De Nederlandse Hervormde Kerk stelde zich genuanceerder op. Niet zonder moeite! Een in november '45 gevormde synodale commissie legde midden december aan de Generale Synode een concept-synodale boodschap voor, bestemd voor minister Logemann (hij had om een uitspraak gevraagd met het oog op de te houden Rijksconferentie) en voor alle hervormden. In dat concept werd gesteld dat de kerk krachtens haar aard en opdracht 'niet anders kan doen dan haar stem verheffen voor een algehele liquidatie der koloniale verhouding."
Vooral Kraemer, lid van de commissie (hij zou spoedig tot de Partij van de Arbeid toetreden), had op die formulering aangedrongen maar een van de andere leden, ds. A. A. van Ruler (lid van de ARP) legde aan de Generale Synode een nota voor waarin hij betoogde dat het meerderheidsstandpunt geenszins steun vond in de Bijbel. Kraemer en van Ruler kregen de opdracht tot onderling overleg en deden na een dag weten dat zij zich beiden konden beroepen op uitspraken in de Bijbel. Aan hen werd toen een derde lid, ds. J. G. Woelderink (evenals van Ruler lid van de ARP) toegevoegd - gedrieën werden zij het eens over een synodale boodschap die in maart '46 aan alle hervormde gemeenten werd doorgegeven.' '
Aan de ene zijde menen wij', zo stond daar o.m. in,