I H. Daalder in 1940-1945: Onverwerkt verleden? (1985), p. 29.
Daalder, H.
Katholieke Werkgemeenschap (in de Pattij van de Arbeid)
Kerken in Nederland
Publieke moraal (in Nederland)
'Verzuiling' en 'ontzuiling' in Nederland
waren toen reeds tekenen zichtbaar dat de invloed van de kerken, neemt men ze als één geheel, afnam. Het aantal priesterwijdingen begon al in de eerste naoorlogse jaren sterk terug te lopen, in Amsterdam ging in '46 al bijna 40 % van alle katholieken niet meer regelmatig ter kerke en de cijfers voor de andere grote steden in het westen des lands werden een jaar later even verontrustend geacht. Veranderde de publieke moraal? 'Na 1945'
, aldus in '84 de historicus H. van Galen Last, 'had de jeugd de strijd'
(een strijd voor vernieuwing en tegen verstarring) 'verloren, maar uit litteratuur en kunst kon blijken dat het verzet niet was gebroken.'
I Inderdaad, niet zonder aanvankelijk grote, ja furieuze weerstand te ontmoeten begonnen jonge schrijvers als W. F. Hermans en G. K. van het Reve de heersende publieke moraal te ontmaskeren. Hun werk en dat van een nieuwe generatie op spontaniteit gerichte dichters en van de kunstenaars van de Cobra-groep" behelsden de aankondiging van nieuwe normen op alle gebieden van de kunst, ja van het leven. Het waren, als zo vaak, jonge kunstenaars wier werken, vogels gelijk, het nieuwe land aankondigden dat nog onder de kim lag. Achter elk geldend gezag zou een vraagteken worden geplaatst - Nederland werd ongehoorzaam.