DE TITEL VAN DEEL 14 (p. XI, r. 5. v.o.). Zal luiden: Reacties, niet: Kritiek.
UITBREIDING EUROPESE GEMEENSCHAP (p. 7, r. 16-17). Griekenland is in '81 (niet '82) en Spanje en Portugal zijn in '86 (niet '85) lid van de EG geworden. * AANTAL ARBEIDSONGESCHIKTEN IN '85 (p.20, laatste r., en p.2I, r. 1-2). Voor 'ca. tweehonderdvijftigduizend' leze men: ca. zevenhenderdvijftigduizend.
DE BEPERKTE WERKING VAN DE WET OP DE BEDRIJFSORGANISATI E (p.26, laatste alinea). Wij hebben die werking te beperkt aangegeven. Het Landbouwschap, het bedrijfsschap voor de landbouw, is een van de
BEGIN TELEVISIE (p. 36, r. 9 V.O.). De eerste uitzendingen uit Hilversum vonden in ' 5 I plaats - in '
56 waren er nog geen 100000 geregistreerde toestellen.
PA UL DE GRO OT EN DE CPN (p.40, r. 7-8). Hij is niet, zoals wij schreven, 'geroyeerd'
, maar hem is in '78 het erelidmaatschap ontnomen.
FUSIE NVV EN NKV (p. 40, r. 10 V.O.). Vond plaats in '76, niet in '75.
DE ZAAK-AANTJES (p. 49, r. 10). Vond plaats in '78, niet in '77.
DE BRUGGEN BIJ ARNHEM (p. 99, noot 4). De vooroorlogse bruggen waren vernield maar er lag bij Arnhem een noodbrug.
REPATRIËRING VAN DE 'GENERAALSGROEP'
(p. 116, tweede alinea). De groep is door de Amerikanen, niet door de Russen bevrijd.
TEKSTCORRECTIE (p. r r S, r.z V.O.). Voor 'Buchenwald'
leze men: Dachau.
DE REPATRIËRING VAN DE LAATSTE GEVANGENEN UIT DACHAU (p. II9, r.20). Voor 'beginjuni'
leze men: eind mei.
TEKSTCORRECTIE (p. 184, noot I, r. 4 v.o.).Men leze: Ook de Schoolraad voor de scholen met de Bijbel hervatte spoedig enz.
OPRICHTING V AN DE PERHIMPOENAN INDONESIA (p. 201, r. 2 V.O.). Vond niet plaats 'in de jaren '
20' maar in 1908. * KONINGIN WILHELMINA EN HET BELEID VAN HET KABINETBEEL JEGENS DE REPUBLIEK INDONESIË (p.248, laatste, en P.249,'het kolonialisme'
'dood'
noemde en aandrong op 'een nieuw begin'
. Op dit tekstgedeelte is door dr. P. J. Drooglever in een artikel in NRC-Handelsblad d.d. 6 mei 1988 alleszins juiste kritiek uitgeoefend - een kritiek welke gevolg is geweest van het feit dat wij dit tekstgedeelte, voorkomend aan het slot van hoofdstuk 2, in tegenstelling tot hoofdstuk 7 niet in concept aan hem hadden voorgelegd. De betrokken toespraak is, anders dan wij schreven, begin februari '48 (niet '47) gehouden en de koningin sprak ook van de wenselijkheid om 'terroristen'
en 'de machten van anarchie en wanorde'
met kracht te bestrijden. 'Dit was'
, 'aldus Drooglever, 'aan de vooravond van de plechtige ondertekening van de 'Renville' -overeenkomst, niet bepaald gesproken in de geest van de peetvaders van dit akkoord'. Zijn conclusie was, 'dat Wilhelmina'
s persoonlijke denkbeelden over de Indonesische kwestie zich, om het voorzichtig uit te drukken, rechts van het centrum bevonden.'
MR. J. H. F. BLOEMERS (p. 339, I. II V.O.).Als eerste voorletter is abusievelijk een S vermeld.
MR. J. W. M. DES TOMBE (p.537,r.IOV.o.).Devoorletterszijnabusievelijk aangegeven als: J. M. W.
MR. J. ZAAIJERS ONTSLAG TIJDENS DE BEZETTING (p.538, r.c), Hij vroeg in mei '42, niet mei '43, ontslag.
HET HAAGS BIJZONDER GERECHTSHOF (p. 555, r. 17). De Rotterdamse Kamer hield wel eens zitting in Dordrecht maar daar was geen aparte Kamer gevestigd.
TEKSTCORRECTIE (p. 621, I. 3). Voor 'vier'
leze men: drie.
~AARTCORRECTIE (p.728, kaart II). Tangerang bewesten Batavia is te ver westelijk getekend. De plaats werd in de tweede helft van '46 door Nederlandse troepen bezet.
