De Raad van N ederlands- Indië en de Volksraad werden niet opnieuw samengesteld en de Raad van departementshoofden concentreerde zich op wat men 'de interne vraagstukken' zou kunnen noemen. Die waren niet gering in aantal en vaak van grote betekenis maar de 'externe', d.w.z. de relaties met de Republiek en het daarmee samenhangende punt van de opbouw van deel- en sub-deelstaten, waren veel belangrijker. Natuurlijk mag men die tegenstelling niet verabsoluteren - een feit was het dat er ten aanzien van 'de externe politiek' geen enkel Indisch college kwam dat formeel een adviserende taak kreeg. Van Mook schakelde wèl adviseurs in: de directeur van zijn kabinet (eerst Idenburg en, toen deze de nieuwe functie van directeur-generaal Algemene Zaken kreeg, Koets"), van der Plas, Abdoelkadir, de Villeneuve, mr. KL.]. Enthoven (tevoren directeur van het departement van justitie), zijn adviseur Buitenlandse Zaken (eerst W. F. L. graaf van Bylandt, vervolgens Boon, en toen het Haagse departement in april '47 een Directie Verre Oosten oprichtte, het hoofd van die directie, T. Elink Schuurman), het hoofd en de hoofdambtenaren van de Algemene Secretarie, ook wel anderen, onder wie soms bezoekers uit Nederland die enige tijd in Indië vertoefden - één noemden wij al: de Leidse hoogleraar Kraemer. Het was een losse groep, wisselend van samenstelling, maar diegenen die er toe behoorden, mochten aannemen dat de landvoogd speciaal op hun oordeel prijs stelde - figuren waren het die met hem gelijk-op dachten. De meeste deparrementsdirecteuren konden zich vinden in het einddoel dat hij zich had gesteld, maar vroegen zich af of hij het tempo niet forceerde. 'Dit is een gezelschap', noteerde Schermerhorn, toewerkend op het akkoord van Linggadjati,
Abdoelkadir WidjojoadmodjoBoon, H. N.Bylandr, W. F. L vanElink Schuurman, T.Enthoven. K. J. L.Gouvernement, Nederlands-Indische (na Ja- panse bezetting)Idenburg, P. J. A.Koets, P. J., IIIlKraemer, H.Plas, eh. O. van derProgressieve Groep van Nederlanders in Indo- nesiëRaad van DepartementshoofdenRaad van Nederlands-IndiëTijn, B. vanVilleneuve, C. H. V. deVAN MOOKS POSITIE'dat slechts met moeite de toekomstige politiek mee zal kunnen maken en gedeeltelijk helemaal niet ... Ik heb de indruk dat verschillende van deze mensen bekwame administrateurs zijn, maar dat zij niet het minste politieke inzicht hebben en dat is op dit ogenblik uiterst bedenkelijk."