Van de bijna twee-en-zestigduizend krijgsgevangenen aan de Birmaspoorweg zijn tijdens of kort na de aanleg ruim elfduizend overleden, onder hen ca. een-en-dertighonderd van de ca. achttienduizend Nederlanders en Indische Nederlanders. Hun verliezen: ruim één op de zes, zijn lager geweest dan die van de Amerikanen, Australiërs en Britten. Procentueel hebben de laatste groepen krijgsgevangenen die naar de Birma-spoorweg werden gezonden, de zwaarste offers gebracht. Het betrof hier bijna drie-en-dertighonderd krijgsgevangenen, onder hen ca. vijfhonderd Nederlanders en Indische Nederlanders, die begin mei '43, toen de Japanners vreesden dat het werk niet op tijd zou zijn voltooid,
Birma-spoorwegKRIJGSGEVANGENENuit Singapore naar Thailand werden getransporteerd: tot deze groepen behoorden velen van de Britten en Australiërs in het Changi-kamp die daar in '42 voor het werk aan de spoorweg waren afgekeurd; bovendien moesten de groepen, ingezet bij de Drie Pagoden-pas, de verste marsen maken. Uit deze groepen is ruim één op de drie Britten en ruim één op de vier Australiërs overleden, daarentegen slechts één op de zestien Nederlanders en Indische Nederlanders.