In '58 schreef ik het hoofdstuk over Nederland in de Tweede Wereldoorlog dat opgenomen zou worden in de Algemene Geschiedenis der Nederlanden. Het concept legde ik niet alleen aan het bestuur, de adviseurs en de wetenschappelijke staf van het instituut voor maar ook aan Presser en aan generaal-majoor b. d. V. E. Nierstrasz en enkele andere deskundigen van de Krijgsgeschiedkundige Afdeling van de Generale Staf. Van allen ontving ik nuttige opmerkingen en dat leidde er toe dat ik in mijn eerste kwartaalverslag over 1958 het volgende opmerkte: