Konden die zieken op het werk niet verder, dan was het de eerste impuls van spoorwegtroepen en bewakers om hen als saboteurs te beschouwen: militairen van de laagste rang die weigerden, 'de keizerlijke weg te volgen'
! Hielpen dan schelden en ranselpartijen niet, dan kregen de betrokkenen hoogstens verlof om, tot hun groep naar het kamp terugstrompelde, te blijven liggen: in de modder, gegeseld door slagregens, of op de keiharde grond in wolken stof. In menig kamp was het regel dat zieken geen rantsoenen kregen - de Japanse kampcommandanten kregen herhaaldelijk van hun superieuren te horen dat het er in het geheel niet toe deed of zieken stierven.