Op 18 januari '46 lichtte minister van der Leeuw het getroffen compromis in een radiotoespraak toe. 'Voor iemand die, zoals ik', zei hij, 'weinig van compromissen houdt en wiens idealen op dit gebied ... heel ergens anders liggen dan in het oude radiobestel, is het ... geen aangename taak om deze regeling ... te verdedigen', maar hij had nog hoop: het compromis kon een 'stap in de richting van een waarlijk Nederlandse omroep [zijn], waarin de nationale verbondenheid ... zo sterk mogelijk zal spreken.' '
Ook zei hij nog dat hij op het compromis twee dingen tegen had: het vetorecht van de omroepverenigingen en de geringe zendtijd die de kerken hadden gekregen. Vreemde figuur! Een minister die publiekelijk een regeling afkeurde die onder zijn verantwoordelijkheid getroffen was! Maar even bont maakte het Schermerhorn die in een