Voor de invoer zowel als voor de uitvoer droeg, gelijk gezegd, de Nigieo zorg - zij was het die de ingevoerde goederen aan handelaren verkocht. Er werd over de organisatie veel geklaagd. Talrijke posten in haar apparaat waren bij gebrek aan andere krachten in handen van functionarissen van grote vooroorlogse importfirma's - zij hielden, werd gezegd, bij hun transacties in de eerste plaats het belang van de heropbouw dier firma's in het oog." Indonesiërs (en vele Nederlanders en Indische Nederlanders) namen er voorts aanstoot aan dat de ingevoerde goederen uiteindelijk bij Chinese kleinhandelaren terechtkwamen die er te hoge prijzen voor bedongen - 'men ziet hierin', aldus een uit oktober '47 daterend rapport van militaire zijde," 'een terugkeer tot het 'koloniale systeem'.' Ook werd er over geklaagd dat de Nigieo, wel verre van de handel door Indonesiërs te bevorderen, gebruik makend van haar monopolie-positie Indonesiërs uit de handel verdrong. Van Mook kreeg maar weinig greep op deze sector van het economische leven. Er was deskundigheid voor nodig - het gevolg was een vermenging van overheidsapparaat en Europees bedrijfsleven waarbij dat laatste in feite het eerste ging beheersen. Toen in een later stadium nieuwe samenwerkingsverbanden in het bedrijfsleven tot stand kwamen (het Centrale Rubber-, het Centrale Thee-, het Centrale Koffie-, het Centrale Cacao- en het Centrale Kina-fonds', voorts de Nederlands-Indische Scheepvaart-Oruirvoerheffingen te innen - de gelden werden gebruikt ter bevordering van de afzet en ter financieringBank, J. Th. M.BankaBelawanBillironCentrale Rubber-, Thee-, Koffie-, Cacao-, Kina-fondsenGouvernement, Nederlands-Indische (na Ja- panse bezetting)Handel (Indië)Nederlands-Indische Regerings Technische Impon-Organisatie (Nirtio)Nederlands-Indische Scheepvaart-Organisa- tieNederlands-Indische Vereniging van Impor- teurs en GroothandelarenNetherlands-Indies Government Import and Ex- port Organisation (Nigieo) (laterSoerabajaTarakanDE WORSTELING MET DE REPUBLIEK INDONESIËganisatie en de Nederlands-Indische Vereniging van Importeurs-Groothandelaren die de plaats van de Nigieo innam), bracht dat geen wijziging in de verhoudingen teweeg. Het gouvernement had vóór de Japanse bezetting een reële controle kunnen uitoefenen op het Europese bedrijfsleven maar na die bezetting was de situatie eerder deze dat het bedrijfsleven de sector van het gouvernementsapparaat die voor hem van belang was, zelf in handen had.