In '42 werkte Quéré, gelijk vermeld, geheellos van de toen nog maar uit twee afdelingen bestaande Nejis - het hoofd van de Nefis evenwel, Salm, en het hoofd van zijn afdeling Intelligence, Spoor, konden slechts constateren dat Quéré's dienst geen enkele informatie doorgaf. Er kwam ook kritiek op Quéré van de zijde van de in Cairns bijeengebrachte aspirant-geheime agenten en van kapitein van der Veen die in november '42 naar Cairns was gezonden om er poolshoogte te nemen. Tot die aspirant-geheime agenten behoorde een Engelandvaarder, K. G. P. Michielsen. Hij was het die overleg pleegde met de luitenant-ter-zee derde klasse W. M. van der Veur (die inmiddels samen met van Arcken, de man die eind september één etmaal op Java aan land was geweest, en de luitenant-ter-zee derde klasse A. M. den Boer aan Quéré's staf in Melbourne was toegevoegd) - het gevolg was dat zij beiden, Miehielsen en van der Veur dus, besloten een brief te richten tot de koningin, waarin zou worden voorgesteld dat zij Of Michielsen, met wie zij na zijn ontsnapping uit Nederland al gesproken had, Of van der Veur naar Londen zou ontbieden. Die brief welke zij, zonder voorkennis van hun militaire superieuren, aan van Hoogstraten meegaven en die door deze in Londen aan van Maak werd overhandigd, heeft, voorzover bekend, de koningin niet bereikt", maar de inhoud verdient aandacht.bundel 1941-42). 2 Wij hebben het stuk aangetroffen in het archief van het departement van koloniën (ARA, MK, M 185) waar van Mook het op 22 decemberAllied Intelligence Bureau (AlB), 11cArcken, G. C. M. van, 11cChapman Walker, P. F. J., 11cEgerton Mort, G .• 11cHoogsrraren, J. E. vanMichielsen, K. G. P., 11cMook, H. J. vanSpoor, S. H.Veur, W. M. van der, 11cKRITIEK OP QUÉRÉ