Ik hoop dat uit het voorafgaande gedeelte ('Verantwoording'
) blijkt dat ik mijn opdracht zo zorgvuldig mogelijk heb uitgevoerd - desniettemin heb ik van meet af aan geweten dat mijn werk onvolkomenheden zou bevatten: ten eerste was het mensenwerk en dus feilbaar, ten tweede is er altijd heel veel meer gebeurd dan uit de bewaardgebleven documentatie blijkt, en ten derde heb ik van die documentatie slechts een deel kunnen bestuderen. Er is door medewerkers van Oorlogsdocumentatie en door mijzelf met in totaal enkele duizenden tijdgenoten gesproken maar er zijn er uiteraard heel veel meer met wie niet gesproken is. Uit de bewaardgebleven archieven heb ik, zoals uiteengezet, een keuze moeten doen. De beschikbare litteratuur, betrekking hebbend op een bepaald deel, heb ik kunnen bestuderen voordat ik dat deel ging schrijven, maar was het af, dan had ik, aan volgende delen bezig, over het algemeen geen tijd om mij te verdiepen in de litteratuur die nadien uitkwam. Ik wees daar al op maar het heeft zin, een enkel cijfer te geven. Welnu, van I970 af zijn in ons land per jaar gemiddeld ca. 200 oorspronkelijke studies verschenen, vele kort, andere uitgebreid, die op de door mij beschreven materie betrekking hebben - een klein deel (en dan vooral die werken welke over Nederlands-Indië en over de naoorlogse periode handelen) heb ik gelezen, een groot deel niet. Ik twijfel er niet aan of er bevinden zich in de duizenden na I970 verschenen maar door mij niet gelezen studies gegevens die mij, las ik die studies alsnog, aanleiding zouden geven mijn teksten op bepaalde punten te herzien - dat laat ik nu na. Ging ik wèl tot die herziening over, dan zou dat enkele jaren werk betekenen - werk bovendien dat onvermijdelijk een onvolledig karakter zou dragen, want er zouden na die enkele jaren weer nieuwe studies gepubliceerd worden. Geschiedschrijving is nooit 'af.
Hoe zijn dan de wijzigingen die nu volgen, tot stand gekomen?
Zij zijn voor een klein deel gevolg geweest van het feit dat ik zelf bepaalde onjuistheden constateerde, voor een veel groter deel van de
Dit overzicht volgt thans.
Ik maak er de volgende opmerkingen bij:
I. Correctie-fouten hebben alleen dan tot aangegeven wijzigingen geleid, wanneer zij zinstorend waren.
2. Onjuistheden in de (in oorlogstijd frequent verhoogde) rangen van militairen hebben alleen bij militairen van de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht en het Koninklijk Nederlands-Indische Leger tot wij zigingen geleid.
3. Ik heb de wijzigingen aldus aangegeven dat eerst het onderwerp wordt vermeld waarop zij betrekking hebben.
4. De wijzigingen zijn gegroepeerd per deel en binnen elk deel naar de pagina-volgorde.
5. Soms heb ik wijzigingen aangebracht in mijn beoordeling van personen of in de vermelding van gegevens die tot die beoordeling konden bijdragen - het leek mij wenselijk om de lezer speciaal op die wijzigingen attent te maken; zij zijn vóór het onderwerp aangegeven met het teken *.
6. Een beperkt aantal wijzigingen draagt het karakter van een aanvulling van de tekst. Belangrijke aanvullingen zijn eveneens met het teken * aangegeven.
7. De mogelijkheid bestaat dat deel 14 een opgave zal bevatten van aanvullende wijzigingen (met name in deel 12: Epiloog) waartoe ik na het afsluiten van de kopij voor dit deel zou willen overgaan.J.
BEGIN RADIO (p.20, r. 17 e.v.).De PIT opende in 1904 in Scheveningen een voor het publiek bestemd radiostation; dat werd meer en meer van belang voor de koopvaardijvloot. De marine kreeg eigen radioverbindingen.
NEDERLANDSE HERVORMDE KERK (p.25, r.4 V.O.). De aanduiding 'Nederduitse Hervormde Kerk'
is onjuist (idem P.78, r. 3 v.o. en P.360, r.6).
TWEEDE ARBEIDERS INTERNATIONALE (p.34, r.I7). Is opgericht in 1891.
'MARXISTEN'
IN DE SDAP (p.36, r.20 e.v.). Onder leiding van D. J. Wijnkoop, W. van Ravesteyn en J. c. Ceton (die uit de SDAP geroyeerd waren) hadden de 'Marxisten'
met hun weekblad De Tribune een groep van ca. vijfhonderd volgelingen in de Sociaal-Democratische Partij bijeengebracht.
KONING IN -MOEDER EMMA IN NO VEMBER 1918 (p. 5I, r. 25). Zij was toen zestig jaar.
EERSTE RADIO-UITZENDINGEN (p.82, r.6 e.v.). In 1910 was ir. H. H. Schotanus à Steringa Idzerda met de eerste uitzendingen begonnen. De eerste regelmatige vonden van december '20 af in Amsterdam plaats: de beurskoersen. De Vereniging voor de Effectenhandel droeg er ten behoeve van abonnees zorg voor met een zender waar het persbureau Vaz Dias ruim een jaar later gebruik van ging maken voor het uitzenden van nieuwsberichten, ook al alleen voor abonnees.
RADIOBESTEL (p. 82, r. 27 e.v.).De vrijheid waar de omroepverenigingen over beschikten, droeg een beperkt karakter. Voor beide zenders, Hilversum en Huizen, gold dat alle programma's onder de preventieve en repressieve censuur stonden van de Radio-Omroep-Controle-Commissie. De programma's moesten tevoren aan die commissie voorgelegd worden, elke te spreken tekst moest tevoren ingezonden worden. Daarbij hield de commissie de regel aan dat politieke uitzendingen die een duidelijk polemisch karakter hadden, uit de aether geweerd dienden te worden.'31 en '
p.
HET NAS (P.99, noot 2). Was syndicalistisch, niet anarchistisch (P.I07, r.27)·
BELASTIN G DR UK 1920-2 I (p. 1°3, eerste alinea). Tot '3 I moest behalve rijksinkomstenbelasting ook gemeente-inkomstenbelasting worden betaald.
OPRICHTING COMMUNISTISCHE PARTIJ (p. ro8, laatste alinea). Juiste datum: 17 november '18.
HITLERS VEROORDELING IN 1924 (p. 157, tweede alinea). Van de vijf jaar tuchthuisstraf was vier-en-een-half jaar voorwaardelijk opgelegd - Hitler kwam in oktober '24 weer vrij.
'DE ZEVEN PROVINCIËN'
(p. 175-76). De passage over de betrokkenheid van de Komintern vervalt. Er staat een betere tekst in deel I I a, P·373·
DE OVERVAL OP CURAÇAO (p. 192, laatste alinea). Deze vond plaats op het gouvernementscentrum, het Fort Amsterdam.
DEP LAN - EC 0 NOM IE IN DE SOW J ETU N IE (p.224, laatste alinea). Begon in '28.
DE LATERAANSE VERDRAGEN (1929) EN HET HUWELIJKSRECHT (P.243, r. 20 e.v.). Dat 'alle Italiaanse huwelijken voortaan kerkelijk gesloten (moesten) worden', is niet juist: wie dat wilde, kon het bij een burgerlijk huwelijk laten. Een kerkelijk huwelijk had evenwel dezelfde rechtskracht en de paus verbood de katholieken een burgerlijk huwelijk te sluiten. Niet alleen de kerk kende de echtscheiding niet maar deze kwam ook in het uit 1865 daterende Italiaanse Burgerlijk Wetboek niet voor.
BERTUS ZUURBIER (p.248, r.x). Zuurbier nam aan de raadsvergaderingen deel en voerde een aantal malen het woord - de pers nam er volgens onderlinge afspraak niets van over. Hij werd niet herkozen.'Wichmann'
, aldus een ooggetuige, 'voerde de hele nacht geen klap uit en deed niets dan warhoofdig kletsen en drinken.'
(J. H. van den Hoek Ostende: 'Zuurbier in de raad'
, Amstelodamum, 1963, p. 1-6).
MA]OOR C. ]. A. KRUYT (P.274, r. 5). Was majoor b. d. van de Koninklijke Landmacht.
HET BELGISCH VERDRAG (p. 281, r. 17 V.O.).Werd in november '26 door de Tweede Kamer goedgekeurd en in maart '
27 door de Eerste verworpen.
MR. A. j , VAN VESSEM (p. 282, r. 12). Was in Rotterdam geboren en geen vluchteling uit België.
DE NSB BI] DE VERKIEZINGEN VAN 1935 IN ZEELAND (P.302, r.I9 e.v.). In Zeeland deed de NSB verscheidene partijen kiezers verliezen, daaronder ook Kerstens Staatkundig Gereformeerde Partij. * MR. A. D. VAN BUUR EN (p. 337, r. 8 V.o. e.v.). Bij Musserts bezoek aan Italië hielp hem, op verzoek van de Italiaanse gezant in Den Haag, mr. A. D. van Buuren, goed kenner van Italië en het Italiaans. Er is ten onrechte van hem vermeld dat hij lid was van de NSB.
KARL BARTH (p. 360, r. 12). Was een Zwitserse theoloog die enkelejaren in Duitsland had gedoceerd maar zich in '35 in Bazel had gevestigd. * DR. H. W. VAN DER VAART SMIT (p. 361, r. 18 e.v.). Werd in september '36 geheim lid van de NSB. Hij kreeg in dat jaar op eigen verzoek eervolontslag als predikant bij de gemeente die hij zeven jaar had gediend; 'gestoorde onderlinge verhoudingen'
waren daar debet aan. Overigens werden juist in '36 Nazileer en NSB door de gereformeerden veroordeeld, principieel en algemeen, d.w.z. door de kerkelijke gemeenschap. * DS. C. VAN DER VOORT VAN ZIJP (P.36I, r.z V.O.).Zijn naam moet geschrapt worden - hij was geen medestander van Mussert. * COMITÉ VAN WAAKZAAMHEID (p. 368, r. Ia V.o. e.v.). Op de oprichting daarvan had de schrijver E. du Perron al in '34 aangedrongen. Hij en Menno ter Braak behoorden tot de initiatiefnemers.'communistische mantelorganisatie'
noemde. * H. W. DETERDING (P.394, eerste alinea). Het citaat uit Meyer Schwencke's artikel waarin antisemietische uitspraken werden weergegeven welke Deterding zou hebben gedaan, dient te vervallen. Overigens blijkt uit niets dat de situatie waarin de Joodse bevolkingsgroep in Duitsland kwam te verkeren, enige afbreuk deed aan de positieve gevoelens welke Deterding ten aanzien van Duitsland was gaan koesteren.
DE KRIEGSMARINE IN SEPTEMBER' 39 (P.463, laatste alinea). Telde o.m. 22 torpedobootjagers en 56 U-Boote.
OPPAKKEN JOODSE VLUCHTELINGEN IN DECEMBER' 38 (p.542, laatste alinea). De juiste datum is 19 december.
ZAKGELD VOOR JOODSE VLUCHTELINGEN (p. 543, r. 13).Was 40 cent per week, niet per dag.
VORMING VIERDE KABINET-COLIJN (p.659, r. 9). Noch de liberalen, noch de vrijzinnig-democraten waren bereid, de passage over het 'positief-christelijke'
karakter van het te voeren beleid te aanvaarden. Het gevolg was dat in Colijns vierde kabinet drie in plaats van vijf partijen vertegenwoordigd waren.
HET VIJFDE KABINET-COLIjN (p.667, r.7). Het telde zes, niet zeven nieuwelingen.
G. W. SANNES (p.690, r.I5 v.o.). Is ten onrechte als H. W. J. Sannes aangeduid.
GERBRANDY'S TOETREDEN TOT HET KABINET-DE GEER (p.697, slot eerste alinea). Hierbij speelde ook een rol dat zijn verhouding met het bestuur van de Vrije Universiteit, dat kort tevoren o.m. had geëist dat hij al zijn nevenfuncties zou neerleggen, grondig was verstoord.
W. NAUDIN TEN CATE (p.727). Was lid van de CHU, met liberale
KONINGIN WILHELMINA EN DE KABINETSFORMATIE IN 1901 (P.32, r. 3 V.O.). De bedoelde generaal was niet W. Cool maar A. Kool, chef van de generale staf.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.56, foto 17). Moet luiden: 'Duitse soldaten op weg naar Polen '
om Joden een pak slaag te geven'.' Een wel heel domme vertaalfout! Maar ik had dan ook bij mijn gymnasiaal eindexamen een onvoldoende voor Duits. * EMILE LALIEU (p.76, r. II-IO v.o.). De zin 'Tijdens de bezetting bleef hij allerlei werkzaamheden voor de Abu/ehr verrichten' vervalt. * JACKIE HOOPER EN DE ABWEHR (p.84, r. 1-5). De mededeling omtrent Hoopers contact met de Abwehr vervalt.
DR. J. H. VAN ROljEN (p.98, r.8 V.O.). Zijn naam is in de delen 2,3,4, 5,7 en 9 abusievelijk aangegeven als: van Royen.
KOSTEN VER B LIJF SCHEPEN IN HA VENS (p. 169, r. 10).f 1000 of f 2000 per dag waren de totale kosten, niet alleen het liggeld.
G. J. H. SEELEN (P.233, r. 17). Was in die tijd inspecteur van politie te Maastricht.
GENERAAL CARSTENS (p.236, r. 15 V.O.). Was sous-chefvan de generale staf, niet chef van de landmachtstaf.
DISPUUT OVER DE PEEL-RAAM-STELLING (P.255, kaart VIII). Verzuimd is, het door Belgisch Limburg lopende deel van de Zuid- Willemsvaart aan te geven. Generaal Winkelman wenste dat de Belgen achter de westelijke oever troepen zouden opstellen. * GEHEIM CONTACT MET DE BRITSE MARINE (p.267-68). Toegevoegd moet worden dat op Brits verzoek tussen 4 en 9 mei '40 ook de nodige gegevens over de ligging van de Nederlandse mijnenvelden aan de Admiralty zijn verstrekt.'een hoogst interessante Nederlandse bron'
moet beschouwd worden als een produkt van's mans fantasie.
DE DUITSE AANVAL OP DE GREBBELINIE (p.338, r.8 V.O.). De twee Duitse divisies en de twee regimenten waren numeriek niet zwakker dan de vier Nederlandse divisies.
DE DUITSE VERKENNING VAN DE GREBBELINIE (p.341, tweede alinea). Deze werd niet door Generalmajor F. Ziekwolf uitgevoerd maar door Oberst H. von Zitsewitz, chef-staf van het Armee-Oberkommando 18. De stafbespreking bij von Bock vond niet op 30 maar op 20 maart plaats.
DE WAFFEN-SS-EENHEDEN BIJ DE AANVAL OP NEDERLAND (p.358, r. 5-9). Deze zin vervalt.
DE DUITSE SCHATTING VAN DE STERKTE VAN HET NEDERLANDSE VELDLEGER (p. 358, noot I). Ten onrechte is vermeld dat de schatting betrekking had op de Nederlandse Landmacht.
VERBETERDE FOTO-ONDERSCHRIFTEN (na P.360). Foto 78 is een opleidingsvliegtuig van de Marineluchtvaartdienst, foto 79 een gevechtsvliegtuig. Het onderschrift van foto 85 moet luiden: Een patrouillevaartuig bij Den Helder, en dat van foto 91: Een mitrailleurkoepel die nog met beton en aarde omgeven moet worden.
HET IOC M - V EL D GES c a U T (p. 368, r. 18 e.v.). Dit geschut is ten onrechte als 'niet werkelijk up-ta-date' aangeduid; wat ontbrak waren moderne houwitsers.
DE TEGEN NEDERLAND INGEZETTE BOMMENWERPERS VAN DE LUFTWAFFE (p.378, r.II). Hetjuiste aantal is 260.
DE 'WILLEM VAN DER ZAAN'
(p.380, r.4 V.O.). Was in '39 gereedgekomen, niet in '38.
VERDEDIGING GREBBEBERG (p.396, r. II-I2). Niet het Grebbefront had een breedte van 4 km maar de voorpostenlijn voor de Grebbeberg.
ONTRUIMING OOST-NEDERLAND (p.420, r. 14-13 V.O.). De provincie Groningen moet worden toegevoegd.
DR. MICHAEL GRAF SOLTIKOW (p.46S, r. IS-II V.O.). Zijn betrokkenheid bij het uitwissen van de sporen van wat Oster had gedaan, staat niet vast.
DE DUITSE OVERVAL OP DE MARECHAUSSEE-KAZERNE TE VLODROP IN DE NACHT VAN 7 OP 8 MEI' 40 (P.48o-84). De twee personen die de brug bij Roosteren wilden verkennen, gingen op maandag 6, niet op dinsdag 7 mei op pad. Dit waren de Nederlander J. F. Orta (niet Ortha) en de Sudetenduitser O. Heller. Beiden werden aangehouden en naar de marechaussee-kazerne te Vlodrop overgebracht. Orta beweerde onderweg te zijn naar zijn moeder in Susteren en werd vrijgelaten, Heller in arrest gehouden. Het was Orta die de Abwehr-officieren in het kamp Arsbeek waarschuwde en de in de nacht van 7 op 8 mei ondernomen overval op de kazerne te Vlodrop diende er toe om Heller, niet Orta, te bevrijden. Deze laatste werd vervolgens in Susteren gearresteerd en naar Roermond overgebracht; daar werd hij op 10 mei door de Duitsers bevrijd.
HET SONDERVERBAND HOCKE (P.487, r. S e.v.). Ook de fietsers van dit Sonderverband kwamen niet verder dan Borgharen.
DUITSE GEVECHTSRAPPORTEN (p·S, r.ç). Wij schreven dat er geen bewaard zijn gebleven - dat moet zijn: enkele.
DE VERDEDIGING VAN HET VLIEGVELD VALKENBURG (p.IO,
DE VERDEDIGING VAN HET VLIEGVELD YPENBURG (p. 13, r. 13 V.O.) Het betrokken bataljon telde niet ca.duizend maar ca.zevenhonderd man en er waren niet acht maar zes lichte pantserwagens. (p. 16, r.20) Na de eerste Duitse aanvallen vluchtte niet een groot deel maar een deel van de Nederlandse troepen en (p. 16, r. 30 e.v.) toen de eerste Duitse transporttoestellen landden, waren van de negen zware mitrailleurs nog zeven bemand en van de elflichte zes en waren de pantserwagens nog aanwezig.
VERBETERDE KAART (p. IS, kaart III). De zwarte pijl richting zuid-oost vervalt.
DE VERDEDIGING VAN HET VLIEGVELD OCKENBURG (p. 18, r. 5 e.v.). De verdedigers (nauwelijks geoefende troepen die hier en daar toch stevig van zich afgebeten hadden) werden geleidelijk van het vliegveld weggedrukt; vooral bij hun terugtocht leden zij zware verliezen: op elke vier man sneuvelde er één.
DE VERDEDIGING VAN HET VLIEGVELD WAALHAVEN (P.24, r.I9). Er waren niet omstreeks duizend maar omstreeks zeshonderd verdedigers.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.32). Foto 9 beeldt op de achtergrond niet de 'Statendam'
af maar de 'Veendam'
.
DE KOMST VAN GENERAAL WINKELMAN OP HET ALGEMEEN HOOFDKWARTIER IN DE VROEGE OCHTEND VAN laMEL (p. 59, r. 12). Wij schreven dat de generaal 'vermoedelijk omstreeks kwart voor vijf op zijn post was - hij was er in werkelijkheid omstreeks vier uur.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.72). Foto 22 is niet in Heerlen gemaakt maar in Vaals.
DE VERDEDIGI NG V AN DE MAASLINIE (p.75, r. 13). De zeven Nederlandse bataljons waren samen minder dan één divisie.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p.80). Wat op foto 29 wordt afgebeeld, speelt zich niet op de Maas af maar op het Julianakanaal.
VERBETERDE KAART (p. 90, kaart XII). De twee bruggen over het MaasWaal-kanaal die in Neerbosch lagen, ontbreken. Beide werden vernield. Er is daar geen strijd geleverd.
DE REGIMENTEN HUZAREN OP DE VELUWE (P.94, r. 15 V.O.). Zij beschikten tezamen ook nog over achttien sterk verouderde pantserwagens.
VERBETERD E FOTO-ONDERSCHRIFTEN (na p. 96). Foto 43 toont de bij Zutphen (niet Westervoort) opgeblazen bruggen en foto 47 een tot ontsporing gebrachte locomotief op de spoorbrug over de Willemsvaart in de lijn Zwolle-Kampen.
VERBETERDE KAART (p. 97). '17 uur'
bij Wageningen moet zijn: '19 uur'
en aan de zz-zste Infanterie-Division was slechts één SS-Standarte toegevoegd.
HET SS-BATALJON OP WEG NAAR DE GREBBEBERG (p.98, r.6 V.O.). Van Arnhem oprukkend ondervond het bataljon (het is ten onrechte als 'regiment'
aangeduid) plaatselijk tegenstand.
DE DUITSERS BIJ DOESBURG (p. 99, r. 12). De eerste Duitsers kwamen om zeven uur des ochtends over de Ijssel maar de doorbraak werd pas in de middag geforceerd. Vervolgens werd de schipbrug hersteld. Derhalve moet vóór 'Zutphen'
(r. 14) het woord 'ook'
worden ingevoegd.
DE VERDEDIGING VAN DE NOORDELIJKE PROVINCIES (p. lOl, rro e.v.). De r ste Kavallerie-Division was met haar zes versterkte bataljons numeriek in de meerderheid.
KOMST VAN DE DUITSE VOORHOEDE IN LEEUWARDEN (p.I02, r.o v.o. e.v.). De voorhoede werd er begroet door twee politiefunctionarissen die zich spoedig als handlangers van de bezetter zouden ontpoppen.
DE IN LEEUWARDEN OP STRAAT GEZETTE DUITSE VLUCHTELINGEN UIT WESTERBORK (p, 106, r. 10 e.v.). Zij zijn nadien gehuisvest en verzorgd door de Joodse'en de zakken vol gouden ringen'
vervallen.
NEERSCHIETEN VAN EEN DUITS TRANSPORTTOESTEL BOVEN DEN HAAG OP Ia MEI EVEN NA HALF ZES DES OCHTENDS (pr r y, r.I6). Het vliegtuig werd door enkele van een dak afgevuurde karabijnsalvo's getroffen.
DE Z.G. VIJFDE COLONNE IN DEN HAAG (p. II7, r.z V.O.). Er was niet slechts één onopgehelderd geval maar er waren er enkele.
STERKTE VAN DE DUITSE LUCHTLANDINGSTROEPEN TUSSEN HAARLEM EN HOEK VAN HOLLAND (p. 130, r. 8 V.O.). Juiste cijfer: bijna negen-er:-dertighonderd man.
DE STRIJD BIJ VALKENBURG OP Ia MEI (p. 132, r. 14). De betrokken compagnie trok in goede orde naar Katwijk aan de Rijn terug, van waaruit het schieten op de Duitsers werd voortgezet.
