Zo zou het doorgaan. Niet zozeer in '46 en '
47, toen in de Amerikaanse politiek elementen van neutraliteit niet ontbraken, maar wèl in '48 en '
49 richtten president Truman en zijn Secretary of State hun beleid op een beëindiging van het conflict in Indië waarbij de Republiek in stand zou blijven, zulks, toen zich eenmaal de grote tegenstelling ging aftekenen tussen het niet-communistische en het communistische deel van de wereld, ook vanuit de verwachting dat de Republiek niet in communistisch vaarwater zou belanden. In China faalden in die jaren alle Amerikaanse pogingen om het bewind van Tsjiang Kai-Tsjek met succes het hoofd te doen bieden aan de zich gestadig uitbreidende invloed van de communistische partij en de communistische legers (Mao Tse- Toeng kon er op loktober '49 de Volksrepubliek China oprichten, die, nadat Tsjiang Kai-Tsjek naar Taiwan de wijk had moeten nemen, heel continentaal China bestreek) - die afbrokkeling nu van Tsjiang Kai-Tsjeks positie maakte het, gekoppeld aan de spanningen in Europa, voor de Verenigde Staten wenselijk om de gehele Indische archipelonder een authentieknationalistisch regime te zien dat goede betrekkingen met hen zou nastreven. Zeker, Nederland was in Europa in het kader van de verdeling van de Marshall-hulp en in dat van de Navo Amerika's medestander en bondgenoot, maar de Verenigde Staten waren heel veel minder van N ederland afhankelij k dan N ederland was van de Verenigde Staten. Daar kwam nog bij dat er de Amerikaanse regering veel aan gelegen was, de jonge organisatie van de Verenigde Naties tot een succes te maken - was er binnen die organisatie sprake van een anti-Nederlandse meerderheid, dan behoorde Amerika daartoe.