Als geschonden groep beschouwen wij ook de kinderen, wier ouders na de bevrijding werden opgesloten. Werd alleen de vader gearresteerd, dan kon de moeder voor die kinderen blijven zorgen maar in talrijke gevallen werd ook de moeder opgepakt. Twintigduizend kinderen moesten worden opgevangen: zij werden in tehuizen geplaatst of in pleeggezinnen opgenomen. De behandeling was er vaak kil, op het vijandige af. Werd de familieband hersteld, dan kwamen er nieuwe moeilijkheden. In totaal waren er in de gezinnen die 'fout' waren geweest, misschien wel tweehonderdduizend kinderen - velen werden op de scholen die zij bezochten (als zij weer toegelaten werden'), regelmatig getreiterd. Werd in de betrokken gezinnen openhartig over het verleden gesproken en konden de ouders toegeven dat hun eigen 'foute' houding de oorzaak was van het leed dat de kinderen was en werd aangedaan, dan kon tussen ouders en kinderen een nieuwe vertrouwelijkheid ontstaan die weer respect voor de ouders toeliet - in heel veel van die gezinnen evenwel werd over het verleden krampachtig gezwegen en werd dat verzwijgen door de kinderen die, hun ouders afwijzend, grote moeite hadden met de ontwikkeling van hun eigen identiteit, voortgezet. Velen van die kinderen ondergingen ook later kwetsende ervaringen: was ontdekt datstandigheden in die gezinnen droegen daartoe bij: het was vaak bittere noodzaak dat de kinderen zo spoedig mogelijkArrestanes en interneringen van 'foute perso- nen'Oorlogs- en vervolgingsslachtoffers, Neder- landseRijke, Rinnes (ps. van Piet van Weelden)Weelden, P. van (ps. Rinnes Rijke)ANNO 1985hun ouders 'fout' waren geweest, dan werden zij veelvuldig uit verenigingen geweerd en bij sollicitaties achtergesteld of dan werden verlovingen verbroken en kwam het tot moeilijkheden in het huwelijk. Steun uit de samenleving kreeg deze geschonden groep niet - integendeel, het was die samenleving die, naarmate de bezettingsperiode meer aandacht kreeg, nieuw zout strooide in oude wonden. 'Niet de schuld, wel de straf gaf een van die kinderen uit een 'fout' gezin aan zijn in '82 verschenen herinneringen' als titel mee - zo was het: schuldig waren die kinderen niet geweest, gestraft waren zij wèl. 'Kinderen van 'goede' Nederlanders, die nog steeds lijden onder de gevolgen van de oorlog, kunnen', aldus in datzelfde jaar een tweede lid van deze groep, 'denken: het is de prijs voor de bevrijding. Maar wij lijden voor de kwade zaak. Iets troostelozers kun je je niet voorstellen." En een derde zei dat de 4 mei-herdenkingen op de scholen die hij had bezocht, 'doodgaan op z'n ergst' waren geweest.'