DE DUITSE GROEP IN VALKENBURG (p. 180, r. Ia). De groep had geen radioverbinding met Graf von Sponeck. * DE 'FAHNDUNGSLISTE HOLLAND'
(p.I9I, r. I). De Rotterdamse publicist Loek Elfferich heeft het met diverse publikaties aannemelijk gemaakt dat deze lijst niet alleen betrekking had op personen die gearresteerd moesten worden maar ook op enkelen op wier medewerking de Einsatzgruppe Feldmann een beroep zou doen.
DE STRIJD IN DE VOORPOSTENLINIE VAN DE GREBBEBERG OP I I MEI (P.207, r. 8 V.O.). Sommige groepen Nederlandse militairen boden moedig verzet, enkele gaven zich spoedig over.
KAARTCORRECTIE (p.2I4). Op kaart XXIII moeten de namen Boxtel en Vught worden verwisseld.
DE FRANSE AANVAL OP HET DUITSE BRUGGEHOOFD BIJ MOERDIJK OP 12 MEI (p.2I7, r. IS V.O.). De tweede Franse poging werd op de rzde niet ondernomen maar slechts voorbereid.
HET GEVECHT BIJ DE WASSENAARSE SLAG (p.236, r. 5 v.o. e.v.).Hierbij was aan Nederlandse kant slechts een verzwakt bataljon betrokken. Het werd door ca. driehonderdvijftig Duitsers aangevallen.
KAARTCORR ECTIE (p.239). Op kaart XXVI staat ten onrechte aangegeven dat op de aanvallen op 12 mei van Delft uit in de richting van Overschie terugtochten volgden.
DE NEDERLANDSE ARTILLERIE BIJ DE STRIJD OM DE GREBBEBERG OP 12 MEI (P.253, r. 13 V.O.). Het betrokken gebied is wel degelijk door de divisie- en legerkorpsartillerie bestookt maar de uitwerking daarvan was veel geringer dan de avond tevoren.
EEN SERGEANT GEFUSILLEERD WEGENS DESERTIE (p.256, r.a). Deze fusillering werd aan de troepen die de Grebbelinie verdedigden, wèl bekend gemaakt.
DE REGERINGSPERSDIENST IN DE MEIDAGEN (p.286, r. II e.v.). Dat de ministers niets van deze dienst (die slechts vijf man telde) vernamen, was gevolg van het feit dat de dienst geheel door de binnen- en buitenlandse journalisten in beslag werd genomen.
HET KABINETSBERAAD OP 13 MEI (P·305, r. 13-14). Jhr. mr. H. F. L. K. van Vredenburch, sous-chef van de afdeling diplomatieke zaken van Buitenlandse Zaken, was hier niet bij aanwezig. Hij reed (p. 309, r. 13) ook niet in een der ministeriële auto's naar Hoek van Holland maar bereikte die plaats met een eigen auto. Van Kleffens had hem verzocht, zich naar Londen te begeven. * HET MINISTERIËLE BERAAD IN HOEK VAN HOLLAND OP DE MIDDAG VAN 13 MEI (p.309). Aan onze beschrijving voegen wij toe dat enkele ministers er enige tijd op hebben aangedrongen dat de regering zou capituleren. Tenslotte werd besloten dat de ministers zich via Enge9'elders'
in het in Hoek van Holland opgestelde en op p. 3 13 vermelde regeringscommuniqué.
VER BETERD FOTO- ON DERSCHRIFT (na p. 320). Foto 85 toont de brand in de Shell-installatie te Vlaardingen na het Britse bombardement van 20 mei 1940.
DE OPMARS NAAR OVERS CHIE 0 P 14 MEI (p. 329, r. 2 e.v.). Deze werd door meer troepen ingezet dan de tekst in de eerste druk doet vermoeden.
DE STRIJD BIJ RHENEN OP 14 MEI (p. 335, r. 13 V.O.). Niet 'heel wat'
maar slechts sommige militairen deserteerden.
DE TERUGTOCHT NAAR ELST OP 14 MEI (p.336, r. II-I4). De regimentscommandant voerde deze terugtocht in goede orde en nog vol strijdlust uit.
KAPITEIN TER MATEN (p.339, r. 13 V.O.). Is abusievelijk aangeduid als: Termoten.
DE WATERTOREN BIJ DE GREBBELINIE (p. 343, r. 12 V.O.). Deze lag niet ten westen maar ten oosten van de commandopost van kolonel van Loon. Bij die commandopost (p.343, r. 10 en r. 8) lag een villa die door de Nederlandse artillerie onder vuur werd genomen.
DE AFDELING ARTILLERIE DIE IN GOEDE ORDE VAN HET FRONT AAN DE GREBBE WESTWAARTS TROK (p. 344, r. IS V.O.). Deze afdeling stond onder commando van reserve-majoor J. H. Kramer.
ONJUISTE FOTO-ONDERSCHRIFTEN (na p. 344). Foto 86 is niet bij de Grebbeberg genomen. In het onderschrift bij foto 92 moet Achterberg vervangen worden door: Achterveld. Foto 95 toont de resten van een aangevallen Duitse transportcolonne.
DE DUITSE AANVAL BIJ OCHTEN OP 13 MEI (p.346, r. I V.O.). Deze aanval werd door ca. duizend Duitse militairen ondernomen.
13 MEI. DE BRITSE MILITAIRE MISSIE IN DEN HAAG (p.3S6, r.8). Deze missie stond onder leiding van Major-General Heywood. 9'87 betoogd dat de rode lichtkogels welke de Duitse generaal Schmidt op 14 mei '
40 om 13 uur 22 en om 13 uur 25 liet afvuren, niet de bedoeling hadden het bombardement van Rotterdam door de Luftwaffe af te gelasten maar alleen maar de plaats van Schmidts troepen duidelijk wilden maken. Elfferich heeft evenwel het Duitse document waarop hij zich heeft beroepen, verkeerd geïnterpreteerd en aangezien wij in eerste instantie (ietwat onvoorzichtig) aan zijn conclusie steun hebben verleend, stellen wij er prijs op, nu als ons oordeel te geven dat wij die conclusie niet aanvaarden.
HET GEBRUIK VAN BRANDBOMMEN BIJ HET BOMBARDEMENT VAN ROTTERDAM (p, 385, r. 7-8). In de tekst staat: 'brandbommen gebruikte de Luftwaffe nog niet'. Deze mededeling is vermoedelijk onjuist: er zijn aanwijzingen dat op Rotterdam wel degelijk ook brandbommen afgeworpen zijn.
HET UUR VAN UITZENDING VAN GENERAAL WINKELMANS PROCLAMATIE OVER DE CAPITULATIE EN VAN ZIJN RADIOTOESPRAAK TERZAKE (p.405, tweede alinea). Anders' dan wij schreven, is er een tijdsverschil geweest tussen de uitzending van de proclamatie en die van de toespraak. De radio-uitzending van de proclamatie begon om kwart over zeven 's avonds en Winkelman begon pas om kwart over tien te spreken (ook op P.446, derde alinea, staan deze tijdstippen verkeerd vermeld). * ONTSNAPPING VAN VLIEGTUIGEN OP DE AVOND VAN 14 MEI (p. 4II). Er zijn na de capitulatie twee kleine toestellen van Schiphol naar Engeland overgevlogen: een z.g.luchttaxi van de KLM, een Koolhoventoestel, en een in oktober '39 van een Nederlandse burger gevorderde De Havilland-Moth. Wie dit tweede toestelovergevlogen heeft, is niet. bekend - met het eerste ontsnapte een onderofficier van de Militaire Luchtvaart, Justus Heymans, die van Joodse afkomst was.
DE BEZETTING VAN SCHIERMONNIKOOG OP 16 MEI (p. 412, r. 7 e.v.). Het geciteerde Duitse rapport berust niet op fantasie; de bezetting vond overigens op 16 en niet op 18 mei plaats.
15 MEI. DE CAPITULATIE-OVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE MARINE (p.4I5, r.8-9). Anders dan wij schreven was deze overeen'gramschap'
was 'vergeten'
. Dat was niet juist. Heeris nam aan dat dat codewoord dat al anderhalve dag in gebruik was, aan de Duitsers bekend was geworden en meende bovendien dat zijn order door zijn inhoud ontwijfelbaar echt was.
DE MIJN E N LEGGER 'M ED U SA'
(p.424, laatste alinea en P.425, eerste alinea). Verzuimd is te vermelden dat ook dit schip naar Engeland ontkwam.
DE CODE-AMBTENAAR VAN BUITENLANDSE ZAKEN (P.432, r.2122). Deze is ten onrechte aangeduid als 'een ambtenaar van de codeafdeling'
: die afdeling bestond niet en er was maar één ambtenaar die dit werk deed.
DE BRITSE OFFICIER DIE OP I4 MEI MET EEN GEHEIME OPDRACHT IN IJMUIDEN AANKWAM (p.441, derde alinea). Het staat vast dat deze na een bezoek aan Amsterdam (wat hij daar verricht heeft, is niet bekend), 's avonds Ijmuiden weer heeft verlaten.
ZELFM 0 ORDEN NA DE CAPITULA TIE (p.451, derde alinea). Aan de drie vermelde gevallen waarin niet-Joden zelfmoord pleegden, moeten nog worden toegevoegd die van de Zaanse leraar en publicist Sipke Lootsma en van de Haagse officier van gezondheid, luitenant-kolonel W,. S. Göbel en zijn echtgenote.
MIJN EIGEN ONTSNAPPING UIT IJMUIDEN (p.452, r. I V.O.). Ik hoorde 's avonds om kwart over zeven in een hotelletje te Velsen niet Winkelmans radiotoespraak maar zijn proclamatie, voorgelezen door het ANP.
DE VLUCHTPOGING VAN ABRAHAM ASSCHER (P.455, r.2-3). De tekst moet luiden: nu constateerde hij wanhopig dat de kustvaarder waarop hij
DE SS-STANDARTE 'DEUTSCHLAND'
(p.472, r.z). Is ten onrechte in de tekst, op kaart XLI en op P.480, r. 12 'SS-Standarte 'Gross-Deutschland" genoemd.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.480). De opname van foto 140 is in Kapelle (Zuid-Beveland) gemaakt.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.480). De opname van foto 146 is gemaakt in 1941.
PRINS BERNHARDS TOCHT NAAR ZEELAND (p.486-87). De eerste die in Londen het denkbeeld opperde dat de prins zich naar Zeeland zou begeven, was jhr. van Vredenburch; hij vergezelde de prins ook op deze tocht. * DE DUITSE WEHRMACHT EN HET NEDERLANDSE LEGER (P.509, r. 12 V.O.). Anders dan wij in de eerste druk schreven, was de Duitse Wehrmacht voorzover tegen Nederland ingezet, kwantitatief enigszins superieur aan het Nederlandse leger. * HET AANTAL DESERTEURS (p. 510, r. 18). Wij schreven in de eerste druk over 'duizenden'
- beter is: 'velen'
.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.520). Foto 164 1S III Den Bosch genomen.
DE PRESIDENT-DIRECTEUR VAN HET ANP, H. H. J. VAN DE POL, IN DE MEIDAGEN VAN '40 (p.9,r.7-8).ZijnpogingomnaarEngeland te ontkomen vond in opdracht van de regering plaats.
DE PROVINCIALE EN NIJMEEGSE COURANT (p. 13, r. I2-I3). Ten onrechte aangeduid als: Nijmeegs Dagblad. * DE KRO OP 15 MEI '40 (P.I5, r.7-8). Er was van ontslag van het KRO-personeel geen sprake - wel kreeg dat personeel op die dag een maand salaris uitbetaald. * DE DOOR W. VOGT OP 21 MEI '40 GEGEVEN ONTSLAGEN (p.I6, r. 6). Niet alle Joodse medewerkers werden ontslagen maar alleen diegenen hunner die aan de uitzendingen plachten deel te nemen.
DANIËL WOLF (p.II9, r. 5-4 V.O.) Voor 'grootindustrieel'
leze men: groothandelaar.
MR. H. P. MARCHANT (p. 148, r. II-I3). Hij werd in '31, niet in '23, in Den Haag wethouder.
HET HOOGLERAARSCHAP VAN DR. G. A. VAN POELJE (p.148, r. 16). Zijn leeropdracht was bestuurswetenschap.
MR. D. G. W. SPITZEN (p. 153, r.z), Hij was wel een uitnemend pianist maar had geen conservatorium doorlopen. * DE AFKOMST VAN DR. H. M. HIRSCHFELD (p. 163, laatste alinea). Hij had een Joodse vader maar zijn moeder was niet-Joods. Hij was dus (p.I66, r. 7 en r. 2 v.o., en p. 167, r. 2) niet een Jood maar (volgens de Nazi-begrippen) een half-Jood - hij had twee, niet (p.I66, rro) drie Joodse grootouders. Ook p. 168, r. 5 moet gecorrigeerd worden. Tenslotte moet p.I68, r. I2-IO v.o. gecorrigeerd worden tot: Hirschfelds beide ouders waren nog in leven, hij woonde met zijn enige zuster samen.
DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN NOORD-HOLLAND, MR. DR. A. BARON RÖELL (p. 161, tweede alinea). Deze is niet begin '41 door Seyss-Inquart ontslagen maar in november
'Veel pleit er voor'.
DE BROCHURE-VERSIE VAN DE TOESPRAAK VAN MR. DR. J. IN 'T VELD OP 21 MEI 1940 (p.256, r.8-6 V.O.). Ds. F.J. Krop had als voorzitter van de Marnix-Stichting na de capitulatie een aantal patriottische brochures doen verschijnen. De nog aanwezige exemplaren waren na het verbod van de Rijkscommissaris om over nog levende leden van het Koninklijk Huis publikaties uit te geven vernietigd. In 't Velds toespraak is dus niet door de SD in beslag genomen.
LEDENTAL VAN HET NATIONAAL JONGEREN VERBOND (P.285, noot 5). Het verbond had in '40 ca. vijf-en-zeventighonderd leden.
TH. N. BA UTZ (P.287, r. 7 V.O.). Abusievelijk gaven wij de voorletters aan als: Th. M.
DE 'LOYALITEITSVERKLARING'
DER BEROEPSMILITAIREN (p.326, r. 14). De groep van de adelborsten die ook geweigerd had, werd, merkwaardig genoeg, over het hoofd gezien.
MAJOOR C. GIEBEL (p.326, r. 19). Is abusievelijk aangeduid als: G. Giebel.
DE PHOHI-ZENDER (p.340, r. 3). Was een korte-golf-, niet een ultrakorte-golfzender.
HELD RING & PIERSON (p.419, r. 14 v.o.). Abusievelijk aangeduid als: Pierson, Heldring & Pierson.
ARB EID ERSGEMEENSCHAP V AN WOODB ROOKERS (P.455, r. 7-8). Ten onrechte wordt hier het Religieus-Socialistisch Verbond genoemd. * J. B. BROEKSZ IN '41 EN VOLGENDE JAREN (P.479, noot I). Toegevoegd moet worden dat Broeksz na twee maanden ontslag nam als chef van de administratie van 'de Nederlandse Omroep'
.
'HET GEMENEBEST'
EN DE WOUDSCHOTEN-CONFERENTIES (P.507, tweede alinea). Het eerste nummer van Het Gemenebest kwam in oktober '38 uit en de belangrijkste Woudschoten-conferenties vonden plaats in januari en april '
39.
DE NCSV (p. 507, r. 18). De juiste volledige naam is: Nederlandse Christen-Studenten Vereniging (zelfde correctie: p. 755, r. 12 v.o.). * DR. JOHAN BROUWERS BROCHURE 'GEESTELIJKE VERWARRIN G'
(p. 509, tweede alinea). Deze passage dient te vervallen, aangezien zij geen fair beeld geeft van Brouwers opvattingen.
MR. G. E. VAN WALSUM EN 'DE NEDERLANDER'
(p.528,r.I4-I3 V.O.). Van Walsum was niet hoofdredacteur (dat was Q. A. de Ridder) maar lid van de commissie die namens de CHU toezicht op De Nederlander uitoefende.
'IN ONS ISOLEMENT LIGT ONZE KRACHT'
(p. 561, rz V.O.). Dit is een woord niet van Kuyper maar van Groen van Prinsterer.
PROF. DR. HUGO VISSCHER (p.570, r.7). Hij was een voorman van de tot de Nederlandse Hervormde Kerk behorende Gereformeerde Bond.
F. E. FARWERCK EN DE VRIJMETSELARIJ (p. 582, r. 3 e.v.) Farwerck was lid van een internationaal genootschap dat door een Franse Jood werd geleid maar niet tot de officiële Vrijmetselarij behoorde.
C. M. DOSKER, DIRECTEUR V AN 'DE NIEU WE KOERIER'
(p.6I3, r. 18). Deze werd in oktober '40 een van de '
Indische' gijzelaars. * PROF. DR. K. SCHILD ER (p.621, r. 2-1 V.O., en p. 622, eerste en tweede alinea). Deze alinea is als volgt gewijzigd: 'Aan dat verbod hield hij zich,'40 gekarakteriseerd had, liet hij achterwege.'
Op p. 622, r. IQ-II vervallen de woorden: 'Eigenlijk was hij een groot kind'
. Voetnoot I op deze pagina begint met de woorden 'Buiten het luchtledige van de beginselen enz.'
MR. J. HUI]TS (p.626). Is op de pagina's 626, 627, 628 (noten I en 2) en p.635 ten onrechte aangeduid als: mr. J. Huyts. * H UIJTS' AR TI KELEN IN DE ZOMER V AN 40 (p.626, r. 5-4 V.O.). Voor 'enkele artikelen in de geest van het '
nieuwe Europa" leze men: 'een of meer artikelen over Europese ruimtepolitiek'
. * DE BRIEF DIE HUI]TS EIND JULI' 40 AAN MR. M. ROOY SCHREEF (p.627, r. 16). Aan het citaat moet worden toegevoegd: 'Hij meende overigens dat het Nederlandse volk '
in staat [zou] zijn om onder nieuwe omstandigheden zijn volkskarakter nog eens te bevestigen." * DE OPINIE VAN DE BUITENWERELD OVER HUI]TS (p.628, r.3). Voor 'rancune'
leze men: zelfoverschatting.
H. M. C. HOLDERT (p.628, r.4-3 v.o.). Deze leerde het drukkersvak in Duitsland, niet in Nederland, en (p.630, r. I9) vestigde zich in '15, niet in de jaren '20, in Frankrijk. Hij overleed (p.632, r. 10) in Bussum, niet in Frankrijk.
'DE VRIJE WESTFRIES'
(p.640, r.6). Dit blad verscheen in Enkhuizen, niet in Hoorn. * DE KRO EN DE RUNDFUNKBETREUUNGSSTELLE (p.653, r.6 v.o. e.v.). De geciteerde brief is niet van de hand geweest van pater Dito en directeur Speet maar was een door mr. G. P. J. M. Bosman eind juni '40 opgesteld concept dat naar het oordeel van Dito en Speet te ver ging.
HET KADER V AN DE 0 PBOUW DIENST (p.670, r. 1 V.O.).Er is ten aanzien van de bedoelden geen sprake geweest van vrijwilligheid - zij werden als beroepsmilitairen bij de Opbouwdienst ingedeeld.
HET OPROLLEN VAN DE ORANJEGARDE, HERFST '41 (p.696, r.IO). Dit heeft aan ca. tien personen het leven gekost.
ACTIVITEIT VAN DE LEEUWENGARDE (p.697, r.2-3). Enkele van de bedoelde plannen zijn uitgevoerd.
J. A. A. MEKEL (P.703, r.I3). Zijn voorletters zijn abusievelijk aangegeven als: J. J. A.
DE DOOR SOE UITGEZONDEN ZEEMAN J. VAN DRIEL (p.706, r. IS). Inderdaad is zijn missie door de Special Operations Executive georganiseerd; hij werd (noot I, r. 7) in de nacht van 17 op 18 augustus '40 aan land gezet. Hij had een zender bij zich waarvan hij geen gebruik heeft gemaakt of heeft kunnen maken.
J. H. K. ALLERS (p.708, r. 10). Hij was oud-adjudant-onderofficier van GS III (zelfde correctie: p. 7II, r.7).
DE ARRESTATIE VAN LODO VAN HAMEL C.S. (p.7IO, r.6). Geschiedde door een gemeenteveldwachter en een wachtmeester van de rijksveldwacht (niet van de marechaussee).
MR. R. P. S' JACOB (p.717, r.S V.O.).De achternaam IS abusievelijk vermeld als: 's Jacob. * PERSONEN DIE DE ARIËRVERKLARING WEIGERDEN TE TEKENEN (P.764, r. I). Ook moeten nog vermeld worden mr. F. Ligtenberg, kantonrechter te Leiden, en prof. mr. J. G. Koopmans, hoogleraar te Rotterdam; op p. 763, r. 10 v.o.leze men voor 'Wijkerslooth'
: de Wijkerslooth.
MR. J. LE POOLE (P.763, r.8 V.O.).Ten onrechte zijn zijn voorletters als J. L. aangegeven.
PATER C. WESSELS S.J. (p.778, r.8 V.O.). Was niet de hoofdredacteur maar een medewerker van het maandblad Studiën.
CLEVERINGA'S PROTEST TEGEN HET AAN MElJERS VERLEENDE '
0 NTS LA G' (p.795, tweede alinea). Het gesprek tussen Cleveringa en Telders heeft plaatsgevonden tijdens een op vrijdag 22 november ten huize van Cleveringa gehouden vergadering van de juridische faculteit, waar goedgevonden werd dat Cleveringa namens die faculteit zou spreken. Cleveringa had zich daartoe na overleg met zijn vrouw bereid verklaard.
DE STRIJD IN OOST-AFRIKA (p.807, r.6-5 V.O.). Hierbij waren van Britse zijde Afrikaanse, Zuidafrikaanse en Brits-Indische strijdkrachten betrokken - de Australiërs en Nieuw-Zeelanders vochten in de Western Desert. * MR. G. E. VAN WALSUM EN DE NEDERLANDSE UNIE (p.Bjz, r.2I). Van Walsum en zijn groep zochten in september '40 niet aansluiting bij maar contact met de Nederlandse Unie.
RABBIJN L. H. SARLOUIS (p. 884, r. 13).Is ten onrechte als 'opperrabbijn'
aangeduid.
JAN JANSENS CONCEPT-OPROEP TOT DE FEBRUARISTAKING (p.914, r. II V.O.). Werd op de zondag, niet de zaterdag vóór de staking geschreven.
LEEN SCHIJVESCHUURDER (p.929, r. 12). Dit is de juiste naam, niet Schijvenschuurder (zelfde correctie: P.934, r. I I v.o.).
TEKSTVERBETERING (p.938, noot I). In plaats van 'gearresteerd'
leze men: gefusilleerd.
