Er was nog een tweede spoorweg die in het Nanjo-gebied in grote haast moest worden aangelegd: de Pakanbaroe-spoorweg, die op MiddenSumatra (zie kaart XV op pag. 635) Pakanbaroe, dat aan de voor kleine vrachtschepen bevaarbare Siak ligt, moest verbinden met Moeara, het beginpunt van de spoorlijn naar Padang. Het was een traject van ca. 220
Hovinga, H.
Indo-China, Frans
Kanchanaburi
Neumann, H.
Pakanbaroe-spoorweg
Siak
Tavoi
Witsen, E. van
km lengte. Over ca. twee-derde van de afstand liep het van Pakanbaroe zuidwaarts, gedeeltelijk door een moerassig gebied waar veel malaria voorkwam, om daarna westwaarts af te buigen en, het dal van een rivier volgend, het Sumatraanse bergland in te gaan. De aanleg van de spoorweg (voor enkelspoor) was al in de Nederlandse tijd overwogen en de Staatsspoorwegen hadden er in '20 een gedetailleerd plan voor opgesteld. Het was toen niet tot de aanleg gekomen omdat de lijn financieel niet rendabel werd geacht. Van dat in '20 opgestelde plan konden de Japanners gebruik maken, zij het dat zij in het bergland, waar het Nederlandse plan voorzien had in de aanleg van drie tunnels, een ander tracé volgden.