Per maand zouden de krijgsgevangenen voorts een vastgesteld aantal brieven en briefkaarten mogen verzenden die aan censuur onderworpen zouden zijn. Zij zouden zelf brieven, briefkaarten, postpakketten, geld en boeken mogen ontvangen, maar de mogendheid die hen gevangen hield, had het recht, die zendingen te controleren. Wat de hiërarchische verhoudingen betrof: van de zijde van de mogendheid die de krijgsgevangenen vasthield, zou elk kamp gecommandeerd moeten worden door een officier, van de zijde van de krijgsgevangenen zou in kampen van officieren de oudste officier in de hoogste rang de officiële tussenpersoon zijn (de 'kampoudste'
), in de andere karnpen zouden de krijgsgevangenen vertrouwensmannen kunnen aanwijzen. Krijgsgevangenen konden gestraft worden. Wreedheid alsmede collectieve straffen voor door enkelingen bedreven daden waren verboden, maar voor het overige waren krijgstuchtelijke of gerechtelijke straffen toegestaan, gerechtelijke bijvoorbeeld in die gevallen waarin een krijgsgevangene in krijgsgevangenschap een misdaad begaan had. Een poging tot ontvluchting gold niet als een misdaad - zij mocht wèl gestraft worden, bijvoorbeeld met een periode van arrest tot een maximum van dertig dagen (een krijgstuchtelijke straf) of met onderwerping aan een regime van verscherpte bewaking; met betrekking tot ontvluchte krijgsgevangenen waren andere dan krijgstuchtelijke straffen verboden. Men ziet: de regels die elke mogendheid welke zich bij de Conventie aangesloten had, in acht diende te nemen (wij hebben hier slechts de belangrijkste weergegeven), waren strikt. Wat indien die mogendheid die regels overtrad? Ook daarvoor bevatte de Conventie de nodige bepalingen. Krijgsgevangenen hadden het recht, bij de kampcomman. danten hun beklag te doen; zij hadden ook het recht, zich te beklagen bij de vertegenwoordigers der Z.g. beschermende mogendheden. Die vertegenwoordigers waren bevoegd, zich naar alle oorden te begeven waar krijgsgevangenen geïnterneerd waren, en die krijgsgevangenen
Conventie van Genève
zouden zich daar persoonlijk met hen mogen onderhouden.