H ET FRAN S E MA N DAA TG EBI ED S Y R I Ë (p.8, r. 4 V.O.). Is ten onrechte een 'Franse kolonie'
genoemd.'HOOD'
(p.II, r.9-8 V.O.). Is ten onrechte een 'slagschip'
genoemd.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p.I6). Onder foto 2 moet 'Hollandse Schouw'
zijn: Haagse Schouw. * DE PERSCHEF VAN DE NEDERLANDSE UNIE, R. KRAUS (p.40, r. I v.o. en P.4I, r. 1-2). Hij werd na zijn arrestatie enkele weken in de Cellenbarakken te Scheveningen vastgehouden. * MR. G. E. VAN WALSUM EN DE NEDERLANDSE UNIE (p.49, noot 3). Voor: 'hij stond er in de herfst van '
40 met grote sympathie tegenover' leze men: hij gaf zich in de herfst van' 40 veel moeite om de tegenstelling tussen de Unie en de politieke partijen te overbruggen.
DR. G. HARMSEN (p.99, noot I). Abusievelijk aangeduid als: G. W. Harmsen (zelfde correctie: p. 819, noot I, r.4).
DE VOORNAMEN VAN MR. I. P. HOOYKAAS (p. II8, noot I). Deze had zijn eerste voornaam, Isaäc, niet bij het begin van de bezetting maar in februari '39 gewijzigd tot: Johannes.
MR. J. A. DE WILDE (p. 138, r.8 v.o. e.v.). Behoorde tot de grote groep der gearresteerde vooraanstaande anti-revolutionairen maar kreeg niet, zoals Colijn, een gedwongen verblijfplaats in een hotel aangewezen. De Wilde kreeg wèl (p. 139, r. 10 v.o.) na zijn vrijlating zulk een gedwongen verblijfplaats, nl. in een hotel in Vught.
VERBETERDE FOTO-ONDERSCHRIFTEN (na p. 152). Op foto 19 wordt een brug in Amsterdam, niet in Den Haag afgebeeld en de op foto 22 afgebeelde afdruk van een linoleumsnede is niet in de zomer van '41 maar in die van '
44 in circulatie gebracht.
HET PROTEST VAN EEN AANTAL SECRETARISSEN-GENERAAL TEGEN DE CONFISCATIE VAN HET VERMOGEN VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE (p. 160, noot I). Dit protest is verzonden. * BURGEMEESTERS DIE WEIGERDEN DE INSTRUCTIES OP TE VOLGEN TEN AANZIEN VAN HET VERWIJDEREN VAN DE NAMEN VAN LEVENDE LEDEN VAN HET ORANJEHUIS (p. 166, tweede alinea). Dit
DE GEDEPUTEERDE VAN GRONINGEN E. H. EBELS (P.255, r.4 V.O.). De eerste voorletter is abusievelijk aangegeven als: L. * AARTSBISSCHOP DE JONG EN 'DE TIJD'
(p. 306, r. 13-I4). Men leze: de aartsbisschop was van opinie dat met een voor de bezetter aanvaardbare figuur althans een proef genomen kon worden. * JOH. RAATGEVER, HOOFDREDACTEUR VAN 'HET NATIONALE DAGBLAD'
(p.313, r.7). Abusievelijk 'J. G. Raatgever' genoemd.
HET EERSTE KABINET-COLIJN (p. 383, r. 8 V.O.). Ten onrechte is hier het tweede kabinet-Ruys de Beerenbrouck vermeld.
CHR. W. J. VAN DE BILT, VOORZITTER VAN DE ALGEMENE NEDERLANDSE MIJNWERKERSBOND (p·37I, r.9-8 V.O.). Zijn voorletters zijn abusievelijk aangegeven als: C. L. * WOUTER LUTKIE (p.39I, noot 3, r.3-4). De zin 'In Den Bosch was het Wouter Lutkie die Seyss-Inquarts eis telefonisch doorgaf, dient te vervallen. * DE CNV'ERS DIE NA DE POGING TOT GELIJKSCHAKELING VAN HET CN V LID WERDEN V AN HET NVV (p. 400, derde alinea). De passage, beginnend met de woorden: 'maar dat bedanken deed zich bij het CNV niet zo algemeen voor als bij het RKWV'
, corrigeren wij aldus: 'Volgens de door het NVV na de bevrijding gepubliceerde gegevens deed zich dat bedanken bij het CNV niet zo algemeen voor als bij het RKWV, waar, gelijk meegedeeld, meer dan 96 % van de leden zich uit de organisatie terugtrok. Bij het CNV lag, aldus de gegevens van het NVV, dat percentage in de buurt van 75 en zouden ongeveer dertigduizend leden hun vakbondslidmaatschap niet hebben opgezegd. Van hen zou bijna een derde bestaan hebben uit leden van de Christelijke Landarbeidersbond. van de twee-en-twintigduizend leden van die bond zouden er namelijk meer dan negenduizend naar de corresponderende NVV-bond zijn overgegaan. Laat men deze Landarbeidersbond buiten beschouwing, dan zou volgens de gegevens van het NVV het percentage van bedankjes bij de CNV-bonden ongeveer 80 hebben bedragen. Ook dat vinden wij een'42 werd omgezet in het N ederIands Arbeidsfront.'
MR. D. U. STIKKER (P.403, r.7-8). Niet hij maar H. P. Gelderman C. Mzn was voorzitter van het Verbond van N ederIandse Werkgevers.
DR. H. WAMSTEKER, LID VAN HET EERSTE 'CENTRUM'
VAN MEDISCH CONTACT (p.431, r. 12 V.O.). Zijn naam is abusievelijk met twee e's gespeld (dezelfde onjuistheid in deel 6, p. 701, r. 16 en deel 7, P.560, r. 15).
ERASMUS EN DE JODENHAAT (P.483, r.3-1 V.O.). De juiste vertaling van het gegeven citaat is: 'Indien het christelijk is, Joden te haten, dan zijn wij hier allen bij uitstek christelijk.'
1 OODSE BURGEMEESTERS (p. 504, r. 4 v.o.). Een oftwee Joden zijn vóór de Duitse bezetting burgemeester geweest van kleine gemeenten.
MR. H. EDERSHEIM (p. 525, r. 12). Deze was jurist maar geen advocaat.
TEKSTCORRECTIE (p. 557, r. 6 V.O.). Voor 'psychopaten'
leze men: geestelijk onvolwaardigen.
DE HALIFAX-BOMMENWERPERS (p.620, r.13 V.O.). Hadden vier, niet twee motoren.'VICTORY PRO GRAM'
(p. 633, noot I). De Chicago Tribune kreeg de geheime stukken van een isolationistische senator, aan wie zij door een legerkapitein in handen waren gespeeld.
DE GILBERT-EILANDEN (p. 644, r. 10 V.O.).Waren niet Amerikaans maar Brits bezit.
DE AMERIKAANSE HISTORICUS SAMUEL E. MORISON (p.652, r.2I V.O.). Als zijn voornaam is abusievelijk 'Stanley'
aangegeven.
HITLERS TOESPRAAK VAN I I DECEMBER 1941 (p.655, r. II V.O.). Als datum is abusievelijk 10 december vermeld (derhalve moet p. 656, r. 18 'Eén dag later'
luiden: Dezelfde dag).
DE AFZETTING VAN DE HOOFDREDACTEUR VAN 'STORM-SS'
(p.684, r. 3). Geschiedde in de lente van '44, niet van '43 (r.6 : 'in september van dat jaar'
wordt dan: in september '43). * DE JEHOVA'S GETUIGEN NA DE MASSALE ARRESTATIES VAN OKTOBER '
41 (p.687, derde alinea). Wij schreven: 'Het is onze indruk dat de Nederlandse groep deze haar in de herfst van '
41 toegebrachte slag tijdens de bezetting niet te boven is gekomen.' Daarvoor leze men: 'Het was een zware slag voor de Nederlandse groep maar zij zette onder leiding van W. C. Reijntjes haar actie voort en wist deze na enige tijd zelfs nog uit te breiden.'
HET AANTAL PREDIKANTEN DER GEREFORMEERDE KERKEN (p.689, r. 6 V.O.). Dit waren er ca. achthonderd, niet ca. vijfhonderd (op p. 696, r.3 leze men voor 'ca. vijfhonderd': een kleine achthonderd).
DS. G. H. KERSTEN EN 'HET VAREN VAN DE PRINSES OP ZONDAG'
(p. 712, r. IO-II en noot 2). Kersten doelde niet op het uitwijken van de prinses naar Engeland maar op een boottocht die het prinselijk paar eens op een zondag met de 'Piet Hein'
op het Ijsselmeer had gemaakt.
DE ARRESTATIE VAN JOHAN BUZIAU ALS GIJZELAAR (P.767, noot I). Vond plaats in juli, niet in mei '42.
HET VERZET VAN DE CHRISTELIJKE AUTEURS KRING (P.777, r. 13
HET TEGEN DE NSB GERICHTE GEDICHT DAT IN APRIL' 42 IN '
DE GIDS' WERD GEPUBLICEERD (p.778, noot 2). Dit is niet geschreven door Werumeus Buning maar door A. Roland Holst. * ANTOON COOLEN EN DE KULTUURKAMER (p.780). Coolen heeft zich na de eerste brief van Bergfeld niet aangemeld, wèl na de tweede waarin met de SD werd gedreigd. Hij deed Bergfeld toen echter weten dat zijn aanmelding bepaald geen aanvraag inhield om als lid te worden erkend.
DE ECHTGENOTE V AN MR. G. VAN HALL (p. 788, noot I, r. 5). Was niet de dochter maar een nicht van de Haagse uitgever Wouter Nijhoff.
DE LIGGING VAN WESTMAAS (p.796, r. II-12). Dit dorp ligt midden in de Hoekse Waard. * HAN S LUTERAAN (p. 819, noot I, r. 8-7 v.o.). Deze naam leze men voor: 'zekere '
Velo" (r. 3-2 v.o.: Luteraan bleef inderdaad in leven). Op p. 833, r.8 leze men in plaats van 'Velo'
: Luteraan.
JAN WILLEM SCHOUTEN (p.823, r. 5 V.O.). Zijn tweede voornaam is abusievelijk niet vermeld.
PIERRE V ERSTEEGH, 'CH EF-STAF'
VAN DE 0 D IN 4 I (p. 835, r. 12-1 I V.O.). Deze was als luitenant-kolonel van de marechaussee niet ontslagen maar op non-actief gesteld.
JHR. JOAN SCHIMMELPENNINCK EN ZIJN 'RAAD VAN DIRECTEUREN'
(p.839, noot 2). Het zinsgedeelte over mr. F. R. Mijnlieff moet geschrapt worden.
HET BANKIERSHUIS HELDRING & PIERSON (p.854, r. 14-13 V.O.). Is ten onrechte genoemd: Pierson, Heldring & Pierson. * DE ONTSNAPPING, 6 MEI 1941, VAN GOVERT STEEN MET EEN
J. G. V AN NIFTRIK (p. 867, r. 6). Was geen steenfabrikant maar fabrikant van kunststoffen. De Hagenaar die hem hielp (p.867, r. JO), was een accountant. Vermeld dient ook te worden dat van Niftrik in zijn illegale werk krachtig door zijn vrouw geholpen was.
COLO N EL RABAG LIA TTl (p. 869, r. 9). Zijnjuiste voorletters zijn: C. E. C.
IR. A. P. VAN DER MEER EN DE VERRADER VAN DER WAALS (p.879, r. 12 e.v.). Het contact met mr. Otto Verdoorn en Jan van den Ende werd niet door ir. van der Meer gelegd maar door diens illegale relaties die met van der Waals in verbinding waren gekomen.
RESERVELU ITEN ANT J. DE GEUS (' L 63'
) (p. 880, r. 20-21). Was geen beroepsofficier en had de kapiteinsrang nog niet bereikt (zelfde correcties: deel 6, p. 142, r.8-9 en p.224, r. 20-21).
DE ZENDER VAN JOHANNES KLINGEN (p.88I, r. 19). Was verborgen in de bibliotheek niet van het seminarium maar van het broederhuis te Heemstede.
IR. J. A. A. MEKEL (p. 881, r. 5 V.O.). Als tweede voorletter is abusievelijk een J vermeld.
J AN VAN DEN ENDE EN DE VERRADER VAN DER WAALS (p.882, tweede alinea). De drie vermelde arrestatie-acties van de SD zijn vermoedelijk aan van den Ende niet bekend geweest maar voor hem stond wèl vast dat van der Waals een verrader was. Na van den Ende's arrestatie, begin augustus 1941,vielen aan van der Meer en mr. Verdoorn de schellen van de ogen. Zij besloten toen met van der Waals af te rekenen maar enkele pogingen om hem uit de weg te ruimen mislukten. * DE SPIONAGEGROEP VAN DR. M. BROUWER'het vriendinnetje'
van Brouwer te worden maar om bij hem onder te duiken.
DE OVERVAL OP DE ZENDER VAN AART ALBLAS, EIND AUGUSTUS 1941 (p.894, noot 3). Op de dag van de overval werd de gehele familie Hoogervorst (behalve de dochter die de zender van Alblas uit het huis gesmokkeld had) gearresteerd. De familie hield vol dat Alblas een kennis was van wiens illegale werk ze geen denkbeeld had gehad. De Duitsers konden het tegendeel niet bewijzen en de familie werd toen vrijgelaten. De bedoelde dochter werd ca. een jaar later gearresteerd en toen omstreeks anderhalf jaar gevangen gehouden.
DE GEHEIME AGENT JOHANNES TER LAAK (p. 898, r. 18).Abusievelijk als 'Terlaak'
aangeduid (zelfde correctie op de pagina's 901, 903, 904, 905, 917,918,954 en IlI8).
DE ONTSNAPPING VAN J. EMMER (p.929, r. 19 en r.22). Deze ontsnapping vond niet plaats samen met jhr. mr. E. de Jonge. Aangezien de arts Bolle Emmer had geholpen, was het (p.929, r. 24-25) niet nodig dat MI-6 diens adres aan Emmer als aanloopadres gaf - wèl keurde MI-6 goed dat Emmer allereerst naar Bolle zou gaan.
JHR. MR. E. DE JONGE (p.930, r.8). Deze was in '41 naar Londen gekomen uit Curaçao waar hij werkzaam was geweest bij de BPM.
HET OPROEPEN VAN DE BEROEPSOFFICIEREN, ADELBORSTEN EN CADETTEN (p.980, r. 17-18). Zij zijn ten onrechte aangeduid als 'het militaire beroepskader'
- de beroepsonderofficieren die ook tot het beroepskader behoorden, werden namelijk niet opgeroepen (zelfde onjuistheid: p. III4 onder 15 mei 1942).
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 1052). In rz van het onderschrift onder foto 96 leze men 'kleindochters'
in plaats van 'dochters'
.
DE BURGERS VAN CALAIS (1347) (p. 1061, noot 2). Zij werden niet opgehangen maar kregen gratie.
'NELIS'
EN "MAL HERUNTER!" IN HET CONCENTRATIEKAMP AMERSFOORT (p. 1072, noot 2). 'Nelis'
was de bijnaam van Schutzhaftla
'VERBODEN VOOR JODEN'
OP TE HANGEN (p. 1076,r.23-24). Er zijn er twee geweest: R. Walda te Hindeloopen en J. L. Kabel te Lekkum.
DE TIEN EIND MEI' 42 IN MAASTRICHT GEARRESTEERDE JODEN (p.1078, zesde alinea). Een van hen die gemengd-gehuwd was, werd vrijgelaten, de negen anderen werden via Amersfoort en Westerbork naar Auschwitz gedeporteerd waar zij allen omkwamen. * DE SPOEDVERGADERING VAN DE JOODSE RAAD OP 30 APRIL '42 (p. 1087, r. 5-6). Niet Gertrud van Tijn liep verontwaardigd de vergaderzaal binnen maar een medewerkster van de Joodse Raad, mevrouw Gerzon-Hurwitz.
DE ZENTRALSTELLE FÛR JÛDISCHE AUSWANDERUNG (p.2, r.5-4 V.O.). Was te Amsterdam gevestigd in de christelijke hbs (hogere burgerschool), niet in de gemeentelijke hbs voor meisjes. * DE AMSTERDAMSE INSPECTEUR VAN POLITIE MR. J. VAN DEN OEVER (p.31, r.z V.O.). Als zijn achternaam is abusievelijk 'van der Hoeven'
vermeld (zelfde onjuistheid: P.32, r. 16 v.o.). * POLITIEFUNCTIONARISSEN DIE MEDEWERKING AAN HET OPHALEN VAN JODEN WEIGERDEN (p. 38).Toegevoegd moet worden dat in De Bilt brigadier van politie A. D. van der Haar ook weigerde en deswege werd ontslagen (dezelfde toevoeging: P.242, tweede alinea).
HET FUSILLEREN VAN DE 'VIJF GIJZELAARS VAN ROTTERDAM'
(p.75, r. 5). Geschiedde in de bossen bij Goirle (bezuiden Tilburg), niet bij St. Michielsgestel.
J. C. FRAENKELS HOOFDARTIKEL IN 'DE TELEGRAAF'
VAN 17 AU
DE VIJFTIEN IN OKTOBER '42 GEFUSILLEERDE GIJZELAARS (p.79, eerste alinea en noot). J. H. Roebers en A. J. Ymkers waren revolutionairsocialisten. Er zijn dus tien communisten terechtgesteld, niet twaalf.
HET GEZIN WAARIN GERRIT-JAN VAN DER VEEN WERD GEBOREN (p. 102, r. 2-1 V.O.). Het was een ontwikkeld gezin. Zijn vader was hervormd, zijn moeder luthers maar de sfeer thuis was niet kerkelijk. * DE ILLEGALE WERKER HARRY REESKAMP (p. 112, r. 6). Hij werd in Friesland niet door velen maar slechts door sommigen ongunstig beoordeeld. Dat (p. lI8, r. 9 v.o.) Theo Dobbe het vertrouwen in hem had verloren, staat niet vast. Dat Reeskamp en Leendert van der Groep een deel van de buit van de overval te Wommels verkochten (p. II9, r. 5-6), gebeurde om geld te krijgen voor de voortzetting van het illegale werk. Reeskamp (p. 119, r. I I v.o.) dook na zijn ontsnapping uit het Amsterdamse Binnengasthuis opnieuw in Friesland onder.
ORANJEWOUD (p.1I2, r. 13). Is een plaats, even ten zuidoosten van Heerenveen. * DE OPRICHTING VAN DE LANDELIJKE ORGANISATIE VOOR HULP AAN ONDERDUIKERS (p. 126 e.v.). In aansluiting op het het na de oorlog door de LO en de LKP samengestelde boekwerk Het Grote Gebod hebben wij in onze beschrijving slechts de namen genoemd van ds. Frits Slomp en Helena Theodora Kuipers-Rietberg ('tante Riek'
) maar vermelding verdient dat bij deze oprichting ook een illegale werker uit Driebergen, J. van Manen, een rol heeft gespeeld. Hij was tot in '38 onderwijzer in Aalten geweest maar was toen wegens moeilijkheden ter plaatse naar Driebergen verhuisd waar hij een onderwijs-instituut annex accountantsbureau had opgericht. In de zomer van '42 hielp hij talrijke Joden, velen uit Rotterdam, onderduiken. Hij kwam vervolgens met ds. Slomp in contact en er zijn aanwijzingen dat hij ongeveer te zelfder tijd als 'tante Riek'
en misschien nog eerder dan zij op het denkbeeld kwam dat ten behoeve van de hulp aan de onderduikers een landelijke organisatie'beurs'
. In '43 organiseerde hij een knokploeg (KP) die eind september '43 haar eerste overval pleegde op het distributiebureau te Amerongen. In dat jaar kwam hij in conflict met de landelijke leiding van de LO omdat hij het opstellen van lijsten met namen van onderduikers en van adressen waar zij ondergebracht zouden worden (lijsten die op de 'beurs'
uitgewisseld werden) gevaarlijk achtte. In november '43 moest het gehele gezin-van Manen onderduiken - het werd nadien in Amerongen bij allerlei plaatselijk verzetswerk betrokken. Na de bevrijding werd van Manen ervan beschuldigd dat hij een deel van de buit van de overval te Amerongen ten eigen bate zou hebben verkocht - een ongefundeerde beschuldiging die hem evenwel zo diep griefde dat hij weigerde aan het onderzoek terzake medewerking te verlenen. Zijn rol bij de oprichting van de LO wordt in Het Grote Gebod niet gememoreerd.(p. 136, r. 14Was in het Groot-, niet het Kleinseminarie gevestigd (zelfde correctie: p. 221,17 v.o.). *(p. 146). De initiatiefnemers,Deinum en M. Vader, waren toentertijd Delftse studenten. Hun vriend die in juni '42 naar Zweden uitweek, was Hans van der Stok. In oktober '42 sloot A. A. de Roode, die tot mei '40 verkeersleider bij de Rijksluchtvaartdienst op Schiphol en daarvóór radiotelegrafist was geweest, zich bij Deinum en Vader aan. De Roode was het die de door Deinum gebouwde zender zou gaan bedienen. Zijn verdiensten voor de goede zaak zijn niet minder geweest dan die van Deinum en Vader (dezelfde correctie moet worden aangebracht in deel 9, p·928, noot I).(p. 151, r. IS). Zijn ten onrechte 'zenders'
genoemd (zelfde correctie: p. 194,14 v.o., r. 10 v.o.,8 v.o., r.S v.o., r.3 v.o. en p. 833,12-13).(p. 156,22). Was leraar aan de Zeevaartschool te Delfzijl, niet te Gromngen.
DE GEHEIME VERBINDINGEN VAN JHR. P. SIX IN DE LENTE V AN , 43 (p. 194, r. 16 V.O.). Met gebruikmaking van de zendschema's '
Eton III' en 'Eton IV'
liet Six zenden met de 'Wolseley'
, nadat deze was gerepareerd.
DE GEHEIME VERBINDIN G VAN JAN THIJSSEN IN APRIL' 4 3 (P.I95, r. 15). Regel 15 moet luiden: met een zender en twee prima zendschema's. * DE VERRADER ANTON VAN DER WAALS EN DE DOCHTER VAN LEVINUS VAN LOOI (P.209, r. 13-14). Van Loois dochter was wèl even enthousiast als haar vader over van der Waals' Z.g. prestaties maar het is niet tot een verloving, laat staan een huwelijk, gekomen. Op p. 219, r. 8-7 v.o. vervallen de woorden: 'de Wilde'
s vrouw'.
