Er waren onder de Japanners, als onder ieder ander volk, sadisten - op het lot van de gevangenen had het evenwel een ongunstige uitwerking dat niet alleen die sadisten maar ook de meeste andere Japanners met wie zij te maken kregen, hen beschouwden als waardeloze mensen en dat wie er anders over dacht, zich conformeerde aan de algemene normen" uit vrees voor zwak te worden aangezien. Het gevolg was dat
Clercq, G. P. C leMolukkenMori (kampcommandant op Haroekoe)Vonk, CorrieWitsen, E. vanDE JAPANSE KAMPSTAVENgevangenen voor het minste vergrijp (het weggooien van een peukje, het te hard of niet hard genoeg uiten van Japanse kreten, het te diep of niet diep genoeg buigen) zwaar gestraft werden, veelal met pijnigingen die ook bij de Kenpeitai in zwang waren: in het gezicht geslagen, afgeranseld met houten stokken, stukken bamboe, ijzeren staven, geweerkolven of riemen, getrapt en op de vloer gesmeten - urenlang moesten zij op de grond zitten met de handen boven het hoofd, of in de houding staan, of een zwaar voorwerp omhoog houden, of zitten met een stok tussen de knieën waarop de Japanners gingen staan. Eindeloos waren de variaties en combinaties van deze en dergelijke straffen - straffen die menigmaal gevolg waren van het feit dat men de Japanner met zijn vreemde taal niet goed had begrepen.' Speciaal de appèls konden een verschrikking zijn doordat, aldus Rob Nieuwenhuys",