Het zou ons te ver voeren, die heftige strijd hier in bijzonderheden weer te geven - wij willen volstaan met te vermelden dat de 'positiefJoodse'
leden tweemaal (van februari '47 en van maart '
48 af) maandenlang weigerden, aan het werk van de (toen uitgebreide) OPK-commissie deel te nemen, dat uiteindelijk van de ruim tweeduizend wezen bijna vierhonderd aan niet-Joodse pleegouders werden toegewezen, dat het touwtrekken om deze groep kinderen aan menigeen hunner nog grotere psychische schade toebracht dan de onderduik-periode en dat in '49 (de OPK-commissie werd toen opgeheven) tot ergernis van zeer velen bleek dat twee Joodse meisjes, Rebecca Meljado en Anneke Beekman, die wees waren geworden en omtrent wie de commissie geadviseerd en de kantonrechter bepaald had dat zij in een uitgesproken Joods milieu moesten worden opgenomen, door hun katholieke verzorgsters ondergebracht waren op een plaats die zij geheim wensten te houden. In '53 werd bekend dat beide meisjes naar een klooster in Belgiƫ waren gevoerd - Rebecca Meljado werd er toen ontdekt, maar Anneke Beekman, op het laatste moment uit het klooster weggewerkt, kwam pas in '61 weer te voorschijn.