HET TELEGRAM DAT 'DE WILDE'
(DE VERRADER VAN DER WAALS) BEGIN MAART' 43 AAN VORRINK TOONDE (p.2I3, derde alinea). Dit telegram was niet door Schreieder gefantaseerd of uitgelokt. * DE VERZETSGROEPEN DIE KOOS VORRINK IN MAART' 43 NA ZIJN CONTACT MET '
DE WILDE' (DE VERRADER VAN DER WAALS) LIET VORMEN (p.2I7). Wat Groningen betreft beschikken wij over nadere bijzonderheden. Hier voerde Adri Vorrink, de broer van Koos, begin maart een gesprek met enkele vertrouwde sociaal-democraten, onder wie H. van Kuilenburg. Adri Vorrink deelde toen mee dat het in mei tot een Brits-Amerikaanse invasie van Nederland zou komen en dat in Groningen twintig parachutisten en twee ton springstof zouden worden gedropt - voor die parachutisten moesten schuilplaatsen, voor de springstof bergplaatsen gevonden worden. Adri Vorrink zei ook dat die hulp bij de invasie de positie van de SDAP in een naoorlogse regering ten goede zou komen. Toen nu van Kuilenburg korte tijd later hoorde dat 'de Wilde'
persoonlijk bij een antirevolutionaire directeur van een machinefabriek verschenen was ook al met het verzoek, twintig parachutisten en twee ton springstof te laten verstoppen, hetgeen, had hij gezegd, de positie van de ARP in een naoorlogse regering ten goede zou komen, gingen van Kuilenburg en de anderen de zaak zozeer wantrouwen dat zij weigerden, de door hen inmiddels verzamelde adressen aan Koos Vorrink door te geven. Deze deed toen weten dat hij door de mededeling'de Wilde'
zich ook tot een ARP'er had gewend, geschokt was maar dit gebeuren heeft toch kennelijk het vertrouwen dat hij in 'de Wilde'
was gaan stellen, niet doen verdwijnen.
JAN SCHOUTEN NA ZIJN ARRESTATIE (p.221, r. 10-9 V.O.). Jan Schouten is in eerste instantie naar Sachsenhausen gezonden en niet naar Mauthausen.
HET OPHALEN VAN DE JOODSE ARBEIDERS UIT DE WERKKAMPEN (P.237, r.2I). Zaterdag 3 oktober 1942 is ten onrechte als Grote Verzoendag aangeduid. * PROF. DR. D. COHEN EN DE ONDERDUIKADRESSEN VAN JOODSE KINDEREN (P.2Ó4, noot I). De passage waarin vermeld wordt dat van prof. Cohen vast zou staan dat hij in een aantal gevallen de Duitsers de onderduikadressen gaf van Joodse kinderen, is geschrapt. Men leze het begin van de noot aldus: 'De vertegenwoordiging van de Joodse Raad in Den Haag heeft in een aantal gevallen Joodse kinderen die als onderduikers gepakt waren, ten behoeve van IV B 4 op bepaalde adressen ondergebracht, zulks ter inleiding van hun deportatie.'
DE UITWISSELINGSTRANSPORTEN VAN JODEN UIT DUITSLAND (P.277, r.7-9)· Er waren er drie: het eerste in december '41, het tweede in november '42, het derde in februari '43.
DE HUISVESTING VAN DE JODEN VAN DE 'BLAUE REITER'
-GROEP (p. 285, r. 9 V.O.). Geschiedde in Doetinchem in de gereformeerde, niet de hervormde pastorie. * DE VERZETSGROEP 'NOMEDOS'
EN DE JODEN (P.343, r. II V.O.). Sommige leden van deze groep hebben wèl hulp aan Joden geboden.
HET AANTAL JOODSE ONDERDUIKERS IN BROEKHUIZEN (p. 353, r. Ó e.v.). Er waren in dit Noordlimburgse dorp in totaal acht-en-dertig Joden ondergedoken (kinderen en volwassenen), zulks op een bevolking van ca. 180 gezinnen.
ZÖPFS SCHATTING VAN HET AANTAL JOODSE ONDERDUIKERS (p. 359, r. 18 e.v.). In Zöpfs overzicht uit eind april '43 was het aantal op dat moment gedeporteerde Joden met tweeduizend te hoog aangegeven.
CORRIE TEN BOOMS LEEFTIJD IN 44 (P.364, r.22-23). Zij was toen twee-en-vijftig, niet twee-en-zestig. * ROSA ROOZENDAAL (p.367, r. 8). Rosa Roozendaal mag niet op één lijn worden gesteld met iemand als Ans van Dijk. Zij viel als meisje van negentien in handen van de SD en werd gechanteerd met de mededeling dat zij, als zij geen medewerking verleende, met haar moeder die eveneens was opgepakt, gedeporteerd zou worden. Zij heeft, steeds onder dwang, in een beperkt aantal gevallen over een periode van ruim vier maanden de SD geholpen maar slaagde er toen in, via Baarn, waarnaar zij was overgeplaatst, met haar moeder in Nijmegen en vervolgens in Heumen onder te duiken. Daar gaf zij in de laatste oorlogswinter belangrijke hulp aan de illegaliteit. De bijzondere rechtspleging hield met dit alles rekening: zij werd tot slechts twee-en-een-half jaar gevangenisstraf veroordeeld en de burgerrechten werden haar niet ontnomen.
DE WEHRMACHT IN TUNESIË, APRIL' 43 (p.422, r.7). Stond niet langer onder bevel van Rommel.
AFVOER VAN HET BEROEPSKADER IN KRIJGSGEVANGENSCHAP, MEI' 42 (p.423, noot 2). De beroepsonderofficieren werden niet afgevoerd.
ADMIRAL ERNEST J. KING (p.S22, r.14-15). Ten onrechte 'Harold E. King' genoemd.
DE ZEEROUTE NAAR MOERMANSK EN ARCHANGEL (p.528, noot I, r. 6). Deze route kon meestal in de zomermaanden niet gebruikt worden. * HET PROTEST V AN VEERTIG AMSTERDAMSE STUDENTEN TEGEN HET BELEID VAN DE RECTOR-MAGNIFICUS, H. A. BROUWER (P.587, r. 9). Anders dan wij schreven werd het protest niet door 'een groot deel'
van de veertig 'ingetrokken'
- zij deden Brouwer slechts weten dat zij zijn betrouwbaarheid als persoon niet in twijfel trokken. * LEVENSLOOP VAN DR. JOHAN BROUWER (p.592). Deze passage dient aldus te luiden: 'Brouwer, geboren in 1898, had een bewogen leven'berusting'
aangedrongen werd. Nu, er was spoedig in Brouwer geen spoor van berusting meer aanwezig - van '41 af, enz.'
DE ILLEGALE WERKER C. L. BARENTSEN, HOOFD VAN DE DISTRIBUTIEDIENST TE PIJNACKER (p.611, r.2-1 V.O.). Hij is ten onrechte als hoofd van deze dienst te Voorburg vermeld (zelfde correctie: p. 717, r.II-12).
DUITSE STRAFMAATREGELEN NA DE AANSLAG OP DE ZOON VAN DE NSB'ER MR.]. FEITSMA, PROCUREUR-GENERAAL BI] HET AMSTERDAMS GERECHTSHOF (p.612, eerste alinea). De bezetter heeft nadien vijftig Amsterdammers in het concentratiekamp Vught opgesloten, van wie de meesten pas na bijna vijf maanden weer vrijkwamen.
DE GEREFORMEERDE KERKEN EN DE KANSELAFKONDIGING VAN ZONDAG 21 FEBRUARI '43 (p.631, noot 2). Deze noot dient aldus te luiden: 'Het tekort aan voorbereidingstijd is niet de enige factor geweest die bij de gereformeerden een rol gespeeld heeft. Zij konden zich met het aan Seyss-Inquart te richten adres geheel verenigen maar zij meenden dat het slechts in zeer bijzondere gevallen tot een publiek getuigenis moest komen; bovendien hadden zij bezwaar tegen de door Gravemeyer voorgestelde procedure: zij waren van oordeel dat, zoals ook bij vorige gelegenheden geschied was, de kerken eerst tot de Reichsleommissar en pas nadien tot de gelovigen moesten spreken. Ook trof het hen pijnlijk dat de hervormden samen met de kleinere protestantse kerken, maar zonder overleg met hen, reeds alle nodige stukken hadden opgesteld.'
HET WEER IN GEBRUIK NEMEN VAN DE CELLENBARAKKEN TE SCHEVENINGEN (p.676, r.2-I V.O.). Geschiedde niet in de zomer van '40 maar in maart '
41. Voordien waren de door Duitsers gedetineerden louter opgesloten in de Deutsche Abteilungen van Nederlandse gevangerussen.
HET FORT SPIJKERBOOR (p.678, r. I). Ligt in Noord-Holland, niet in Utrecht.
HET PROTEST TEGEN DE BEHANDELING VAN DE GEVANGENEN VAN o MM EN (p. 686, r. 3-2 V.O.). Het aanschrijven van de ziekenhuizen in het oosten des lands was al geschied door mr. W. de Vries. * DE BIJEENKOMST VAN DE PRESIDENTEN EN VICE-PRESIDENTEN EN DE OFFICIEREN VAN JUSTITIE TE AMSTERDAM OP 20 FEBRUARI ,43 (p. 689, r. 4-5)· Niet 'de Arnhemse rechtbank'
bleef hier weg maar de president van die rechtbank - ook had deze de uitnodiging niet aan anderen doorgegeven. * DE AANSLAG OP HET AMSTERDAMSE BEVOLKINGSREGISTER (p.716 e.v.).Van der Veen (p.716, r. 1-2) kreeg de bedoelde gegevens van een betrouwbare politieagent: Cornelis (niet Cornelius, zoals op P.723, r. 13 v.o. en op p. 727, r. 8 staat) Roos, werkzaam op de seinkamer van het hoofdbureau. De mededeling (p.717, r. 14-15) dat C. L. Barentsen verloofd was met Antje Roos, is onjuist (ook te corrigeren op P.723, r. 14 v.o.). Antje Roos was bevriend met Grögers vriendin, de verpleegster Geertruida (niet Geertruida A., zoals op p. 723, r. 15 v.o. vermeld staat) van Essen. De uniformpet (p.7I9, r.c) die als model diende voor de nagemaakte petten, kreeg Einar Berkovich van Cornelis Roos. Dat Bloemgarten Cornelis Roos over de aanslag had ingelicht (p.721, r. 10--9 v.o.), is onjuist. De aanslag van Roos op een Rijksduitser (p.727, noot 2) is mislukt. * DE BERECHTING VAN DE PLEGERS VAN DE AANSLAG OP HET'vreemd mannetje'
, door Dekking bedoeld (p.73I, r. 18 e.v.), was niet Kemp maar de tandtechnicus Gotjé die in het Huis van Bewaring was vergeten en nu in allerijl naar het Koloniaal Instituut was overgebracht waar het proces plaatsvond. Van Musschenbroeks stiefvader van Doorn werd (p.732, r. 5 v.o. en p. 733, r. 8) niet geëxecuteerd maar kreeg gratie: vijf jaar tuchthuis, en er zijn dus in totaal twaalf, niet dertien (p. 733, r.c) illegale werkers gefusilleerd. Gotjé (p. 733, r. 12 v.o.) kreeg twee jaar tuchthuisstraf.
TEKSTCORRECTIE (p.756, r.6 V.O.). Na 'maart'
is het woord 'maar'
weggevallen.
DE NIET-'TEKENAARS'
ONDER DE KATHOLIEKE STUDENTEN AAN DE UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM (P.757, noot I). De bedoelde ca. driehonderdzestig studenten waren diegenen die lid waren van de Rooms-Katholieke Studentenvereniging 'Thomas van Aquino'
.
DE STUDENTENGROEP IN EEN KAMP VAN DE JUNKERS-VLIEGTUIGFABRIEKEN BIJ STRAATSBURG (p.760, r.14). Deze groep was na een jaar verspreid geraakt.
HET BOMBARDEMENT OP ROTTERDAM VAN DE AMERIKAANSE EIGHTH AIR FORCE OP 3 I MAART '43 (p.762, r.3 V.O.). Dit was niet het eerste Amerikaanse bombardement op een doel in Nederland maar het eerste grote.
DE MELKRANTSOENERING IN DE ZOMER VAN '42 (P.764, r.5). Gerantsoeneerd werd toen de taptemelk.
DE ACTIVITEIT VAN DE GEHEIME AGENT JHR. DE JONGE IN DE LENTE VAN ' 4 3 (p. 817, r. 5-6). Van hem kwamen niet geen maar slechts weinig berichten in Londen binnen.
GERBRANDY'S BESLISSING TEN AANZIEN VAN DE RADIO ORANJEUITZENDING OP 30 APRIL '
43 (p.817, r.I7). Gerbrandy heeft de overige ministers wèl geraadpleegd.
RUTGER JAN SCHIMMELPENNINCK (p.853, r. 10-9 V.O.). Hij heeft in 1806 zijn functie verloren en daarop is in 1810 de inlijving van Nederland gevolgd.
DE FAMILIERELATIE TUSSEN MR. H. L. WOLTERSOM EN MR. DR. L. G. KORTENHORST (p.22, r.5-4 V.O.). Kortenhorst was gehuwd met een zuster van Woltersom, niet omgekeerd.
B. J. M. VAN SPAENDONCK, DIRECTEUR VAN HET RIJKSBUREAU VOOR WOL EN LOMPEN (P.25, r. 5-6). Is ten onrechte als 'industrieel'
aangeduid - hij was een bedrijfsorganisator.
DE KAMERS VAN KOOPHANDEL (P.29, r.4-5). Deze werden inderdaad van 36 tot II teruggebracht maar de 25 die op papier werden opgeheven, bleven in feite als bijkantoren van de I I nieuwe bestaan.
IR. C. T. C. HEYNING, WAARNEMEND DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE WATERSTAAT (p.50, r. 12-10 V.O.). Hij werd via het concentratiekamp Vught naar een van de concentratiekampen in Duitsland gezonden.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.70). De opname van foto 4 is in Driebergen gemaakt, niet in Bilthoven.
NEDERLANDSE DOK-MAATSCHAPPIJ (P.94, r. 14). Is ten onrechte aangeduid als: Nederlandse Dok- en Scheepsbouwmaatschappij. * DE NEDERLANDSE WERVEN EN DE KRIEGSMARINE (P.95, r. 3-4). Op stapel gezet zijn 60, niet 100 mijnenvegers die ook afgebouwd zijn. De genoemde 12 torpedobootjagers waren in werkelijkheid torpedoboten - daarvan zijn er 4 te water gelaten; geen van die 4 is afgebouwd. Toegevoegd moet worden dat ook onder meer 16 torpedo-oppik-boten en 2 bergingsvaartuigen en een onbekend aantal patrouillevaartuigen zijn afgeleverd.
DE D U ITS E JU NKERS 52 (p, 95, r. 8-7 V.O.). Was een transportvliegtuig, niet een lichte bommenwerper.
OOGSTGAREN (p. 140, r. 1-2). Er zijn wel plannen geweest om oogstgaren uit papier te vervaardigen maar dat bleek niet nodig omdat steeds voldoende gebruikt touw werd ingeleverd. Papiertouw is wèl gebruikt in oogstmachines.
HET ACHTERHOUDEN VAN EEN DEEL VAN DE OOGST (p. 140, laatste alinea). Schattingen wat elk perceel moest opleveren, werden voor het eerst in '44 door de Plaatselijke Bureauhouders gemaakt. Voordien was het voor de landbouwer niet al te moeilijk om een deel van de oogst achter te houden.
OMVANG VAN HET GELDVOLUME BIJ DE BEVRIJDING VAN HET WESTEN (p.258, r.a). Was in plaats van f9 miljard fII miljard - dus was er (r. 5) f 9 miljard 'zwevende koopkracht'
.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 302). Foto 18 is een opname van 20, niet van 25 mei 1943.
HET VERTREK VAN DE 'BARNEVELD'
-GROEP NAAR WESTERBORK OP 29 SEPTEMBER' 43 (p. 309, r. 18-19). De mededeling dat drie leden van de groep op de ochtend van het vertrek overleden, is niet juist. Ook zijn van de Barnevelders tijdens het transport naar Westerbork niet twee-en-twintig maar negen-en-twintig ontsnapt. * HET BERICHT IN 'HET PAROOL'
OVER DE MASSALE VERGASSINGEN IN CONCENTRATIEKAMPEN (p. 347, tweede alinea). Wij schreven dat Frans Goedharts mederedacteuren van Het Parool
'het onmiddellijk met hem eens'
waren dat de mededelingen die Goedhart uit het coneentratiekamp Vught meebracht, waaruit hij begin augustus was ontsnapt, gepubliceerd moesten worden. Een van die mederedacteuren, drs. W. van Norden, schreef ons evenwel in november '76 dat volgens zijn herinnering Goedharts mededelingen aanvankelijk als '
een Indianenverhaal' waren beschouwd.
DE WERKKAMPEN VOOR GEMENGD-GEHUWDE JODEN (p.414, r. IQII). Er is in 't Zandt bij Delfzijl geen zodanig werkkamp geweest.
GEVOLGEN VAN WEINREBS 'DOORSLAAN'
NA ZIJN ARRESTATIE OP 19 JANUARI' 43 (p.456, r. I). Vast staat dat hierdoor één persoon om het leven kwam (niet twee).
GEVOLGEN VAN WEINREBS CELSPIONAGE (p.456, r. 1 V.O.).Hierdoor werden minstens zeventien personen gevangengenomen en kwamen er (P.457, r. I) minstens drie-en-twintig om het leven.
GEVOLGEN VAN WEINREBS HULP AAN DE SD IN DE PERIODE OKTOBER '43-jANUARI '
44 (p·459, r.o). De hulp heeft aan dertien personen het leven gekost.
GEVOLGEN VAN WEINREBS VERRAAD OF 'DOORSLAAN'
(p.459,noot I). Niet 'ca. veertig' maar acht-en-veertig personen zijn in Duitse gevangenschap geraakt. * KAMPEN VOOR JOODSE ONDERDUIKERS IN DE NATUUR (p.481, tweede alinea). Na de verschijning van deel 7 is ons bericht dat veertien Joodse onderduikers zich van eind '42 tot april '
45 (met een onderbreking omstreeks de jaarwisseling '43-'
44) hebben kunnen schuilhouden in een hut in de Staatsbossen benoorden Emmen (Drente). Zij werden verzorgd door een inwoner van Valthe, Bertus Zefat. Toen de Duitsers er achter waren gekomen dat hij Joden hielp, werd van hem geëist dat hij zou zeggen waar zij verborgen waren. Dat weigerde hij, waarna hij op staande voet achter zijn huis werd doodgeschoten. Zijn weduwe zette de hulp aan de onderduikers voort.
HET AMERIKAANSE BOMBARDEMENT OP AMSTERDAM-NOORD IN JULI ' 43 (P·497, r. 3 V.O.).Vond plaats op zaterdag 17, niet op maandag 19 juli.
HET VERTREK VAN DE STUDENTEN UIT OMMEN, MEI '43 (p.568, tweede alinea). De eerste groepen vertrokken al op 8 mei.
DE OORSPRONG VAN DE (ILLEGALE) TD -G ROEP (p. 669, r. 22-29). Wat in deze regels staat slaat op de in Groningen gevormde verzorgingsgroep'de Groot'
(G. J. Boekhoven) die niet tot de TD-groep behoorde; deze laatste was breder van samenstelling. * HET PLAN VOOR DE GEFINGEERDE CIRCULAIRE VAN HET CENTRAAL DISTRIBUTIE KANTOOR (HET CDK) AAN DE BURGEMEESTER S (p.676, r. 13). Dit was een plan niet van de LO-Ieider Izak van der Horst maar van de voorman van de LO binnen het CDK, Louis van Zelst (zelfde correctie: p.676, r.9-8 v.o., r. 5 v.o., p. 677, r. 3, r. 8, r. 12, r. 15-16, r.ç v.o. en p. 678, r.z), * FINANCIËLE STEUN AAN DE GROEP-VAN DER VEEN (p.7I7, noot I). De passage over de aannemer F. J. van der Meyden wordt geschrapt. Men leze: 'De groep-van der Veen heeft daarnaast belangrijke fmanciële steun ontvangen van enkele vermogenden.'
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.720). Foto 63 is een opname van het 'kantoor'
van de Falsificatie-Centrale van de LO te Utrecht.
DR. JANTINE VAN KLOOSTER, DIRECTEUR VAN DE UITGEVERIJ 'DE SPIEGHEL'
(p.726, noot I). Zij was de enige directeur.
HET EINDE VAN DE VERZETSGROEP-BADRIAN (p.728, r.9-7 V.O.). De zin: 'Zijn lijk werd, schijnt het, in een vuilnisschuit geworpen, van Gogh en Boverhuis werden korte tijd later gefusilleerd' komt te vervallen.
DE DECENTRALISATIE VAN DE PBC (p.728, laatste alinea en P.729, eerste alinea). Aan onze beschrijving willen wij toevoegen dat de verschillende posten na de doorvoering van de decentralisatie louter door middel van koeriersters met elkaar in contact stonden.
DE VENLOSE VERZETSMAN JOHANNES J. HENDRIKX (' AMBROSIus'
) (p. 735, r.I3 V.O.). Zijn achternaam is onjuist weergegeven als:'Het is mogelijk dat Johannes Post, die veel van grapjes hield, zijn uitlatingen niet serieus bedoeld heeft.'
DE KP-OVERVAL OP HET DISTRIBUTIEKANTOOR VAN 'T ZANDT (G R ONING EN) (p.753, noot 3). Deze is inderdaad door één KP'er uitgevoerd maar deze wist dan ook dat hij slechts medewerking te verwachten had. * DE GEMEENTESECRETARIS VAN BEDUM (p.76o-6I, noot I, laatste alinea). Wij vermeldden dat deze, leider van de LO ter plaatse, een NSB'er was, 'die van de dwalingen zijns weegs was teruggekeerd.'
Dat is niet juist: hij was op aandrang van vrienden uit de illegaliteit puur voor de schijn sympathiserend lid van de NSB geworden.
DE LO-LEIDER GERRIT PRUYS (p.762, r.5). 'Kees'
was zijn voornaam als illegaal werker.
DE SD-OVERVAL OP HET AMSTERDAMSE 'KANTOOR'
VAN DE PERSOONSBEWIJZENSECTIE (P.767, derde alinea). De koerierster uit Rotterdam werd niet geboeid; zij slaagde er toen in haar agenda'tje op te eten.
ALBERT OMTA, LEIDER VAN DE PERSOONSBEWIJZENSECTIE VAN DE LO (p.768, r. 4). Zijn voornaam is abusievelijk aangegeven als 'Arnold'
. Hij was ook niet gemeentesecretaris van Oldehove maar ambtenaar ter secretarie en de weigering (r. 5) om Bombenweiber in Oldehove onder te brengen (r.6-7) was niet van hèm uitgegaan. * HET VERRAAD VAN BOB JESSE (p.779-80, noot I). Vermelding verdient dat Jesse, toen hij door de SD werd gearresteerd, de afspraken die hij met de leider van de LO in het district Midden-Limburg had gemaakt, in zijn agenda had staan. Hij werd door die districtsleider, niet door een koerierster, naar het klooster in Weert gebracht waar de leiding van de LO in Limburg in vergadering bijeen was.'de Koepel'
).
