In het eerste bezettingsjaar zijn in Indië nauwelijks krijgsgevangenen door natuurlijke oorzaken overleden - de meeste sterfgevallen hebben zich later voorgedaan, vooral in de gebieden waar krijgsgevangenen aan het werk werden gezet. Van de Nederlanders en Indische Nederlanders onder hen is, de slachtoffers van de scheepstransporten meegeteld, 19,4 % overleden, van de Britten bijna 25 %, van de Amerikanen 33 %, van de Australiërs 34 % men kan hieruit afleiden dat het voor de Britten, Amerikanen en Australiërs moeilijker is geweest dan voor de Nederlanders en de Indische Nederlanders om zich aan de moeilijkheden van het bestaan als krijgsgevangene aan te passen, en wij vermoeden dat het naar verhouding lage percentage der verliezen onder de Nederlanders en Indische Nederlanders vooral te danken is geweest aan het aanpassingsvermogen van die laatsten die zich in de tropen geheel thuis voelden.