Het probleem was, hoe men, trouw zo al niet aan de letter dan toch aan de geest van de Grondwet, een oplossing kon vinden die enerzijds aanknoopte bij de vooroorlogse Staten-Generaal en anderzijds de mogelijkheid openliet tot de vorming van een tijdelijk parlement dat door zijn wijze van samenstelling enige genoegdoening zou geven aan allen die een 'nieuw begin'
wilden maken. Wat Drees de beste oplossing leek (hij had haar op 17 mei ook aan de koningin kenbaar gemaakt), werd door Schermerhorn aanvaard. Die oplossing hield in, ten eerste, dat de regering de vier-en-vijftig leden van de Nationale Adviescommissie zou benoemen (achttien die door de GAC, zes-en-dertig die door het Vaderlands Comité zouden worden voorgesteld), ten tweede, dat die Nationale Adviescommissie dubbeltallen zou opmaken voor open plaatsen in de 'oude'
Staten-Generaal (sommige leden hadden bedankt, andere waren overleden, nog andere moesten weggezuiverd worden), ten derde, dat die 'oude'
Staten-Generaal, na gezuiverd te zijn (gezuiverd door een commissie van vijf: Beelaerts en de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer, van de GAC en van de Nationale Adviescommissie), als Tijdelijke Staten-Generaal bijeen zouden komen, louter ter behandeling van het voorstelom een noodparlement in te stellen, en, ten vierde, dat, als dat voorstel was goedgekeurd, dat noodparlement, de Voorlopige StatenGeneraal, tot de eerstvolgende algemene verkiezingen over alle bevoegdheden zou beschikken die in de Grondwet aan de Staten-Generaal waren toegekend. Dat dat noodparlement in hoofdzaak zou bestaan uit leden van de vooroorlogse Staten-Generaal, was duidelijk - vooral de linkse groepen in de illegaliteit zouden zich afgescheept voelen: zij vormden binnen de GAC slechts een minderheid, die GAC zou een minderheid van de leden der Nationale Adviescommissie voordragen en die commissie op haar beurt slechts kunnen zorgen voor het opvullen van de lege plaatsen in het parlement. Maar zo wilden Drees en Schermerhorn het. 10
Beelaerts van Blokland, F.
Grote Adviescommissie der Illegalireit (GAC)
Nationale (Centrale) Adviescommissie
Staten-Generaal
Staten-Generaal, Tijdelijke, 11c
Vaderlands Comité
President de Gaulle had in Frankrijk grote moeilijkheden gehad met de illegaliteit - 'wij'
, zei nog geen vijf jaar later Schermerhorn aan de Enquêtecommissie, '(zijn) bewust uitgegaan ... van de taak, te trachten in Nederland de illegaliteit als georganiseerde verschijningsvorm buiten het politieke leven te houden.' I Natuurlijk werd dat doorzien en de teleurstelling in de groepen die tot de linker-sectie van de illegaliteit hadden behoord, was groot.