DE OVERVAL VAN JOHANNES POST C. S. OP HET HUIS VAN BEWARING AAN DE WETERINGSCHANS TE AMSTERDAM, 15 JULI' 44 (p. 788, r. 6). Van de Knokploeg die deze overval uitvoerde, hadden slechts vijf man eerder aan overvallen onder leiding van Post deelgenomen. Bij de bijeenkomst in de consistoriekamer van de gereformeerde kerk aan de Keizersgracht (r. I3-I2 v.o.) zijn niet alle deelnemers aan de overval aanwezig geweest. Van de zeven deelnemers die op de binnenplaats van het Huis van Bewaring door het vuur van de Duitsers werden verrast maar konden wegkomen, hebben de meesten het complex via de conciërgewoning verlaten. De mededeling dat twee hunner zich onder een brug schuilhielden, waarna zij onder het vuilnis van een passerende vuilnisschuit konden meevaren (p. 79I, tweede alinea), is niet juist. Tenslotte was de zaterdag waarop de verrader Boogaard naar Utrecht werd overgeplaatst (p. 794, r. 5-4 v.o.), de r yde, niet de rede juli.
TOBIAS BIALLOSTERSKI, GEHEIM AGENT VAN HET BBO (p.800, 1'.6 V.O.). 'Tobias'
was zijn voornaam, niet 'Tom'
of (p. 860, r. 3 v.o.) 'Hans'
(ook te corrigeren in het onderschrift van foto 95, naast p.856).
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (foto 9I, na p. 8I6). De tweede zin moet luiden: 'De cijfers slaan in dat geval op de werkelijk geleende bedragen. In de hongerwinter werden namelijk vele kleine bedragen geaccepteerd. Als kwitantie zijn in de regel muntbilj etten van f I verstrekt.'
HET NAGEMAAKTE NUMMER VAN DE 'FRIESE COURANT'
(p.843, r.4 V.O.). Werd vervaardigd op een drukkerij in Leeuwarden, niet in Appingedam.
HET NIEUW GEUZENLIEDBOEK (p. 868, noot I, r. 3-4). Is typografisch verzorgd door Dick Dooijes.
HET AANTAL DOOR HET LONDENSE BUREAU INLICHTINGEN IN HET EERSTE KWARTAAL VAN' 43 BEHANDELDE NIET-TECHNISCHE TELEGRAMMEN (p. 882, r.4 V.O.). Voor '4'
leze men: I2.'PACKARD'
(P.906-7). Overal waar wij op deze pagina's van Deinum en Vader spreken, moet de Roode met hen in één adem worden genoemd. Hun dagelijks bericht in de 'Kopenhagen-code'
(p.906, r. 20) telde niet ca. dertig letters, maar ca. dertig cijfers. * DE GEHEIME DIENST NEDERLAND (P.907-9). In onze beschrijving moeten verscheidene correcties worden aangebracht. De oprichter van deze militaire inlichtingengroep, J. M. W. C. ('Joep'
) lansen, was niet in '15 maar in '
14 geboren en zoon van de directeur van het bijkantoor van de Amsterdamse Bank te Almelo. Hij had al vóór de Tweede Wereldoorlog tegen Duitsland gespioneerd. In '42 had hij hulp aan Joden geboden die wilden onderduiken. Hij werd begin december '42 door een provocateur aan de SD verraden. Na zijn ontsnapping uit gevangenschap bouwde hij eerst een ondergroep van de 'Dienst-Wim'
, vervolgens (na de uitschakeling van de leiding van de 'Dienst-Wim'
) een eigen erganisatie op: de Geheime Dienst Nederland (de GDN). Nederland werd in vier z.g. werkgebieden verdeeld (noord, midden, west, zuid), elk met een aantal bureaus voor het verzamelen van gegevens - met de 'bureauhouders'
(de term 'lijn-chefs'
is niet juist) stond hij (hij noemde zich nu 'Max'
) via koeriersters in contact. Iansens eerste poging om Spanje binnen te komen vond in januari '44 plaats. Samen met een neef kon hij toen de Pyreneeën, waar veel sneeuw lag, niet over komen. Hij keerde alleen naar Nederland terug, kreeg daar nieuwe valse papieren van de Falsificatie-Centrale van de LO en vertrok op 5 april '44 opnieuw naar Spanje. Vier dagen later waren zijn neef en hij dat land binnengekomen, waar lansen die per parachute naar Nederland had willen terugkeren, door de nogal passieve houding van Somer, hoofd van het Bureau Inlichtingen te Londen, veellanger gevangen zat dan hem lief was - hij bereikte pas begin december '44 Londen, kreeg daar nog een opleiding als geheime agent maar werd tot zijn grote teleurstelling niet boven bezet gebied gedropt.
lansen had vóór zijn eerste tocht naar Spanje de leiding van de GDN'Miki'
) als Pennings' opvolger aan. Schoemaker was in Amsterdam van september '43 af bureauhouder van de GDN geweest. Hij heeft, anders dan wij schreven, niet een nieuwe organisatie opgericht maar in eerste instantie in hoofdzaak gebruik gemaakt van lansens contacten. De latere klachten dat de GDN te veel geld zou hebben uitgegeven, hebben betrekking gehad op de periode-Schoemaker, niet op de periode-lansen.
De GDN heeft in totaal ca. twaalfhonderd medewerkers en medewerksters (0. a. koeriersters) gehad. Van hen zijn zeven-en-zestig gearresteerd (en zes-en-twintig omgekomen), hoofdzakelijk als gevolg van hun contacten met andere organisaties.
I. Brandjes werd door het Bureau Inlichtingen niet aan de GDN toegevoegd maar aan de groep van ir. Th. P. Tromp ('Harry'
).
De betekenis van de GDN moge blijken uit het feit·dat van alle door het Bureau Inlichtingen uit bezet gebied ontvangen telegrammen 36 % van de GDN afkomstig is geweest.
IR. TH. P. TROMP (p.908, r. 1 V.O.). Zijn voorletters zijn nietjuist weergegeven, namelijk als: Th. Ph. (zelfde correctie: p.916, noot 1).
DE VERRADER ALBERT BRINKMAN (p.910, r.8-7 V.O.). Voordat hij de Koe uithoorde, was hij al ten dienste van de SD opgetreden als celspion bij gevangenen van het Englandspiel.
TROMPS MEDEWERKER VERHAGE (p.916, slot eerste alinea). Deze heeft geen microfilms 'gestript'
- dat gebeurde steeds in Zwitserland.
EDMOND SALOMON CHAIT, MEDEWERKER VAN JEAN WEIDNER (p. 929, r. 19).Zijn eerste voornaam is abusievelijk aangegeven als: Eduard.
DE ARRESTATIE VAN JEAN WEIDNER IN MEI' 44 (p.931, r. 16-17). Tegelijk met hem werd Nahas gearresteerd maar deze wist te ontkomen.
JEAN WEIDNERS HULP AAN DE ZWITSERSE WEG (P.932, r.2-3). Paul Veerman en Jacques Rens, die uit Brussel naar Zwitserland waren ont12
DE OPBOUW VAN WEG B (P.939, tweede alinea). De Nederlander 'Jacques'
, die voor van Niftrik de nodige verbindingen ging leggen, was Jacques Rens.
DE PILOTENHELPSTER JOKE FO LMER (p.951, r. 5-4 v.o.).Zij bracht haar 'piloten'
niet naar adressen die Nel Lind in Amsterdam had ingericht, maar naar eigen adressen. Amsterdam vermeed zij. Wist zij door haar contact met het politiebureau te Zeist dat ergens Geallieerde toestellen waren neergekomen, dan (P.953, r.16-15 v.o.) belde zij niet illegale werkers van 'Fiat Libertas'
op maar contactpersonen van de LO en de LKP.
HENK ROMEYN EN DE AANSLAG OP DE NSB-COMMISSARIS VAN POLITIE TE EINDHOVEN (p. 958, r. 18-19). Romeyn was niet een koerier van de GDN maar een medewerker van de groep die Christofoor uitgaf.
DE ILLEGALE WERKER N. J. ('BOB'
) CELOSSE (P.959, r. 16). De eerste initiaal is abusievelijk als Taangegeven. * W. E. SANDERS EN DE OPBOUW VAN DE CENTRALE INLICHTINGENDIENST (p. 1021, tweede alinea). Sanders was in Enschede al vóór de oorlog chef van de recherche- en vreemdelingendienst. Hij moest van september '39 tot maart '41 verpleegd worden wegens een rugblessure en hervatte nadien de uitoefening van zijn functie. Eind '42 werden hij en zijn chef, de hoofdcommissaris van politie, gearresteerd omdat zij geweigerd hadden, arbeiders te laten oppakken die zich aan de arbeidsinzet hadden onttrokken. Na drie weken werden zij vrijgelaten. Sanders dook toen onder. In de loop van '42 was hij betrokken geraakt bij de hulp aan Joden - ook was hij toen tot de conclusie gekomen dat de illegaliteit telefoonkabels niet moest saboteren maar bij het illegale werk gebruiken. Het was toen het adjunct-hoofd van het telefoondistrict-Hengelo die hem met Schuilenga en Posthuma in contact bracht die een elandestien net van PIT-verbindingen hadden aangelegd. Sanders' eerste gesprek met hen vond inderdaad in maart '
43 plaats - nadien werd het clandestiene net (dat verder werd uitgebreid) een net ten dienste van de illegaliteit.'duizend'
leze men: 'enkele duizenden'
. * HET AANTAL ILLEGALE WERKERS VÓÓR SEPTEMBER' 44 (P.I047, tweede en derde alinea). Wij kwamen tot het cijfer 'vijf-en-twintigduizend'
. Dat cijfer is nadien in de publiciteit als een vaststaand gegeven overgenomen maar wij willen er nadrukkelijk op wijzen dat het, zo schreven wij, 'niet meer dan een vermoedelijke orde van grootte aangeeft'
. Bovendien dient men in het oog te houden dat wij alleen diegenen 'illegale werkers'
hebben genoemd die actief opgenomen waren in een vast organisatorisch verband. Daarnaast waren er individuele saboteurs (onze schatting: enkele duizenden), meer dan driehonderdvijf-en-zeventigduizend onderduikers, onder wie ca. vijf-en-twintigduizend Joden, en misschien wel honderd- of tweehonderdduizend gezinnen waarin die onderduikers korte of lange tijd opgenomen waren. Ook moet men in het oog houden dat vrijwel elk lid van een illegale organisatie in zijn omgeving personen had die hem hulp verleenden. Al die individuele saboteurs, onderduikers, gastheren en -vrouwen van onderduikers en helpers van illegale werkers hebben wij, van onze definitie uitgaand, niet tot 'de illegale werkers'
gerekend - dat zij plaats hadden genomen in de slagorde van 'het verzet'
, die heel veel breder was dan die van de georganiseerde illegaliteit, is duidelijk. * MR. DR. J. DONNER (p. IIOÓ,r. 13-12 V.O.). Toegevoegd moetworden dat deze driemaal gearresteerd was geweest. * DONNER EN HET NIET-TOETSINGSARREST VAN DE HOGE RAAD VAN JANUARI '42 (p. UÓI, r.4 V.O.). Toen dit arrest werd gewezen, zat Donner gevangen. * DONNER EN HET VADERLANDS COMITÉ (p. IIÓ7, r.8-5 V.O.). Donner heeft de eerder op die pagina weergegeven brief van van Heuven Goedhart en van Randwijk niet ontvangen, wèl heeft Slotemaker hem de inhoud meegedeeld. Donner stond vervolgens zijn plaats in het Vaderlands Comité aan prof mr. V. H. Rutgers af maar toen deze eind april '44 naar Engeland vertrok, trad Donner weer tot het Vaderlands Comité toe, waarvan Drees inmiddels voorzitter was geworden.
DE ILLEGALE WERKER IR. c. J. A. GALESTIN (p, IIÓ9, noot I, r.ç, 10, II). Ten onrechte als 'ter Galestin'
aangeduid.
DE RAZZIA VAN 16 APRIL' 44 IN BEVER WIJK (p. 1275, laatste alinea). Aan deze razzia ging wel degelijk een Silbertanne-actie vooraf; daarbij werd een ter plaatse geliefde huisarts doodgeschoten. * HET BOMBARDEMENT VAN NIJMEGEN OP 22 FEBRUARI '44 (P.1304, r. 16-17). Dit was een dinsdag, niet een woensdag. De 'fout'
(P.1305, r.2-1 v.o.) is niet door de (Nederlandse) luchtbescherming gemaakt maar door de Duitse alarmcentrale die verzuimd had, tijdig opnieuw het signaal 'luchtalarm'
te laten geven.
TEKSTVERBETERING (p.1348, r.4 V.O.). Voor Staatscourant leze men: Staatsblad.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 1360). De tank op de foto's 131 en 132 is een Sherman-tank: toentertijd het zwaarste Amerikaanse type.
DE GROEP WEIGERAARS VAN DE 'LOYALITEITSVERKLARING'
ONDER DE BEROEPSOFFICIEREN (p. 123, r.2I en 23). De groep werd in september '40 met acht, niet zeven officieren uitgebreid, onder hen drie, niet twee, officieren van het Algemeen Hoofdkwartier.
DE WEGVOERING VAN GENERAAL WINKELMAN (p. 129, r. 12-14). Zijn drie adjudanten en zijn chauffeur hadden gevraagd, hem te mogen vergezellen. Dat werd, wat twee adjudanten en de chauffeur betrof, goedgevonden.
MAJOOR C. GIEBEL (p. 133, r.5 V.O.). Zijn voorletter is abusievelijk als 'G'
aangegeven.
DE OFFICIER VAN HET KORPS MARINIERS BIJ DE COLDITZ-GROEP (p. 136, r. I). Hij was niet adjudant van de koningin geweest.
DE NEDERLANDSE KAMPOUDSTE IN STANISLAU (p. I38, r. II-I2). Luitenant-generaal S. G. Nauta Pieter was opvolger van vice-admiraal B. Schreuder.
KOLONEL S. VELDMEIJER (p. 139, r. II). Was kolonel van de Generale Staf, niet van de infanterie. * KAPITEIN I. L. UIJTERSCHOUT (p. 139). Aan hetgeen op p. 138 en 139 over de door velen afgekeurde actie van deze vermeld is wordt het . volgende toegevoegd: Uijterschout werd in december' 42 in staat gesteld, naar bezet Nederland terug te keren waar hij een functie kreeg bij het Rijkstextielbureau. In '44 kwam hij in contact met de illegaliteit in westelijk Noord-Brabant. Daar is hij actief geweest bij het verzamelen en doorgeven van belangrijke spionagegegevens, met name toen de Geallieerden in Noord-Brabant doordrongen.
DE UIT STANISLAU ONTSNAPTE OFFICIEREN DIE IN VRIJHEID BLEVEN (p. 143, r. 10). Dit waren er zes, niet vijf Van die zes wist schoutbij-nacht L. A. C. M. Doorman samen met luitenant-ter-zee D. W. baron van Lynden Engeland te bereiken. Luitenant G. H. M. van der Waals (p. 143, r. 15-18) is in '48 in een gevangenis te Moskou overleden.
DE ONTSNAPPING VAN OFFICIEREN UIT HET KAMP STANISLAU (p.I46, derde alinea). De vijf die tijdens de verhuisdrukte ontsnapten, deden dit via een gat onder de buitenmuur, waardoor reeds eerder drie officieren waren gevlucht. Luitenant van der Waals was in augustus '43, verkleed als Servisch soldaat-corveeër, door de hoofdpoort ontsnapt.
ONTVLUCHTINGEN VAN RESERVE-OFFICIEREN (p. 157, r. 18). Uit het kamp bij Lissa zijn er acht ontvlucht, zeven tijdens de drukte van de verhuizing naar Neu-Brandenburg.
DE RANG VAN SS-SCHARFÜHRER (p. 169, r. 18). Deze is een onderofficier (zelfde correctie: noot 2, r. 3).'GIJZELAARS VAN ROTTERDAM'
(p.I86, r. IO-IS). Deze passage heeft betrekking op Bennekers, niet op Ruys. Drie van de vijf weigerden geblinddoekt te worden voor het vuurpeloton en de enige naam die wij kennen (p. 187, r. I v.o.), is die van Ruys.
FORT SPIJKERBOOR (p.22S, noot I, r.6). Ligt in Noord-Holland.
TEKSTCORRECTIES (p.226, onder D). Voor 'Lost'
leze men: Tost, voor 'Tiebenau'
: Liebenau.
TEKSTCORRECTIE (p.234, r. 16). Voor 'adjudant-inspecteur'
leze men: adjunct-inspecteur.
DR. W. KAT (p.237, r.21). Was niet van Joodse afkomst.
J. M. KAUB-MEESTERS (p.24I, r. II). Was medewerkstervan de 'eerste'
OD, niet van de Stijkelgroep.
EEN GEDICHT VAN 'MELIS STOKE'
(HERMAN SALOMON SO N) (p.302, r. 9 v.o. en noot 2). Het geciteerde gedicht is van zijn hand. * DE VONNISSEN, GEWEZEN TEGEN DE LEDEN VAN DE DIENSTWIM EN DE GROEP-OOSTERHU1S (p. 3S8, r.4-2 V.O.). Gaston Vandermeerssche en zijn naaste medewerker John Cohen zijn wèl geëxecuteerd.
HARMEN VAN DER LEEK (p. 367, r. 4 V.O.). Zijn voornaam is abusievelijk als 'Herman'
aangegeven.
DE KAPELMEESTER IN AUSCHWITZ-BIRKENAU (p.460, r. 13 V.O.).Zijn juiste familienaam is: Kopycinski.
NEDERLANDERS IN HET AUSSENKOMMANDO-LANGENSTEIN (p.489, r. 18). Voor "43' leze men: '44.
PASTOOR A. J. SCHEER UIT VELP (p.S42, noot I, r. j), Zijn naam rs abusievelijk als 'Scheers'
vermeld.
ONTSNAPPING MET VLIEGTUIGEN NAAR ENGELAND (p. S82, r. 13). Voor 'twee Fokker'
s G-I' leze men: een Fokker G-I en een T VIII W.
DE GEVANGENEN IN HET CONCENTRATIEKAMP SCHOORL (p.582, r. 5-2 V.O.). De vier-en-twintig waren inwoners van Zandvoort en omgeving die deel hadden genomen aan een eindexamenfeest waarvoor uitnodigingen verzonden waren die honende anti-Duitse termen hadden bevat (vier werden tot gevangenisstraf veroordeeld, de overigen vrij spoedig vrijgelaten). * WILLY ENGBROCKS (P.587, noot 3). Het woord 'beweerde'
drukt twijfel uit - wij vervangen het door: schreef. Engbrocks was, zoals al eerder bleek (p.406, noot 3), de gevangenen welgezind.
DE MOORD OP DE RUSSISCHE KRIJGSGEVANGENEN UIT HET KAMP AMERSFOORT (p. 594, r. 9 V.O.). Zij zijn niet op de Leusder hei maar dicht bij het kamp doodgeschoten.
MR. M. L. KAN (p.610, r.9-11). Deze is niet in het concentratiekamp Amersfoort omgekomen maar in Bergen-Belsen.
DE 'ASOCIALEN'
IN HET CONCENTRATIEKAMP OMMEN (p.636, r. 7-1 V.O.). Zij die door de kampleiding als 'asocialen'
werden aangeduid, waren dat lang niet allen.
DE BEHANDELING VAN DE GEVANGENEN IN OMMEN NA MEI '43 (p.637, r. 6-9). De leden van de extra-afgebeulde Strafkompanie werden wèl kaalgeknipt. Een priester werd slechts eens in de maand, een predikant een enkele keer toegelaten. De familiebezoeken op zondag vonden met grote tussenpozen plaats en duurden kort. * HET SMOKKELEN VAN BRIEVEN UIT HET CONCENTRATIEKAMP VU G HT (p.717-18). Deze passage dient te luiden: Incidenteel werden ook wel clandestiene brieven het kamp uitgesmokkeld door politiemannen die 'goed'
waren. Meer systematisch werd dat in de zomer van '43 gedaan door een opperwachtmeester van de gemeentepolitie uit Den Bosch, L. M. A. Hermse, die verscheidene malen in gezelschap van een politieman uit Vught het kamp wist binnen te komen; hij stopte dan telkens een hoeveelheid clandestiene brieven in de borstzak van zijn tuniek. Nu was Hermse al eens eerder aan een SS'er opgevallen doordat hij hulp had trachten te bieden aan Joden in een van de Aussenkornrnandos van Vught - toen die SS'er Hermse op 3 augustus '43 Vught zag verlaten, greep hij onmiddellijk in; Hermse, in wiens borstzak meer dan twintig brieven
Bij een andere gelegenheid (wij weten niet wie daarbij betrokken was) werden brieven die het kamp binnengesmokkeld waren, hetgeen ontdekt was, door op de Kommandantur werkzame gevangenen zo snel weggewerkt dat Lagerkommandant Chmielewski ervan overtuigd was dat SS'ers dat hadden gedaan - een hele groep SS'
ers moest een middag lang strafexerceren.
HET VERTREK VAN DAVID KOKER EN DE PHILIPS-GROEP UIT HET JUDENDURCHGANGSLAGER TE VUGHT (p.720, r. 10 V.O.). Viel op 2, niet op 3 juni' 44 (zelfde correctie: P.786, r. 15 v.o. en daar vervalt noot 2) en het vertrek vond, anders dan de geciteerde getuige (niet: Koker) vernam, kort voor middernacht plaats. * DE BELEVING VAN DE JOODSE GODSDIENST IN DE KAMPEN WESTERBORK EN BERGEN-BELSEN (p.725 e.v.). Op 12 december '78 zond de emeritus-opperrabbijn A. Schuster ons vanuit Jeruzalem een brief waarin hij opmerkte dat mr. A. J. Herzberg in Kroniek der jodenver volging en prof. dr. J. Presser in Ondergang te weinig aandacht hadden besteed aan de beleving van de Joodse godsdienst in kampen als Westerbork en Bergen-Belsen. 'Zij beiden'
, aldus Schuster, 'stonden ver van het religieuze Jodendom'
- hij meende evenwel dat het niet juist zou zijn wanneer daarover in ons werk niet werd geschreven. Wij later derhalve hier het grootste deel uit Schusters brief volgen - hij schreef:
'Het gedrag der z.g. orthodoxe Joden in Westerbork zowel als in BergenBelsen was van dien aard (de weinige uitzonderingen daargelaten), dat zij een voorbeeld waren voor de anderen met betrekking tot de rustige aanvaarding van hun lot. Zij maakten geen ruzie, drongen niet naar voren bij de etensverdeling, maar zaten rustig in hun hoekj e te lezen of te bidden. Zij beantwoordden geheel aan het beeld, dat de niet-vrome Joden van hen hadden.
Wat het religieuze leven betreft, werden in Westerbork dagelijks godsdienstoefeningen gehouden. Mij staan nog voor de geest een indrukwekkende predikatie van de heer 1. Maarsen, opperrabbijn van Den Haag, en een wetenschappelijke voordracht van de heer S. Dasberg, waarnemend opperrabbijn van Amsterdam. Ik zelf heb in een der synagogen op de Hoge Feestdagen het gebed geleid en heb enige malen jongens, die bar mitswa (kerkelijk meerderjarig) werden, toegesproken. Ik heb daar zelfs een huwelijk ingezegend en (mede) een kerkelijke
Veel moeilijker was het in Bergen-Belsen. Hiervan kan ik u het volgende mededelen.
