Van Mook weigerde de hem aangeboden portefeuille; hij wenste, zei hij, Hoge Commissaris voor Nederlands-Indië te worden, een functie welke hij desnoods kon combineren met die van minister van koloniën of minister zonder portefeuille. 'Hoge Cornmissaris'
zou betekenen dat hij, zij het formeelonder het gezag van de regering, in een ver van Londen gelegen oord met een grote mate van zelfstandigheid alle Indische belangen zou gaan behartigen. 'De voorzitter'
, aldus de kabinetsnotuien van 29 april '42, 'acht de opvattingen van dr. van Mook niet zonder gevaar. In diens gedachten staat Indië alleen; voor Indië ging hij naar Australië en naar Amerika.'
Kerstens die ook al met van Maak gesproken had, viel Gerbrandy bij: 'Dr. van Maak', betoogde hij, 'construeert alles zó dat naast Nederland Indië staat: dit Indië heeft hem uitgezonden en wordt nu door hem vertegenwoordigd; als Hoge Commissaris zijn alle bevoegdheden der Indische regering in hem verenigd."