Op Celebes en op Nederlands-Borneo" ressorteerden de interneringsoorden aanvankelijk onder de Japanse strijdkrachten, d.w.z. de marine, maar van begin '43 af onder het marinebestuur, de Minseiboe op Java en Sumatra daarentegen ressorteerden de mannenkampen aanvankelijk onder het bestuursapparaat van het leger en de vrouwenkampen onder het inheemse bestuur, maar van begin april '44 kwamen alle kampen rechtstreeks onder de Japanse legers te vallen, op Java het Zestiende, op Sumatra het Vijf-en-twintigste. In die eerste, 'civiele'
fase, werden de interneringsoorden, voorzover niet gevangenissen daartoe werden gebruikt, door de inheemse politie bewaakt, in die tweede, 'militaire'
fase door Japanse militairen of leden van de fel anti-Westerse, door de Japanners opgerichte inheemse militaire hulpkorpsen, op Sumatra ook wel door militairen van het Indian National Army. Ook ging in die tweede