dat die lage padi-prijzen bij de landbouwers de neiging zouden versterken om geen padi af te leveren aan de opkopers van de VereAiging van Groothandelaren in rijst, kwam het Japanse Kantoor voor de Voedselvoorziening begin '43 tot het inzicht dat de aankoopprijs van padi moest worden verhoogd: hij werd eind maart '43
Cultuurondernemingen
Departementen (Nederlands-Indië)
Kantoor voor de Voedselvoorziening (lava)
Lonen en prijzen (in Indonesië)
Rijstcultuur
Vereniging van Groothandelaren in Rijst (java)
Voedselvoorziening (java)
Zwarte handel/markt (Ned.vlndië)
voor heel Java vastgesteld op (afhankelijk van de kwaliteit) 3 V. tot 3,6 cent per kilo.