Ten derde was er het harde feit dat aanvankelijk van het normale overheidsapparaat geen leiding kón uitgaan. Het gehele binnenlandse bestuur moest gezuiverd worden - in alle gemeenten benoorden de rivieren moesten de 'oude' burgemeesters en wethouders hersteld of moesten nieuwe benoemd worden en voor de bestuurders van de provincies benoorden de rivieren gold hetzelfde. Ook de departementen van algemeen bestuur moesten gezuiverd worden - ze waren bovendien als gevolg van de moedwillige decentralisatie waarmee de bezetter eind '42 een begin had gemaakt, lelijk verstrooid geraakt: het grootste deel van Handel, Nijverheid en Scheepvaart en van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening zat in Amersfoort, Binnenlandse Zaken, Justitie, en Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen zaten in of bij Apeldoorn, Financiën zat in Deventer, Koloniën in Zutphen, Defensie (d.w.z. het Afwikkelingsbureau) in Velp, Waterstaat in Utrecht, Sociale Zaken in Amsterdam - het duurde geruime tijd voordat de desbetreffende ambtenaren, voorzover niet 'gestaakt' of 'geschorst', weer in Den Haag aan het werk waren (Drees had de verschillende afdelingen van Sociale Zaken pas in november '45 weer in één gebouwaldaar bijeen). Zeker, van de meeste departementen waren in mei-juni '45 in Den Haag al weer kernen aanwezig' waarover de ministers en de secretarissen-generaal kondenment, ir. van Schaik, begon zijn werkzaamheden in een kamer van Buitenlandse Zaken die hij met zijn secretaris-generaal moestAmbtenarenAmersfoortAmsterdamApeldoornBurgemeesters, wethoudersCombined Chieft Of StoffDepartementenDrees, W.Kruis. H. J .Schaik, Th. S. G. J. M., 11cShaefUtrecht, stadZuivering na de oorlogZutphenDE 'VERNIEUWING' MISLUKTbeschikken' maar dit deel van het overheidsapparaat functioneerde de eerste maanden uitgesproken gebrekkig, zulks al doordat de vervoermiddelen ontbraken.