Dat laatste zinde Gerbrandy niet: zou van Maak niet, als hij de tekst ging 'bespreken'
, juist zijn denkbeelden aangaande de structuur van het koninkrijk en de structuur van Indiƫ naar voren brengen die in hun gedetailleerdheid afgewezen waren? Nog diezelfde dag (22 oktober) schreef hij van Maak dat, zo al het 'voorlopig standpunt'
, neergelegd in de radiotoespraak, 'tot op zekere hoogte geconcretiseerd'
moest worden, de personen die dat zouden doen, met zorg uitgekozen moesten worden; 'tevens ware te voorkomen'
, schreef de minister-president, 'dat dergelijke toelichtingen een te officieel karakter dragen of worden teruggevoerd tot raadslieden van de Kroon."