Wij menen dat de Nederlandse autoriteiten zich in het geschonden en geplunderde land ten behoeve van de ontheemden in materieel opzicht grote moeite hebben getroost - het is een kleine volksverhuizing geweest die door het Militair Gezag snel werd geïmproviseerd met gebruikmaking van de weinige middelen die ter beschikking stonden. Van de psychologische opvang evenwel deugde niet veel. Er werd onvoldoende beseft wat het voor de ontheemden betekende dat zij zich weer op Nederlandse bodem bevonden. Dat gold vooral voor de terugkerende politieke gevangenen en gedeporteerde Joden ('Ik had de eerste koe die ik zag, wel willen omhelzen', schreef een overlevende van Auschwitz, Sebil Minco, in '41 als lid van de Geuzengroep veroordeeld 1). Allen hadden zich vastgeklampt aan het denkbeeld, eens weer in Nederland terug te zijn - nu wás het zo ver maar dat betekende dat men, vaak na uren wachten (zulks vooral bij de grensposten waar de toestroom van ontheemden veel groter was dan verwacht), een controle moest ondergaan die meer gekenmerkt werd door ambtelijke punctualiteit dan door hartelijkheid. Niet in alle maar toch wel in vele van deze politieke gevangenen en gedeporteerden brandde de behoefte om, zodra zij met landgenoten in contact kwamen, iets te vertellen van de peilloze verschrikkingen die zij hadden moeten doorstaan - zij rekenden op belangstelling, op begrip, op medeleven, en zij kwamen tegenover overwerkte12JodenMinco, S.Oorlogs- en vervolgingsslachtoffers, Neder- landseRepatriëringDE 'VERNIEUWING' MISLUKTfunctionarissen te staan die zich de tijd niet gunden om daarvan te getuigen. Als zij al belangstelling en begrip hadden en medeleven voelden! Dat was vaak niet het geval en bij diegenen bij wie dat anders lag, verdwenen die belangstelling, dat begrip en dat medeleven in de routine van het dagelijks te verrichten werk. Van warmte was maar zelden iets te bespeuren.