Aan de spits van de stoet gevangenen, die op I I januari 1944 van het station naar het kamp te voet ging, liep iemand, het was mijn zwager de heer J. Goldschmidt, met een wetsrol op de arm.
Mijn ambtgenoten de heren S. Dasberg en A. B. N. Davids, opperrabbijn van Rotterdam, werd (zij hadden als beroep rabbijn opgegeven) het zwaarste werk opgelegd, waardoor zij te uitgeput waren om actief aan het geestelijke werk deel te nemen. Met de heer Dasberg gebeurde het volgende. Hij kreeg de order de beerput alleen te ledigen. Toen hij na vele uren daarmee klaar was en naar boven klom, zei de Scharführer tot hem: 'Na, Herr Oberrabbiner, haben Sie sich schmutzig gemacht?', waarop de heer Dasberg het sindsdien in het kamp en daarna onvergetelijke antwoord gaf: 'Nein, nicht mich. Nur meine Kleider. '
Wat mijzelf betreft, door een ingeving geleid gaf ik als beroep op: leraar in de klassieke talen, wat ook trouwens waar was. Op mij werd dus niet speciaal gelet. Ik organiseerde synagogediensten, leerde en zong met de jeugd en stond stervenden bij. Een van mijn huidige buurtgenoten in Jeruzalem sprak met mij er over, dat ik zijn bar mitswa-viering in Bergen-Belsen had geleid, wat ik mij nog goed herinnerde. Mij staat nog voor ogen de geheel in het geheim gehouden eredienst op Nieuwjaar (1944) waar ik in het gebed ben voorgegaan en waar zelfs op de sjofar (ramshoorn) geblazen werd. De dienst op de Grote Verzoendag heb ik in het z.g. Altersheim georganiseerd, waarbij de Duitsers om ons te storen het licht doofden, waarop wij bij kaarslicht het gebed hebben voortgezet.
Ik weet uit wat men mij naderhand vertelde, dat de gezamenlijke J odendomsbeleving in Bergen-Belsen bij een aantal mensen het besef om onder alle omstandigheden vol te houden heeft versterkt.'
DE HUISVESTING VAN DE OP 3 OKTOBER '42 IN WESTERBORK BINNENGEVOERDE, OPGEHAALDE JODEN (p.733, r. 12). Het door Coen Rood uit zijn herinnering vermelde getal van 'minstens vierduizend'
is stellig te hoog.
DE V ADER V AN ESTHER (ETTY) HILLES UM (p.735, r. ro=r r). Was leraar aan het gymnasium te Hilversum, niet rector (zelfde correctie: P.758, r. 9-8 v.o.).
POST UIT BERGEN -BELSEN (p.779, noot 2). Deze post is een heel enkele keer in Nederland ontvangen. De rest werd door de kamp-SS'ers vernietigd.
HET TRANSPORT VAN DE PHILIPS-GROEP UIT VUGHT NAAR AUSCHWITZ (p.786, noot 3). Noot 3 vervalt. Het transport verliep via het traject Vught-Nijmegen-Bentheim-Hannover-Goslar-BreslauAuschwitz.
DE TREINTRANSPORTEN TOT MIDDEN IN HET KAMP BIRKENAU (p.802, laatste alinea). Anders dan wij schreven, zijn transporten uit Nederland al van eind maart '44 af midden in het kamp Birkenau (Auschwitz II) aangekomen.
DE TRANSPORTEN NAAR AUSCHWITZ VAN 24 AUGUSTUS '43 T.E.M. 3 SEPTEMBER '44 (p.806, r.6-2 V.O.). Als gevangenen werden 6732 (niet 6632) gedeporteerden ingeschreven, onmiddellijk vergast 6899 (niet 6999). * WEIGERINGEN IN HET EXPERIMENTEN-BLOCK VAN HET CONCENTRATIEKAMP AUSCHWITZ I (p. 853, laatste alinea, en p. 854, eerste en tweede alinea). Er zijn ook omstreeks tien weigeraarsters geweest onder diegenen die in het Experimenten-Block bleven; op één na die om onnaspeurlijke redenen in het BLock mocht blijven, werden zij naar Birkenau doorgestuurd.
HET AUSSENKOMMANDO WAAR LEX VAN WEREN GEVANGEN ZAT (p.860, tweede alinea). Was niet Jawischowitz maar Janina.
DE BEWAKINGSDETACHEMENTEN VAN DE NAAR ENGELAND OVERGEBRACHTE DUITSE PARACHUTISTEN EN LUCHTLANDINGSTROEPEN (p. 5, laatste alinea, en p. 6, eerste alinea). Hier was ook een marinedetachement bij.
GENERAAL G. B. NOOTHOVEN VAN GOOR (P.24, r.5). Zijn rang was generaal-majoor.
DE' VANK INS BERG EN'
(p. 33, r. I 0). Was een artillerie-instructieschip, niet een lichte kruiser.
KOLONEL H. J. PHAFF (p. 39, r. 8). Als zijn rang is abusievelijk 'majoor'
vermeld.
HET NEDERLANDSE LEGIOEN IN CONGLETON (p. 39, r.7). Hetwas daar in enkele leegstaande fabrieken (niet in één fabriek) gehuisvest (zelfde correctie: p. 705, tweede alinea - ds. van Dorp schrijft daar over de grootste fabriek).
LUITENANT-KOLONEL (OVERSTE) VAN DE PLASSCHE (p.S2, r.14 V.O.). Als zijn rang is abusievelijk 'majoor'
vermeld.
HET VERBLIJF VAN KONINGIN WILHELMINA Bij LONDEN 1944-45 (p. 109, tweede alinea). Benoorden Londen betrok de koningin eerst een villa in South Mimms. Die villa was het die op 20 februari '44 bijna door een Duitse vliegtuigbom werd getroffen. Nadien ging de koningin Lanesu/ood bewonen, niet Stubbings House. Begin mei '45 (niet in april) verhuisde zij naar een landhuis bij Breda.
DE GEHEIME AGENT J. C. KIST (p.129, r.20). Was niet een marineofficier.
ONDERSCHEIDING VOOR ENGELANDVAARDERS (p.I29, r.20). Was het Kruis van Verdienste, niet het Bronzen Kruis (zelfde correctie: p. 183, r. I7).
GERBRANDY EN DE ENGELSE TAAL (p. 135, r.20-12 V.O.). Gerbrandy nam les en volgde een Linguaphone-catsas en dáártoe had hij een koffergrammofoon aangeschaft, niet om naar klassieke muziek te luisteren - hij had geen enkel gevoel voor muziek.'van de Vijver'
aangegeven.
MR. W. G. PEEKEMA EN DE PETITIE-SOETARDJO (P.243, noot 3). Hij had deze aan gouverneur-generaal van Starkenborgh, niet aan minister Welter ontraden.
DRIE MOTIES IN DE VOLKSRAAD (p.246, r.6-7). Deze moties zijn niet aangenomen maar vóór de stemming door de indieners uit protest tegen de starre houding van het gouvernement ingetrokken.
DE IN DONES ISCHE 'RADEN'
-TITEL (p. 247, noot 2). Dit was een adellijke titel die niet door het gouvernement verleend werd.
TEKSTCORRECTIE (p.266, r.z). Voor 'opdragen'
leze men: verzoeken.
PEA R L HAR B 0 R (p. 277, r. 6). De getroffen Amerikaanse slagschepen werden niet 'vernietigd'
men leze: uitgeschakeld (zelfde correctie: P.294, r. 8-9).
DE CAPITULATIE TE SINGAPORE (p.290, r. 17). Hierdoor raakten tachtig-, niet honderddertigduizend Britse militairen in krijgsgevangenschap.
LUITENANT-KOLONEL N. L. W. VAN STRATEN (p.299, r.4). Zijn rang is abusievelijk als 'kolonel'
aangegeven.
VERTREK VAN HET ISTE BATALJON VAN DE IRENE-BRIGADE NAAR NED ERLA N D S- I N D I Ë (p.304, r. 6). Tot de eersten die vertrokken, behoorde niet de stafcompagnie maar een groep lagere militairen.
KAPITEIN A. C. DE RUYTER VAN STEV ENINCK (p. 304, r. 15). Werd tot majoor, niet tot luitenant-kolonel bevorderd.
LUITENANT-GENERAAL GEORGE H. BRETT ALS PLAATSVERVANGER VAN WA VELL (p. 310, r. 5-4 V.O.). Zijn benoeming had te maken met het feit dat hij een Amerikaan, niet met het feit dat hij een luchtmachtgeneraal was.
KAPITEIN-TER-ZEE J. W. TERMIJTELEN (p.3I9, r.I4). Zijn rang is abusievelijk als 'schout-bij-nacht'
aangegeven. 13
DE RANG VAN LUITENANT-ADMIRAAL IN DE I9DE EEUW (P.327, noot I). Deze rang is in 1814 verleend aan van Kinsbergen, in 1852 aan prins Hendrik, in 1863 aan kroonprins Willem.
HET AMERIKAANSE SCHIP 'LANGLEY'
(p. 328, r.ç). Was een vliegtuigtransportschip, geen licht vliegdekschip.
DATUMCORRECTIES (p.34I). In r. 8 leze men: 5 of 6 maart, in r. 12: 8 maart, in r. 14: 4 maart.
DE DIGOELISTEN NAAR AUSTRALIË (p. 341, r. 8-6 V.O.). Hun overbrenging vond in '43, niet in '42 plaats.
A. H. J. LOV IN K (p. 343, r. 3). Was geen dr.
DR. P. HONIG (p. 343, r. 18). Was geen ingenieur. * VAN MOOKS PERSOONLIJKHEID (p. 367, r. 13-II V.O.). De woorden: 'hij had voor de persoonlijke problemen van zijn medewerkers geen grein belangstelling, ze moesten maar doen wat hij opdroeg', zijn geschrapt.
DE DATUM VAN VAN MOOKS BENOEMING TOT MINISTER VAN KOLONIËN (p. 369, r. 14). Is 25, niet 21 mei '42 (zelfde correctie: p. 1519, r.z).
IR. O. C. A. VAN LIDTH DE JEUDE EN COLIJNS VIJFDE KABINET (p. 373, r. 17-18). Hij was daar wèllid van.
KAPITEIN DR. J. M. SOMER (p. 377, r. 14 V.O.). Hier ten onrechte aangeduid als 'majoor'
.
TEKSTCORRECTIE (p. 380, r. 17). Voor 'tot'
leze men: als.
TEKSTCORRECTIE (p. 399, r. s). Voor 'geheel'
leze men: een deel van.
HET BOMBARDEMENT VAN ROTTERDAM OP 3 I MAART '43 (P.407,
DE WERELDRAAD VAN KERKEN (p.42I, r. 16). Deze was nog slechts in oprichting.
DE FIN ANCIËN V AN HET SCHEEPV AARTFON D S (p, 454, tweede alinea). Wij schreven dat de tekorten van I juni '42 tot I juni '
45 ca. 12 mln pond beliepen - dat gegeven is nietjuist. De Algemene Rekenkamer heeft ons bericht dat het fonds, dat uiteindelijk (zoals door ons vermeld) een tekort bleek te hebben van ruim f 41 mln, per 3I december '45 een liquiditeitsoverschot toonde van 23 mln pond. Wij hebben dan ook ten onrechte verondersteld (p.462, r. 5-3 v.o.), dat de betalingsmoeilijkheden waarin de regering in de lente van '44 kwam, onder meer uit het nadelige saldo op de exploitatie van de koopvaardijvloot zijn voortgevloeid - bepalend was de wens van de regering om voor de rehabi litatie van Nederland en van Nederlands-Indië en voor de heropbouw van de koopvaardijvloot de nodige activa te reserveren.
HET SURINAAMSE BAUXIET (P.504, r.II V.O.). Dejuiste formulering is: werd in de Verenigde Staten tot aluminium verwerkt.
DE BEWAKING VAN HET KAMP OP DE]ODENSAVANNE IN SURINAME (p. 507, r. 13). Deze werd in '43 door Surinaamse schutters overgenomen.
DE TOCHT OVER DE PYRENEEËN (p. 518, r. 17). Was in de winter niet 'praktisch onmogelijk'
maar wèl buitengewoon moeilijk. Beren en wolven (p. 5I9, r. 17-16 v.o.) kwamen er niet meer voor. * DE CERTIFICATEN VAN HET ECHTPAAR DE LEEUW-GERZON (p. 537, r. I2-I3). Dit echtpaar verwierf in Jeruzalem geen echte certificates voor toelating tot Palestina maar het vervaardigde nagemaakte certificates die naar bezet gebied werden gestuurd.
TEKSTCORRECTIE (p. 58I, r. 3 V.O.). Men leze: de vroegere Vichy-concentratiekampen.
DR. HENRI VLEESCHDRAAGER (p. 587, r. I4 V.O.). Ten onrechte vermeld als: Henri Vleesdrager (zelfde correctie: p. 588, r. IS en r.8 v.o.).'DUTCHPARIS'
(p. 588, r. 14-15). Van Cleeff was al eind '43 gearresteerd.
P. E. TEPPEMA (p.635, r. 12 V.o.). Was geen mr.
F. C. BARO N VAN AERSS EN BEYER EN VAN VOS HO L (p. 635, r. II V.O.). Was geen mr.
JHR. W. F. VAN LENNEP (p.635, r.ç V.O.). Was geen mr. Zijn familiebuiten (p. 703, r. 19) lag in Gelderland, niet in Overijssel.
TEKSTCORRECTIE (p. 646, r. 17). Voor 'wisseling'
leze men: uitwisseling.
VAN KLEFFENS' NOTA UIT MEI '
42 (p.652, r.8). Dit stuk is niet verloren gegaan.
HET KAMP TE WOLVERHAMPTON (p.706, r. 8). Kende wèl een, zij het klein, exercitieterrein.
MAJOOR D. VAN VOORST EVEKINK (p.706, r.o V.O.). Zijn rang 1S abusievelijk aangegeven als: luitenant-kolonel.
HANDELEN IN STRIJD MET DE MILITAIRE TUCHT (p. 706, noot 2). Dit werd in de regel door de commandanten bestraft.
MAJOOR MR. H. J. KRULS (p.7IO, r.I3 V.O.). Zijn rang is abusievelijk aangegeven als: kapitein.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p.7I6). Op foto 45 zijn Mit [heil-bommenwerpers afgebeeld, waarvan één voor het wapen van de Militaire Luchtvaart van het Knil in Australië bestemd is.
322 (DUTCH) SQUADRON VAN DE RAF (p.720, r. 16 V.O.).Telde negenen-vijftig Nederlandse jachtvliegers.
OFFICIER-VLIEGER ISTE KLASSE H. SCHAPER (p.722, r.c). Is abusievelijk aangeduid als: kapitein-vlieger.
DE 'TIRPITZ'
(p.723, r. I V.O.). Lag in een Noorse fjord, niet in een haven.
ADMIRAL SIR ANDREW CUNNINGHAM (P.744, r. II v.o.). Zijn voornaam is abusievelijk aangegeven als: John.
KAPITEIN-LUITENANT-TER-ZEE JHR. E. J. VAN HOLTHE (p.750, r. 13-14). Zijn rang is abusievelijk aangegeven als: kapitein-ter-zee.
HARRY HOPKINS (P.759, noot, r.4 v.o.). Was een medewerker van president Roosevelt, niet de Lend-Lease-Administrator.
DE ACTIVITEIT VAN DE NEDERLANDSE OFFICIER VAN JUSTITIE TE LONDEN (P.764, noot 2). Het in r. 16 gegeven cijfer slaat op eind '44. Geseponeerd (r. 18) werden ca. 1250 zaken en aan de rechtbank werden bijna 500 doorgegeven, aan het kantongerecht bijna 700.
TEKSTCORRECTIE (p.768, r. 3). Voor 'of leze men: en.
o ORLOGSMISDRlJVEN DOOR U -BOOT-COMMANDANTEN (p.774, r.4 V.O.). De betrokken gevallen waren zeer zeldzaam. * DE NEDERLANDSE ZEESLEEPBOTEN (p.780, r. 1-2). Er zijn er twee verloren gegaan: behalve de 'Rode Zee'
ook de 'Lauwerszee'
; dat laatste schip is in oktober '40 in het Kanaal op een mijn gelopen - er was maar één overlevende en er waren dertien mannen die omkwamen.
DE RECHTSPOSITIE DER NEDERLANDSE ZEEVARENDEN (P.795, derde alinea). Van de scheepsofficieren waren zeer velen en van de lagere zeevarenden grote groepen wel degelijk georganiseerd. Voorts kende de scheepvaart sinds 1919 een collectieve arbeidsovereenkomst, die evenwel niet gold voor de meeste tankvaartmaatschappij en, voor de kustvaart en voor de in Indië gevestigde scheepvaartmaatschappijen. Er was geen verzekeringsregeling tegen ziekte maar wel een ziekengeldregeling. Schepelingen hadden voorts wel degelijk een wettelijk vakantierecht en de rederijen die niet bij de Stichting Zeerisico waren aangesloten, moesten zich wèl aan de bepalingen van de Zeeongevallenwet houden. Het
TEKSTCORRECTIE (p.8IS, r. II). Incompatibilité d'humeur is de juiste schrijfwijze. * IR. WARNERS EN V AN 'T SANT (p.866, r. 3-S). Voor: 'wetend dat van '
t Sant een van zijn coricurrenten was als mogelijk hoofd van de nieuwe inlichtingendienst', leze men: 'wetend dat van '
t Sant kandidaat was voor de positie van hoofd van een nieuwe inlichtingendienst'. De passage tussen haakjes (r. 3-2 v.o.) vervalt.
VAN 'T SANTS BEHUIZING VAN MIDDEN'
43 AF (p.869, r.ç V.O.). Hij hield zich wat meer op de achtergrond maar verliet Stubbings House niet.
HET PERSOONSBEWIJS (p.87S, r.3 V.O.). Was verplicht voor personen van vijftien (niet zestien) jaar en ouder.
HET BEDANKTELEGRAM DAT MINISTER FURSTNER UIT BEZET GEBIED ONTVING (p. 88S, noot, r.9-U). Dit was eenbedanktelegram van de geheime agent Aart Alblas die tot luitenant-ter-zee derde klasse benoemd was. * IR. WARNERS ALS HOOFD VAN DE INLICHTINGENDIENST AFGEWEZEN (p.933, r. 9-10). Voor 'Warners, diep gegriefd, ging met verdubbelde ijver zijn rapport tegen van 't Sant voorbereiden'
, leze men: 'Er restte Warners niets anders dan verder te werken aan zijn rapport tegen van '
t Sant.' Op p. 1474, r.4-3 v.o. vervallen de woorden: 'die in die tijd zijn uiterste best deed, in de sector van het geheime werk alle touwtjes in handen te krijgen.'
* D. BOEREMA, MEDEWERKER V AN DE GROEP-OOSTERHUIS (p. 937, r. I V.O.). Is in oktober '43 in Perpignan gearresteerd en in juni '
44, na ter dood te zijn veroordeeld, gefusilleerd. * EEN BRITSE GEHEIME OPERATIE VÓÓR DE OPRICHTING VAN HET BUREAU BIJZONDERE OPDRACHTEN (p.964-6S). Het BBO is op IS maart '44 opgericht en heeft zijn eerste geheime agenten in de nacht
DE VOOR KOLONEL DE BRUYNE BESTEMDE WAARSCHUWING VAN 'ZEKERE HUYGENS'
(p. 1049, noot I). Dit was I. D. D. Huygens; hij had contact gehad met van Bilsen en gaf zijn waarschuwing aan twee jonge Nederlanders mee die naar Zwitserland onderweg gingen.
TEKSTCORRECTIE (p. III4, r. I). Voor 'landen'
leze men: eilanden.
KOLONEL SPOOR, HOOFD VAN DE NEFIS IN AUSTRALIË (p. 1I2I, r. 5). Dit werd hij in februari '45, niet '44.
MACARTHURS HOOFDKWARTIER (p. II27, r. 18). Was van eindjuli '42 af in Brisbane gevestigd.
DR. R. E. SMITS (p. II33, r. 9-10). Was directie-secretaris, niet president, van de Javase Bank geweest.
GEZAGSBATALJONS NAAR AUSTRALIË (p. II55, r. II e.v.). Er zijn ca. vierhonderd man in Australië aangekomen.
DE NEDERLANDSE HERVORMDE KERK (p. II97, r. 14). Toegevoegd moet worden dat ook in '33 en '
39 reorganisatievoorstellen verworpen waren.
DR. K. H. MISKOTTE (p. 1197, r.2-1 V.O.). Stond als predikant niet in Rotterdam.
DE NIEUWE KERKORDE VAN DE NEDERLANDSE HERVORMDE KERK (p. 1202, r. 4). Een overgangsregeling werd in de lente van '44 door de Algemene Synode unaniem aanvaard.
DE 'PERSOONLIJKE BOODSCHAP VAN HARE MAJESTEIT DE KONINGI N VOO R HET NATI 0 NAAL COMITÉ'
(p. 1333, laatste alinea, en p. 1334, eerste alinea). Er is geen conflict met Gerbrandy geweest: hij stelde op 10 april '43 een concept op dat koningin Wilhelmina als grondslag nam voor de tekst die zij samen met Beelaerts schreef.
PRINS BERNHARDS DISTINCTIEVEN (p. 1352, r. IO--II). Als generaalmajoor had hij recht op twee gouden en twee zilveren, als luitenantgeneraal op vier zilveren sterren.
HET BRITSE WAR OFFICE (p. 1381, r.6-7). Ten onrechte aangeduid als: War Department.
JACQUES GANS (p.I449, r.4 en r.2-1 V.o.). Verliet bezet Nederland in oktober '42 en kwam na een moeilijke tocht een jaar later in Engeland aan. Hij stond in '43 dus niet met de verzetsgroep CS-6 in contact.
DE WAARSCHUWING IN HET NUMMER VAN 'DE WERVELWIND'
VAN MEI' 42 (p. I472,laatste alinea, en p. 1473, eerste alinea). In de eerste druk van dit deel hebben wij vermeld dat in het nummer van mei '42 van De Wervelwind (vrij algemeen werd verwacht dat het in de zomer van '42 tot grote Geallieerde landingen in West-Europa zou komen) als mededeling 'van bevoegde zijde'
o.m. het volgende zou zijn opgenomen: 'Indien invasie-operaties op til zijn, zal het Nederlandse volk tijdig worden ingelicht en wel door middel van alle Engelse radiostations .... Er zullen in Nederland mensen aanwezig zijn die namens onze koningin hier voorlopig het gezag zullen uitoefenen. De daartoe aan te wijzen personen en instanties zullen via alle radiozenders door onze regering tij·dig worden bekendgemaakt.' Uit deze tekst komt in werkelijkheid slechts de eerste zin in De Wervelwind voor, de rest was er in het illegale Vrij Nederland aan toegevoegd; die rest is door van Randwijk opgenomen
JHR. DR. M.L.VAN HOLTHE TOT ECHTEN (P.1484, r.20). Was vóór de bezetting burgemeester van Zeist geweest en was dus niet ontslagen.