DE ONAFHANKELIJKHEID VAN INDIA, PAKISTAN EN CEYLON (p. 717, r. 4 V.O.- p. 718, r. 3). India en Pakistan werden in '47 Britse Dominions (Ceylon werd dat in '48). India noemde zich onafhankelijk in' 50, Pakistan in '56, Ceylon in '78.'PEMOEDA'
-GROEPEN IN EN NA DE 'BERSIAP'
-PERIODE (p.746-48). Er zijn op Midden- en Oost-Java ook groepen geweest die niet tot gewelddadigheden tegen Nederlanders en Indische Nederlanders zijn overgegaan. Onze mededeling: 'Er kwam geen geëvacueerde in de Nederlandse enclaves aan die niet te berichten had van diep-schokkende ervaringen van hem of haar zelf of van bekenden'
(p.748, r. 6-8), is dan ook te algemeen gesteld.
DS. A. A. V AN RULER (p. 783, r. 9 v.o.). Was geen lid van de ARP maar bleef actief in de geest van Lingbeeks Hervormd-Gereformeerde Staatspartij. * HET AFTREDEN VAN KOLONEL DR. J. M. SOMER ALS DIRECTEUR VAN DE 'NEFIS'
(CENTRALE MILITAIRE INLICHTINGENDIENST) (p. 830, noot 4). Wij schreven dat kolonel Somer geheime rapporten had toegezonden aan leden van de parlementaire en buitenparlementaire oppositie in Nederland (en dat hij 'daarmee tegen de lamp gelopen'
was). Inderdaad, dat werd vermoed maar dat vermoeden werd bij een ingesteld onderzoek niet bevestigd. Wel was de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, Beel, in toenemende mate bezwaar gaan koesteren tegen zijn beleid; "hem werd kwalijk genomen dat hij, zonder zijn superieuren er in te kennen, in maart '49 een z.g. signalement van de revolutionaire leider Tan Malaka die zich van Soekarno had losgemaakt (en, zonder dat de Ne.fis dat wist, kort tevoren door troepen die Soekarno trouw waren gebleven, was doodgeschoten), had toegezonden aan de militaire attachés van de buitenlandse consulaten. In april had Beel hem voorts mpeten verzoeken, 'zich van interpretaties die het beleid zouden kunnen doorkruisen, te onthouden' (telegram, II april 1949, van Beel aan Den Haag, ARA, Alg. Secretarie, 3822). Inderdaad, Somer had, zodra was komen vast te staan dat Nederland een akkoord met Soekarno en de zijnen zou gaan nastreven, de grootst mogelijke bezwaren tegen dat beleid. Eind mei' 49 noemde hij in een brief aan de parlementaire redacteur van Het Parool de Republikeinse voormannen 'misdadigers die straks in Den Haag met de Nederlandse politici gezamenlijk aan de ronde tafel zullen zitten.'
(brief, 30 mei 1949, van J. M. Somer aan N. Cramer, RvO). Twee maanden later vroeg hij ontslag in een brief aan de Legercommandant waarin hij sprak van de 'willekeur van een aantal Republikeinse machthebbers die binnen afzienbare tijd Indonesië en de bevolking van dat land aan de rand van
GECORRIGEERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 856).Foto 74 beeldt niet de landing bij Tjilatjap uit maar een landing van mariniers op een onbekende plaats.
HET AFWIJZEN VAN DE JAPANSE GRATIEVERZOEKEN (p.898, r.9-5 V.O.). Wij noemden als derde factor 'de overtuiging van de luitenantgouverneur-generaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon dat gratiëring eenvoudig onverdragelijk zou zijn voor de volksgroepen die tijdens de Japanse bezetting zo bitter hadden geleden.'
De enige nog levende van deze autoriteiten, A. H. J. Lovink, heeft in een na het gereedkomen van de tekst door ons met hem gevoerde briefwisseling het gestelde niet ontkend maar evenmin bevestigd. Wat wij schreven draagt dus het karakter van een, naar ons oordeel alleszins redelijke, veronderstelling.
BANTAM EN DE TWEEDE POLITIONELE ACTIE (p. 970, r. ro). Deze actie heeft zich wel degelijk ook tot Bantam uitgestrekt; alle grote plaatsen werden er bezet. Op p. 968 dient op kaart VI Bantam dus rose gekleurd te worden.
DE HOUTMAN EN KEYZER (p. lO08, noot I). Zijn ten onrechte 'Houtman en de Keyzer'
genoemd.
TEKSTCORRECTIE (p. lO09, r.I2). Voor 'nog geen vier maanden'
leze men: nog geen zestien maanden.
GECORRIGEERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. lOI6). Op foto 99 staat Soeharto afgebeeld - hij was luitenant-kolonel, niet kolonel. * HET IN HET BOEK VAN s. A. LAPRÉ 'HET ANDJING-NICA-BATALJON (KNIL) IN NEDERLANDS-INDIË 1945-195°' BESCHREVEN INCIDENT (P.I032, noot 4). Lapré gaf geen 'voorbeeld'
van een exces maar citeerde slechts een verslag van een tot de Koninklijke Landmacht behorende oorlogsvrijwilliger. Blijkens dat verslag zijn door Knil-militairen geen krijgsgevangenen doodgeschoten maar hebben militairen van een gemengde Knil/KL-eenheid een actie uitgevoerd tegen de kampong waar zich de beschreven Indonesische wandaden hadden'een aantal daders te grazen'
genomen, 'waaronder hun leider.'