CORRECTIE KAARTONDERSCHRIFT (p.49). Op 15 augustus '44 begonnen aan de Rivièra de landingen van het Franse Eerste en het Amerikaanse Zevende (niet Negende) Leger. * HET VERZET VAN DE DIRECTIE VAN DE MEKOG TE VELSEN, A U GUS T US' 44 (p.6 I, noot I). Het verzet tegen de levering van chemicaliën die de Duitsers voor springstoffen nodig hadden, is niet alleen door de directie van de Staatsmijnen volgehouden maar ook door die van de Mekog: beide directeuren, ir. A. H. Ingen Housz en dr. M. W. Holtrop, zijn ondergedoken.
HET LEVENSEINDE VAN KAPELAAN J. J. NAUS, J. HENDRIKX ('AMBROSIUS'
) EN HENK DIENSKE (p.78, r. 15 V.O.). Zij zijn niet op 4 september '44 in Vught gefusilleerd maar naar Sachsenhausen getransporteerd. Naus is in april '45 in Bergen-Belsen bezweken, waar Hendrikx begin mei overleden is, is niet bekend, Dienske stierf in februari '45 in een Aussenkommando van N euengamme.
M. W. ROMBOUT EN DE LANDELIJKE KP-LEIDING (p.86, r.13-14). Zijn illegale naam was 'Rob'
- wij hebben hem abusievelijk als 'R Rombouts'
aangeduid. Toegevoegd moet worden dat hij in de begintijd deel had uitgemaakt van de Knokploeg van Johannes Post.
A. MEIJER, COMMANDANT VAN DE BS IN FRIESLAND (p.98, r.3-6). Was niet tevoren Gewestelijk Commandant van de OD geweest.
JOHANNES ARNOLDUS VAN BIJNEN (p. 113, r. 10). Zijn tweede voornaam is abusievelijk aangegeven als: Adrianus.
GERBRANDY'S EERSTE GESPREK MET VAN HEUVEN GOEDHART (p. 138, r. 14). '7 juni'
moet zijn: 17 juni ('44)·
HET LEVENSEINDE VAN DE GEHEIME AGENT G. F. HOOYER (P.I45, noot 2). Deze is niet op 8 maar op 12 maart '45 doodgeschoten.
KR ULS' BENOEM ING TOT CHEF-STAF MILITAIR GEZAG (p. 164, r. 1516). Vond plaats bij koninklijk besluit d.d. 22 augustus' 44 - van Lidth'
s reactie (laatste alinea) had betrekking op het feit dat koningin Wilhelmina ermee akkoord was gegaan dat Kruls tijdelijk de rang van generaalmajoor zou krijgen.
DE DOOR VAN SONSBEECK OPGESTELDE CONCEPT-PROCLAMATIE V AN VERTROUWEN SMANNEN (p.218, r. 3-2 V.O.). Inderdaad, van Sonsbeeck ontbrak bij de bespreking op 30 augustus '44, maar zijn concept lag ter tafel (zelfde correctie: deel 10 b, p. 1002, r. 11-12).
DE OP 'DOLLE DINSDAG'
OPGESTELDE PROCLAMATIE VAN DE VERTROUWENSMANNEN (p.224, r.z V.O.). Het concept was door Cleveringa en Bosch van Rosenthal samen opgesteld (zelfde correctie: deel 10 b, p. 1002, r. 4 v.o.). Een tweede concept werd in april '45 vervaardigd. Wat op p.225 wordt geciteerd, is die tweede tekst.
'DOLLE DINSDAG'
IN WAAL WIJK (p.229, vierde alinea en noot I). Niet Duitsers werden hier gevangen genomen en ontvoerd maar NSB'ers. Een groep Nederlandse SS'ers arresteerde toen vier personen: de burgemeester, een huisarts en twee jongens, en maakte vervolgens bekend dat ze zouden worden doodgeschoten als de ontvoerden niet vóór een bepaald uur waren teruggebracht. Dat laatste geschiedde niet. Nadien werd de huisarts vrijgelaten - de burgemeester en de twee jongens werden neergeschoten maar een van die laatste twee werd daarbij slechts zwaar gewond.
TEKSTCORRECTIE (p.250, r. 8). Voor 'bijna'
leze men: ruim. * DE TREIN MET DE UIT DE PHILIPS-FABRIEKEN GEROOFDE GOEDEREN (P.297, tweede alinea). De pogingen om het vertrek van de trein
TEKSTCORRECTIE (p. 311, r.a). Voor 'overeenkomst'
leze men: overkomst.
HET MILITAIR GEZAG IN MAASTRICHT (p. 318, tweede alinea). Majoor mr. C. W. A. Schürmann, hier genoemd, was oorspronkelijk eerste toegevoegde officier van de eerste Militaire Commissaris van Limburg, majoor H. J. J. Vullinghs. Deze werd na vier weken door majoor Schürmann vervangen. Bij zijn vertrek uit Londen had Vullinghs vergeten, de wetsbesluiten mee te nemen waarmee het Militair Gezag rekening moest houden. In feite werd in de eerste weken veel van het gezag uitgeoefend door de samenwerkende leiders van diverse illegale groeperingen.
DE 'EUREKA'
-TOESTELLEN (p. 329, noot z). Dit waren geen radio- maar radarbakens.
DE FUNCTIE VAN LUITENANT-TER-ZEE A. WOLTERS BIJ DE LUCHTLANDINGEN TE ARNHEM (p. 331, r. 19-20). De bedoeling was dat Wolters in het door de British Airborne Division te bevrijden gebied het militair gezag zou uitoefenen, voorzover dat zou worden toegestaan. Officieren met een dergelijke opdracht bevonden zich ook bij de Geallieerde luchtlandingstroepen elders. * DE MISSIE VAN S. KIRSCHEN ('KING'
) (p.33I, laatste alinea, en P.332, eerste alinea). Alle vier leden van dit team waren Belgen - de sergeant en de marconisten hadden te hunner bescherming op papier een andere nationaliteit gekregen. Kirschen sprak, anders dan wij schreven, redelijk Nederlands en was, eveneens anders dan wij schreven, niet ingelicht over 'Market-Garden' (zelfde correctie: p.428, r. 10-9 v.o.). Jan Thijssens iristructie op 17 september '44 waarin sprake was van '
doorstoten Geallieerde legers naar Zuiderzee'
DE KAARTEN VAN DE AIRBORN E-DI VISIE BIJ AR N H EM (p. 341, tweede alinea). Inderdaad, de kaarten van Arnhem en omgeving waren verouderd maar daarnaast waren er stadskaarten van Arnhem waar de verkeersbrug wèl op stond.
HET KEIZER KAREL-PLEIN TE NIJMEGEN (p.346, r.8-9). Ligt ten zuidwesten, niet ten zuidoosten, van de grote verkeersbrug.
ARNHEM, ZONDAGMIDDAG 17 SEPTEMBER' 44 (p.348, r. 13 V.O.). Enkele Britse militairen verschenen die middag reeds in Arnhem.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.372). Foto 49 toont een Britse, niet een Amerikaanse tank.
HET BOMBARDEMENT VAN EINDHOVEN DOOR DE LUFTWAFFE OP DE AVOND VAN 19 SEPTEMBER' 44 (p. 375, eerste alinea). De tekst is onjuist voorzover daarin gesuggereerd wordt dat het bombardement plaatsvond op de r Sde.
DE VERNIELING VAN DE TELEFOONCENTRALE TE OOSTERBEEK (p.397, tweede alinea). Geschiedde al op dinsdag 19 september, niet op donderdag 21 september.
23 SEPTEMBER 1944. HET BEVEL TOT EVACUATIE VAN ARNHEM (p.4IO, r. 13-12 V.O.). Dit bevel was van Model afkomstig. * PRINS BERNHARDS HOOFDKWARTIER EN DE DOOR CAPTAIN BAKER AAN LINDEMANS GEGEVEN OPDRACHTEN VOOR BEZET GEBIED (p.436, r. IS en 18). Het advies van de Graaf is vermoedelijk minder positief geweest dan wij schreven, althans: op 14 september '44 (in de daarop volgende nacht ging Lindemans in opdracht van Captain Baker door de linies) berichtte het hoofdkwartier van de prins aan het Bureau Inlichtingen in Londen o.m. dat het er niet zeker van was dat Lindemans betrouwbaar was. De Graaf heeft Baker evenwel niet geadviseerd, Lindemans onder geen beding uit te zenden. * HET LEVENSEINDE VAN DE VERRADER LINDEMANS (p.442, einde
DE BEVRIJDING VAN MONTFORT (LIMBURG) (p.458, noot I). Geschiedde door de Britten, niet door de Amerikanen.
HET KAMP MET DUITSE KRIJGSGEVANGENEN IN LIMBURG (P.46I463). Dit was niet het onderduikerskamp te Helden (dit was in de zomer van '43 ontruimd en bleef ontruimd) maar een ander kamp dat bij Baarlo lag.
VERBETERDE FOTO-ONDERSCHRIFTEN (na P.476). De op foto 66 afgebeelde tankgracht was er een die bij Kleef lag. Foto 67 is in spiegelbeeld afgedrukt.
KAPITEIN-TER-ZEE L. G. 1. VAN DER KUN (p.498, r. 18). De derde voorletter moet worden toegevoegd en zijn rang is abusievelijk aangegeven als: schout-bij-nacht.
DE LANDING VAN EEN BRIGADE VAN DE LOWLAND DIVISION OP ZUID-BEVELAND IN DE NACHT V AN 25 OP 26 OKTOBER' 44 (p.509, r. 7-10). Toegevoegd moet worden dat als 'advance-party' een detachement meeging van een uit illegale werkers bestaand bataljon dat in de tweede helft van september was opgericht en door Britse Commando's was getraind. Dit bataljon heeft ook deelgenomen aan de bezetting van Duitsland. * HET VOORSTEL AAN GENERAAL HAKEWILL SMITH OM VAN VLISSINGEN UIT MET 'BUFFALOES'
NAAR MIDDELBURG OP TE RUKKEN (p. 516, laatste alinea, en p. 517). In onze tekst maakten wij melding van de kanotocht in de nacht van 4 op 5 november van de Middelburgse chirurg E. L. Nauta (deze peddelde niet naar Vlissingen maar naar Zoutelande, vanwaar hij naar Vlissingen werd overgebracht), maar naast Nauta dient ook de Vlissingse politieman Jacob van Holst genoemd te worden. Deze, een illegaal werker, had nog een nacht eerder dan Nauta Middelburg verlaten. Met een bootje bereikte hij Koudekerke. Van daar kwam hij in de avond van 4 november in Vlissingen aan, waar hij zijn mededeling dat de Duitse commandant te Middelburg geneigd was te
G. E. SCHIPPER, HOOFDVERTEGENWOORDIGER VAN HET REGERINGSCOMMISSARIAAT VOOR DE REPATRIËRING IN BELGIË (P.587, r.2 V.O.). Was geen mr. (zelfde correctie: p. 589, r. 12 v.o.). Hij was gemilitariseerd in de rang van kapitein (later: majoor).
EEN SOCIAAL COLLEGE IN HET BEVRIJDE ZUIDEN (p.640, tweede alinea). Zulk een college ging wel degelijk fungeren. Het bestond uit mr. dr. A. A. van Rhijn (voorzitter), jhr. dr. ir. W. ]. ]. de Muralt (arbeidsvoorwaarden), mr. Ph. Werner (de gewestelijke arbeidsbureaus), ir. ]. A. Markwaart (de Duw) en ]. A. Raaymakers (Raad van Arbeid).
A. VAN DER HOLST, DISTRICTSLEIDER VAN DE LO IN EINDHOVEN (p.698, r. 5). Is abusievelijk aangeduid als: van der Hulst.
PROF. DR. M. J. H. COBBENHAGEN (p.714, noot I, r. I). Deze was geen pater, wel een priester.
LUITENANT-GENERAAL J. F. VAN DER VIJVER (P.745, r.6 V.O.). Abusievelijk aangeduid als: van de Vijver (zelfde correctie: P.I033, r. IQ v.o.). * HET NEGATIEVE RAPPORT VAN MAJOOR JHR. J. J. G. BEELAERTS VAN BLOKLAND OVER HET STAFKWARTIER VAN DE LIMBURGSE STOOTTROEPEN (p.760, noot 3). Men dient bij het citaat in het oog te houden dat Beelaerts van Blokland een officier was van het vooroorlogse leger, waartegen bij van Kooten en zijn Stoottroepen aanzienlijke weerstanden bestonden. Uit de wijze waarop Beelaerts van Blokland 'het grootste deel van het officierskorps'
der Stoottroepen beschreven heeft, spreekt een animositeit welke wellicht door van Kootens onvriendelijke houding is gewekt of versterkt.
DE ZAAK-O SS EN DE V AL V AN H ET VIERDE KABIN'ET-COLI]N (P.787, r. 6-8). Die val is niet uit de zaak-Oss voortgevloeid maar uit meningsverschillen over de begroting. * DE PROCUREUR-GENERAAL IN DEN BOSCH, MR. E.L.M.H. BARON SPEYART VAN WOERDEN (P.787, eerste en tweede alinea). Wij'velen door zijn hooghartig optreden en zijn autoritaire opvattingen tegen de haren had gestreken'
toegevoegd moet worden dat zijn onvervaardheid een algemene achting had doen ontstaan. De geciteerde bewoordingen uit de brief van mr. M. M. van der Goes van Naters ('geen der honderdzestig kan hem luchten'
) moeten als onjuist worden beschouwd.
DE BRIEF VAN H. SPELEERS OVER DE BEHANDELING VAN POLITIEKE DELINQUENTEN TE MAASTRICHT (p. 830, r. 4-3 V.O.). Speleers (juiste voorletters: HA.J.J.M.) richtte deze brief, zoals vermeld, tot het Comité van Illegale Werkers - zelf was hij als districtsvertrouwensrnan van Medisch Contact lid van dat Comité.
DR. J. H. VAN ROIJENS ONTSNAPPING NAAR HET BEVRIJDE ZUIDEN (p. 921, r. 18-19). Hij voer niet door de Biesbos maar stak in de nacht van II op 12 oktober '44 bij Tiel de Waalover.
FUNCTIE VAN GENERAAL JODL (p.32, r. I V.O.). Hij was chef van de Wehrmachiführungsstab im Oberkommando der Wehrmacht.
DE DRIE OP SCHOUWEN UITGELEVERDE GEALLIEERDE KRIJGSGEVANGENEN (p.70, noot 2). Alle drie zijn in leven gebleven. * DOOD VAN EEN GETUIGE VAN JEHOVA (p. 104, r.8 V.O.). Jacob van Bennekom, die in Zwolle weigerde te spitten en deswege werd doodgeschoten, was een Getuige van] ehova. * CALORISCHE WAARDE DER DAGELIJKSE RANTSOENEN IN DE PERIODEN 1-28 OKTOBER, 29 OKTOBER-25 NOVEMBER EN 26 NOVEMBER-23 DECEMBER' 44 (p.169, r.2-3). De juiste cijfers zijn: 14°°, 1100 en 700.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 184). Foto 50 is een opname van de Laan van Meerdervoort in Den Haag,'18'
moet het woord 'december'
worden toegevoegd. * CALORISCHE WAARDE DER DAGELIJKSE RANTSOENEN IN DEC EM B ER '44, J AN U A RI '45 EN FEB R U A RI'
45 (p. 190, r. 6-7). De juiste cijfers zijn: 700, 600 en 500.
TEKSTCORRECTIE (p.246, r.8 V.O.). 'delegatie'
moet zijn: legatie.
RADIOU ITZENDINGEN IN DE HON GER WINTER (p.285, r. 16v.o. e.v.). Voor de draadomroep werd nog stroom ter beschikking gesteld, de toestellen in de 'foute'
gezinnen kon men evenwel niet meer gebruiken. Radio Hilversum ging door met uitzendingen in het Nederlands.
VAN GEELKERKENS MILITAIRE RANG IN MAART' 45 (p. p8, r. I V.O.). Hij was SS-Oberführer. * WERK VAN D. L. G. WAKKER IN HET HUIS VAN BEWARING I TE AM ST E R DAM (p. 35 I, noot I). Hij was niet een bewaker maar een politieke gevangene die bij de administratie was ingedeeld (zelfde correctie: p. 385, r.2-4, en p. 386, r. II).
TEKSTCORRECTIE (p. 357, r.8 V.O.). Voor 'april'
leze men: mei.
RANG VAN DR. J. M. SOMER IN DE HERFST VAN' 44 (p. 388, r. 12 V.O.). Hij was toen luitenant-kolonel.
TEKSTCORRECTIE (p. 392, noot, r. 7 v.o.). Voor 'Ruys'
leze men: van der Does.
DE FUSILLERING AAN HET WETERINGPLANTSOEN TE AMSTERDAM OP 12 MAAR T ' 4 5 (p. 395, r. 12 V.O.). Er zijn daar dertig, niet zes-en-dertig gevangenen doodgeschoten. Vijf anderen werden als onderdeel van deze represaille op 3 I maart '45 bij '
Rozenoord' aan de Arnstel doodgeschoten. Ook herinneren wij eraan dat de hervormde predikant dr. J. Koopmans, wiens woning op de Stadhouderskade uitzag op het Weteringplantsoen, op 12 maart dodelijk werd getroffen door een verdwaalde kogel.
HET GEDICHT NAAR AANLEIDING VAN DE FUSILLERING AAN'Albert Helman'
). * DE ACHTERGROND VAN DE DUITSE REPRESAILLE DIE AAN ZESEN-VEERTIG POLITIEKE GEVANGENEN VAN 'DE KRUISBERG'
HET LEVEN KOSTTE (p.400-401). Onze beschrijving van wat op de door de bedoelde BS-groep betrokken boerderij bij Varsseveld is geschied, bevat enkele onjuistheden. In die boerderij waren, toen vier Duitse militairen er toevallig binnenstapten, enkele BS'ers van een groep die zich '
de Barkianen' noemde, aanwezig - de vier Duitsers werden onmiddellijk gevangen genomen en ontwapend. Hun werd, hoewel de Geallieerden in aantocht waren, geen onderduikplaats aangeboden. Zij werden ter plekke ernstig mishandeld en vervolgens niet doodgeschoten maar opgehangen - een van de vier had, toen zijn lijk werd gevonden, nog de strop om zijn hals. * MR. J. ZAAIJER EN R. ZWOLSMAN (P.435, r. 10-9 V.O.). Wij schreven over Zaaijers persbericht van december '45 dat het '
van grote animositeit jegens Zwolsman blijk gaf. Dit moet luiden: waaruit een hoogst negatief oordeelover Zwolsman bleek. * DE TD-GROEP EN DE SPOORWEGSTAKING (p. 503, derde alinea en noot 2). De groep wilde zich niet, zoals wij schreven, 'van een zo groot mogelijk deel van de hulp aan de spoorwegstakers meester maken'
(daarvoor was zij al te klein) maar wèl de directie van de Nederlandse Spoorwegen en de Personeelraad zoveel mogelijk helpen. Daarbij raakte zij met het NSF in conflict. G. J. Boekhoven, die in noot 2 wordt geciteerd, was niet bij de TD-groep aangesloten.
DE VERBINDINGEN VAN HET BUREAU INLICHTINGEN, BEGIN SEPTEMBER 1944 (P.5I9, derde alinea). De Geheime Dienst Nederland is hier ten onrechte vermeld - zijn verbinding verliep niet rechtstreeks maar via de groep van ir. Th. P. Tromp ('Harry'
).
IR. A. B. SCHRADER (p. 525, laatste alinea, en P.526, eerste alinea). De eerste initiaal moet worden toegevoegd. Hij was niet samen met mr. J. A. W. Burger in Londen gearriveerd.
HET WERK VAN DE INLICHTINGENGROEP 'PACKARD'
IN DE HONGERWINTER
HET WERK VAN DE GEHEIME DIENST NEDERLAND IN DE HONGERWINTER (p. 532, tweede alinea). De groep werd van Amsterdam uit geleid en de weergegeven mededeling van Tromp geeft een verkeerde indruk: deze f 500 zijn in november '45 uitgegeven ten behoeve van het afscheidsdiner van de GDN waarbij talrijke hoge autoriteiten aanwezig waren. Wij willen tevens vermelden dat het door sommigen zinloos geachte tellen van Duitse voertuigen plaatsvond in opdracht van het Bureau Inlichtingen.
DE MAAGOPERATIE VAN BRIGADIER-GENERAL HACKETT (P.545, r. 14 V.O.). Vond plaats te Arnhem in het Sint Elisabeths Gasthuis, niet in het Diaconessenhuis.
DE RANG VAN LEO HEAPS (p.546, r.14 V.O.). Hij was luitenant, niet sergeant. * DE NEDERLANDSE GIDS BIJ DE OPERATIE PEGASUS I (P.549, [,1 V.O., en p. 550, eerste alinea). Dit was niet Jan Peelen maar Maarten van den Bent. Peelen had de verzamelde wapens van de Airbornes in een boerenwagen naar hen toe gesmokkeld.
DE MARCONIST VAN A. DU BO IS, GEHEIM AGENT VAN MI-9 (P.551, noot I). Dit was de Belg Raymond Holvoet. Ook hij is in december '44 gearresteerd; hij werd in april' 45 bij Zwolle doodgeschoten.
TEKSTCORRECTIE (p.669, [,4). In plaats van 'een'
leze men: de.
R. C. MICHELS, AGENT VAN HET BUREAU BIJZONDERE OPDRACHTEN (p. 670, noot 3). Hij was in Engeland tot Commando opgeleid; onjuist is dat hij in Brits-Indië tot het Korps Insulinde had behoord.
HET BOMBARDEMENT VAN HET HOOFDKWARTIER VAN HET DUITSE VIJFTIENDE LEGER TE DORDRECHT (P.769, [,7-8). Vond niet van Engeland uit plaats maar werd uitgevoerd door Typhoons die hun basis hadden op een vliegveld bij Antwerpen.'Te Werve'
bij Rijswijk.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.788). De jeep op foto 102 is niet met een luchtdoelmitrailleur uitgerust maar met een zwaar machinegeweer.
LIEUTENANT-GENERAL SIR RONALD SCOBIE (p.796, r. 14). Zijn voornaam is abusievelijk aangegeven als: Roland.
TEKSTCORRECTIE (p.815, noot I, r.3 v.o.). Men leze: bovendien het recht tot het nemen van besluiten enz.
VERW IJ ZIN GSC0 RRECTI E (p.842, r. 13). In plaats van naar kaart VIII in deel 10 b dienen wij te verwijzen naar de kaarten VII en VIII in deel 8.
DE VROUWEN IN HET AUSSENKOMMANDO-REICHENBACH (p.882, slot derde alinea en noot 2). Van de uit Vught overgebrachte gevangenen is één in Reichenbach overleden en zijn bij de evacuatie twee die ziek waren, achtergebleven - zij zijn, voorzover bekend, niet teruggekeerd. Uit de groep van vijftig werden er tijdens de evacuatiemars twee doodgeschoten. * DE VROUWEN IN HET AGFA-AUSSENKOMMANDO TE MÜNCHEN (p. 883, eerste alinea). Anders dan Ella Lingens-Reiner schrijft, is er geen sprake van geweest dat zij elke zondag met de SS-Aufseherinnen konden gaan wandelen en de staking waartoe het in januari '45 kwam, is vermoedelijk gevolg geweest van het feit dat er te weinig eten werd gegeven, niet van het feit dat daar geen zout meer in zat.
TEKSTCORRECTIE (p.917, r.8 V.O.).Voor 'op'
leze men: of.
SEYSS-INQUART WIST WIE DE VERTROUWENSMANNEN WAREN (p. 1012, r. 5-3 V.O.).Hij kon dat niet weten op grond van de aan de SD in handen gevallen exemplaren van de bevrijdingsproclamatie van het college, want daar stonden geen namen onder.
TEKSTCORRECTIE (p. 1016, r. 14 V.O.).Voor 'drie'
leze men: twee.
V ERBETERD KAARTONDERSCHRIFT (p. 1129).Voor 'Canadese Tweede Leger'
, leze men: Canadese Eerste Leger.
VERB ETERD FOTO -0 ND ERS CH R 1FT (na p. 1140).Foto 125 is niet in april '45 in Leeuwarden gemaakt, maar in september '44 in Eindhoven.
DE BEVRIJDING VAN DOESBURG, ZUTPHEN EN DEVENTER EN DE CANADESE OVERTOCHT OVER DE IJSSEL (p. II4I, tweede alinea). Op I I april '45 waren Zutphen en Deventer reeds bevrijd (resp. op 8 en op 10 april) - Doesburg werd pas bevrijd op de röde, De Canadese overtocht vond plaats bij Gorssel. Brummen werd bevrijd op IS april.
HET OP HET LAATST DOODSCHIETEN VAN TODESKANDIDATE IN HET OOSTEN EN NOORDEN DES LANDS (p. II43 e.v.). Toegevoegd moet worden dat op de dag dat Brummen werd bevrijd, aldaar nog negen inwoners door de SD werden doodgeschoten: ten dele gewone burgers, ten dele illegale werkers. De beschreven SD-terreur heeft dus (p, 1145, r. IS) niet aan 107 maar aan II6 personen het leven gekost.
TEKSTCORRECTIE (p. II47, r. 13). Voor 'zondagmiddag'
leze men: woensdagmiddag.
DE AMERIKANEN NAAR MAAGDENBURG (p. II68, r. 19). Dit deed hun Negende, niet hun Derde Leger.
HET SPELDJE NWO BIJ DE GROEP NEDERLANDSE KRIJGSGEVANGENEN IN MÜHLBERG (p. JI82, r. 8 V.O. en noot I). Het was NWO, niet MWO, en NWO was de afkorting van Niet-Werkende Onderofficieren.
CORRECTIE FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 1220).Foto 156 is een opname uit Wöbbelin (evenals foto 149).
DE CAPITULATIE VAN DE DUITSE HEERESGRUPPE IN ITALIË (p, 1260, r. IS). De Russische vertegenwoordiger nam slechts deel aan de besprekingen in Alexanders hoofdkwartier.'naast hem'
leze men: aan zijn linkerhand.
HET BERICHT VAN HITLERS ZELFMOORD, 30 APRIL '45 (p.I364, r. 17 V.O.).Niet Goebbels sprak voor de Reichsrundfunk maar een omroeper.
KAPITEI N MR. A. B. j. KOCH (p. 1393, r. 7). Zijn rang is ten onrechte als 'luitenant'
aangegeven.
OPRUKKEN VAN DE BEVRIJDINGSTROEPEN OP MAANDAG 7 MEI '45 (p. 1421, tweede alinea). Niet alleen de verkenningseenheid van de Britse 49th Infantry Division zette zich in beweging maar dat deden ook de andere onderdelen van deze divisie. Zij reden onder meer Utrecht, Amersfoort en Hilversum binnen (deze correctie geldt ook voor p. 1433, noot I).
DE SCHIETPARTIJ OP DE DAM TE AMSTERDAM, 7 MEI 1945 (p.I423, r. 12). Hierbij is één BS'er gesneuveld.
TEKSTCORRECTIE (p. 1432, noot I). 'Greef moet zijn: Graaf.
DE ARRESTATIE VAN MUSSERT OP 7 MEI' 45 (p. 1436, r. 3-4). Hij werd gearresteerd door de BS-commandant in Den Haag, een tweede hoge BS-functionaris, de waarnemend hoofdcommissaris van de Haagse politie en vier rechercheurs.
KAARTCORRECTIE (p.I44I). Kaart XVIII is in zoverre onjuist dat de Betuwe nog aangegeven is als een geïnundeerd gebied. De Betuwe stond alleen onder water als er hoog water was op de grote rivieren. Het gebied was weer droog na ca. 10 maart '45.
ONJUISTHEDEN IN DE KAARTEN. In de kaarten is door onvoldoende controle een aantal storende topografische onjuistheden blijven staan - wij zijn daar op gewezen door prof. dr. A. J. Pannekoek.
De ernstigste fouten komen voor op kaart XVII (Java) op p. 1002-1003. De naam Madioen moet vervangen worden
Een foute schaal komt ook voor op de volgende kaarten:
XIII, Celebes (p, 8Il): 200 km moet zijn ca. 290 km;
XIV, Borneo (p. 816): 500 km moet zijn ca. 250 km;
XV, Sumatra (p. 857): 200 km moet zijn ca. 300 km.
De terreinhoogten (gebied boven 100 m en 1000 m) zijn op veel plaatsen onjuist weergegeven. Op kaart I (p.z) is het gebied boven 1000 m ten noorden van Bandoeng te groot aangegeven waardoor enige toegangswegen naar Bandoeng te hoog zijn komen te liggen; de weg van Buitenzorg naar het oosten is te laag aangegeven: hij ligt in werkelijkheid voor een gedeelte boven 1000 m. De kuststrook lager dan 100 m langs de zuidkust is veel te breed; in feite is het op vele plaatsen een steile kust. Veel te brede stroken land lager dan 100 m langs de kusten komen ook voor op de kaarten VI, Sumatra (p.62), VII, Nieuw-Guinea (p. 320), XIII, Celebes (p.Br r), XV, Sumatra (p.857), XVI, Timor (p.899) en XX, Nieuw-Guinea (p. II II).
ONJUISTE DATUM (p. 3, r. IS V.O.).Voor 'woensdag II maart'
leze men: woensdag 4 maart.
HET HINDOERIJK MADJAPAHlT (p.26, r.5 V.O.). Dit is een betere schrijfwijze dan 'Modjopahit'
. Hetrijk lag niet op West- en een deel van Midden-Java maar op Oost- en een deel van Midden-Java. * DE OOST-INDISCHE COMPAGNIE 'EN DE DOOR JAVANEN BEDREVEN INTERINSULAIRE SCHEEPVAART (p.36, r.I3 v.o. e.v.). Wat wij hier schreven, is niet juist. In een bespreking van deel I I a heeft de historicus P. J. Drooglever opgemerkt dat de politiek van de Compagnie 'niet gericht was op uitbanning maar op regulering van de inheemse handel en scheepvaart door middel van een passensysteem. In hoeverre het handelsvolume onder dit regime is uitgedijd of ingekrompen, valt bij de huidige stand van het onderzoek niet te zeggen.'
(Bijdragen van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde, 1986, afl. II-III)
DE WERKKOLONIES WILLEMSOORD EN FREDERIKSOORD (p. 53, r.6). De eerste lag in Noordwest-Overijssel, alleen de tweede in ZuidoostDrente.'vervreemding'
werd niet alleen verkoop verstaan maar elke transactie tot blijvende overdracht, zoals schenking en (in sommige gevallen) verpanding op grond van het adat-recht. In noot I wezen wij op de schadelijke gevolgen die het ontbreken van zulk een regeling had in Birma maar hetzelfde kan worden opgemerkt met betrekking tot sommige Britse koloniale gebieden in Àfrika, bijvoorbeeld Kenya.
INDIË'S '
FINANCIËLE ZELFSTANDIGHEID' (P.79, r. 19).Wij schreven dat Indië 'op I januari 1867 financieel zelfstandig geworden'
was - dat is niet juist. Op die datum werd de Indische Comptabiliteitswet van kracht die onder meer bepaalde dat de Nederlandse Staten-Generaal de Indische begroting moesten goedkeuren. Indië kreeg in 1912 rechtspersoonlijkheid, hetgeen onder meer de bevoegdheid tot het aangaan van leningen inhield, maar ook deze moesten door de Staten-Generaal worden goedgekeurd.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p.82, foto 8). Voor 'Door het Knil uitgemoorde kampong in de Bovenlanden van Atjeh' leze men: 'Het Knil heeft in de Bovenlanden van Atj eh een door de Atj ehers versterkt punt veroverd.'
* HET ACHTERBLIJVEN VAN DE STIJGING VAN DE PRODUKTIVITEIT BIJ DE RIJSTTEELT (P.94, eerste alinea). Wij wezen erop dat de produktiviteit van de suikergronden van 1900 tot 1940 met 75 % steeg en die van de rijst-sawahs van 1916 tot 1940 met nog geen 9 % en vervolgden toen: 'Zo richtte de energie van het Europese bedrijfsleven zich in de eerste plaats op wat voor Europa, niet op wat voor Indië wenselijk was.'
In een bespreking van deel II a heeft de historicus P. J. Drooglever er op gewezen dat wij verzuimd hebben te vermelden dat op de aaneengesloten suikerarealen wèl een wetenschappelijke bedrijfsvoering mogelijk was maar 'niet op het eindeloos versnipperde sawah-Iand van de Indonesische rijstverbouwer ... Opmerking had verdiend dat, mede dank zij de inspanningen van de betrokken overheidsdiensten, Java het enige gebied in Zuid- en Zuidoost-Azië was waar in de eerste decennia van de twintigste eeuwalthans nog enige toename van de rijstopbrengst per hectare kor:'de beduchtheid dat industrieprodukten welke men aan Indië kon leveren, in Indië zelf zouden worden vervaardigd.'
Dit tweede motief heeft wel bij sommige investeringsbeslissingen een rol gespeeld maar niet in die mate het beleid bepaald als wij suggereerden.
DE UIT INDIË AFVLOEIENDE WINSTEN VAN HET WESTERS BEDRIJFSLEVEN (P.97, r.a). Wij schreven van 'een percentage dat tussen 6 en 7 ligt'
- bedoeld wordt uiteraard: per jaar.
DE INDIS CHE COMPTABI LITEIT (p. 97, r. 3-2 V.O.). Indië had ook al vóór 1867 een eigen comptabiliteit; deze was evenwel niet bij de wet geregeld.
DE VOLKSTELLING VAN 193 ° (p. !O3, r.4-3 V.O.). Deze was onder het Nederlandse bewind niet alleen de laatste maar ook de eerste.
KENNIS VAN HET MALEIS BI] EUROPEANEN (p. 107, r. 13 V.O.). Behalve de door ons genoemde bestuursambtenaren, zendelingen en missionarissen hadden ook in het algemeen de op de ondernemingen werkzame Europeanen een redelijke kennis van het Maleis. * DR. P.]. A. IDENBURGS NOTA UIT '40 OVER HET ONDERWI]S AAN INDONESIËRS (p. 151). Wij citeren uit deze nota Idenburgs 'erkenning dat ons de middelen ontbreken om krachtig en in een snel tempo de voor onze doelstelling vereiste activeringspolitiek te voeren.'
Daaraan voegden wij toe: 'In breder historisch verband beschouwd, betekende die erkenning dat het Nederlands koloniaal bewind (Idenburg had dat scherp gezien), al zijn inspanningen ten spijt, niet bij machte (was) zijn eigen politieke doelstellingen in een voldoend tempo te realiseren.' Wij hadden er evenwel op dienen te wijzen dat Idenburg in de bedoelde nota het voorstel deed om tot een verdergaande '
Indianisatie' van het onderwijs over te gaan en tot aanpassing daarvan aan het niveau der Indonesiërs. 'Het was'
, merkte de historicus P. J. Drooglever op, 'niet de erkenning
HET KONINKLIJK INSTITUUT VOOR TAAL-, LANDEN VOLKENKUNDE (p.176, r.7-8). Is sinds het einde van de jaren '60 in Leiden gevestigd.
DE BOROBOEDOER (p.I76, r. 10-9 V.O.). Kan beter aangeduid worden als 'een van'
s werelds indrukwekkendste getuigenissen van Boeddhistische kunst', in plaats van 'Hindoe-kunst'
.
DE RECHTSPRAAK TEN AANZIEN VAN INHEEMSEN (p. 183, tweede alinea). Grondslag van de civiele rechtsbedeling was overal het adat-recht - het op de Koran gebaseerde Islamietische recht was alleen grondslag voor de meeste aspecten van het huwelijksrecht in geval sprake was van huwelijken tussen Islamietische echtgenoten. Wij schreven voorts (p. 183, r. 16) dat er in de Buitengewesten één landraad 'per gewest'
was - beter is: één landraad in elke belangrij ke plaats van een residentie. Zo kenden de 10 residenties van Sumatra, Riouwen onderhorigheden en Banka en onderhorigheden 39 landraden. In totaal waren er zowel op Java als in de Buitengewesten ruim 70 landraden, bij elkaar dus meer dan 140.
HET GOUVERNEMENT EN DE ZENDING EN MISSIE (P.203, tweede alinea). Het Regeringsreglement van 1854 bevatte niet de bepaling dat de gouverneur-generaal de gebieden kon aanwijzen waar zendelingen en missionarissen aan het werk konden gaan, wèl al de op P.204 geciteerde bepaling die in '25 voorkwam in de Wet op de Indische staatsinrichting. Deze bepaling is, anders dan wij op P.204, noot I, vermeldden, alleen in de jaren 1886-89 op inheemse 'Christenleraars, priesters en zendelingen' toegepast. 'Dubbele zending'
, d.w.z. het in één gebied werkzaam zijn èn van zendelingen èn van rnissionarissen, werd (P.205, noot I) alleen voorkomen in de jaren 1901-1927. In de praktijk werd de geciteerde bepaling steeds meer uitgehold doordat het gouvernement allerlei takken van zendings- en missie-activiteiten aan haar werking onttrok.
DE 'RECHTSPOSITIE DER INLANDSE CHRISTENEN'
(P.203, tweede alinea). Deze moest, aldus de Troonrede van 1901, beter geregeld worden. Wij merkten vervolgens op dat het in Indië 'niet kwam tot een wettelijke gelijkstelling van inheemse Christenen aan Europeanen'
- deze gelijkstelling lag evenwel niet in de bedoeling, omdat het gouvernement de inheemse Christenen in beginsel in de adat-sfeer wenste te houden. De zending was in meerderheid tegenstandster van zulk een gelijkstelling.
DE FINANCIËLE STEUN VAN HET GOUVERNEMENT AAN DE CHRISTELIJKE KERKEN (P.204, r.2-1 V.O.). Die steun werd alleen gegeven aan de z.g. Protestantse Kerk in Nederlands-Indië ('de Indische kerk'
) die de vrucht was van het werk van predikanten en 'ziekentroosters'
van de Oost-Indische Compagnie en die haar status kreeg van koning Willem I, alsmede aan de uit de zendingsarbeid voortgekomen kerken van Indonesiërs. De zending als zodanig werd niet door het gouvernement gesubsidieerd. De zending had er voorts bezwaar tegen dat de door haar opgerichte Indonesische kerkgenootschappen deel zouden gaan uitmaken van de Protestantse Kerk in Nederlands-Indië.
DE LIGGING VAN NIAS (P.205, r.12). De tekst verwijst naar kaart VI maar op die kaart staat het eiland Nias niet vermeld - het is het op een na noordelijkste van de ten westen van Sumatra liggende eilanden welke op die kaart staan aangegeven.
HET EINDE VAN HET KABINET-HEEMSKERK (p.279, r. 1-2). Dit kabinet kwam in '13 niet '
ten val' maar vroeg om ontslag in verband met de toen te houden algemene verkiezingen.
BUKITTINGGI (p.293, noot 2). Abusievelijk is één g weggevallen.
HATTA'S OPLEIDING (p.326, t.j). Hij doorliep niet de hogere burgerschool (hbs) in Padang (daar was geen hbs) maar een hbs in Batavia. * HET BESEF VAN DE TIJDELIJKHEID VAN HET NEDERLANDSE KOLONIALE REGIME (p.409, begin laatste alinea). Dat besef leefde niet alleen bij de politieke linkerzijde in Nederland maar ook bij talrijke zendelingen.
EEN CHINESE VOLGELING VAN SNEEVLIET (p.438, r.3 V.O.). Dit was niet Yap Tjwan Bing maar Yap Swie Siang.
A. H. J. LOVINK (p.52I, r. 8). Zijn voorletters zijn hier abusievelijk aangegeven als: A. J. H.
DE GOUD-INLEVERING IN MEI '40 (p.546, r.7). Gouden sieraden behoefden niet ingeleverd te worden maar aangezien zij 'ongemunt goud'
zijn, moet het woord 'dus'
geschrapt worden.
DE AMERIKAANSE EN BRITSE ZEESTRIJDKRACHTEN IN HET VERRE OOSTEN IN 1940 (p.552, einde tweede alinea). Er waren wèl enkele zware kruisers maar er was geen enkel slagschip en geen enkel groot vliegkampschip.
DE PERHIMPUNAN PEGAWAI BESTUUR BOEMIPOETRA (VERENIGING VAN AMBTENAREN VAN HET INHEEMS BESTUUR (p.6I6, eerste alinea). Van deze vereniging konden wel degelijk ook regenten lid worden - in het midden van de jaren '30 had meer dan de helft van die regenten dat gedaan.
DE VERVANGING VAN DE 'JAVA'
(p.626, r.5-4 V.O.). De 'Jacob van' was niet als vervanger van de '
Java' gedacht maar als tweede flottieljeleider (naast de 'Tromp'
). De bedoeling was dat de 'Java'
en de 'Sumatra'
in '42 door twee nieuwe kruisers zouden worden vervangen.
DE REGERINGSVERKLARING VAN HET VijFDE KABINET-COLijN (p.629, r. 13). Werd niet eind juni, maar eind juli '39 afgelegd.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p.6S6). Op foto 90 is op de achtergrond niet de vulkaan Tangkoeban Prahoe afgebeeld maar de vulkaan welke ten westen daarvan ligt, de Boerangrang.
DE' 0 P TEN NOOR T'
(p. 662, r. 19). Was niet een schip van de Stoomvaart Maatschappij Nederland maar van de KPM.
GECORRIGEERD INDONESISCH WOORD (p.698, r. I). Voor 'seantero' leze men: sesandaran.
DE AMERIKAANSE VERLIEZEN IN PEARL HARBOR (p.726, tweede alinea). Wij schreven: 'De acht Amerikaanse slagschepen werden alle tot zinken gebracht of zeer zwaar beschadigd.'
Dat is niet juist: twee werden er tot zinken gebracht, drie zwaar, drie licht beschadigd en die laatste drie waren binnen drie weken weer in dienst.
DE UITWISSELING IN LOURENÇO MARQUEZ (P.7SI, r.8 V.O.). Het jaartal '41 moet zijn: '42.
DE INZET VAN DE IN DECEMBER '41 NAAR SUMATRA EN SINGAPORE GEZONDEN NEDERLANDSE BOMMENWERPERS EN JAGERS (p. 769, laatste alinea). Van de drie afdelingen Glenn Martins (te zamen 22 toestellen) werd slechts één naar Java teruggezonden en de resterende toestellen zijn wel degelijk ook offensief gebruikt.
DE VIA AFRIKA OVERGEVLOGEN B-I7'S EN B-24'
S (p.80S, r.S). Er kwamen er op Java 45 aan, niet 50.
GOLF VAN BONE (p. 81 I, kaart XIII). Abusievelijk aangegeven als: 'Golf van Boni'
.
KO LO N 0 DA LE (p. 813, r. 6-7). Deze plaats op Celebes is hier abusievelijk 'Kolonedale'
gespeld.'Boni'
leze men: Bone.
HET KPM-SCHIP 'SLOET VAN DE BEELE'
(p.867, r.12). Is in 1914 in dienst gesteld en dus ten onrechte als 'modern'
aangeduid.
DE COMMANDANT VAN DE 'JAVA'
(p.936, r. I). P. B. M. van Straelen had de rang van kapitein-ter-zee.
KA PITEI N -TER - ZEE W. A. DE JON G (p. 948, r. 20). Als zijn initialen zijn abusievelijk W. J. vermeld.
DE LIGGING V AN BROOME (P.949, r. 16-17). Er wordt hier verwezen naar kaart XI maar op die kaart staat Broome niet vermeld, wèl Darwin en Port Hedland. Voor Port Hedland leze men: Broome. * DE TOCHT VAN DE 'JANSSENS'
VAN TJILAT]AP NAAR FREMANTLE (P.957, laatste alinea). Er waren slechts vier vrouwen aan boord en geen kinderen van marinepersoneel - bij de beschieting op 3 maart door twee japanse vliegtuigen is een matroos-mitrailleurschutter zwaar gewond. Toen de tweehonderdvijftig van de oorspronkelijk ruim vierhonderd opvarenden het schip verlieten, bleven drie vrouwen aan boord, onder wie de echtgenote van een milicien-matroos, D. Habig-Goulmy, die zich naar Fremantle onderweg zo voorbeeldig gedroeg dat ze van alle overige opvarenden een Leica-fototoestel cadeau kreeg. Haar man werd in Australië naar een marinekamp gestuurd maar zij kreeg te horen: 'Er mochten geen vrouwen uit Indië overkomen, dus u bestaat niet.'
(Brief, IS jan. 1986, van W. N. van de Poll)
DE MOBIELE EENHEID (p.996, r. 5 V.O.). Vermelding verdient dat deze eenheid O.m. beschikte over de enige 7 van de in de Verenigde Staten bestelde 600 tanks (p. 632, r.4) die Indië bereikten; ze waren uit Tjilatjap opgehaald. De eenheid was een gevechtsgroep van de infanterie.
DE JAPANSE LANDING BI] REMBANG (p. 1013, r.o). De plaats van die landing (een kleine, diepe baai waar zich in de jaren '30 japanners hadden gevestigd om uit fossiele schelpen parelmoer en vloertegels te maken) lag op Midden-, niet op Oost-java.
DE STRIJD OM DE TJIATER-PAS (p. 1039, r. 13-14). Wij schreven dat de stelling aan de Soebangse zijde van de pas op de avond van donderdag 5 maart '42 was opgegeven. Dat is niet juist: in die stelling bevond zich toen nog een aantal militairen, o.m. een groep dienstplichtigen die in opleiding waren voor reserve-officier; deze militairen trokken zich pas de volgende dag terug.
H ET V ERTR EK V AN G. A. V AN BOVEN E EN ZIJN VROUW (p. 1060, r. 8). Ze zijn hier ten onrechte vermeld als medepassagiers van van Mook - op P.1052, noot 3, staat al dat zij begin november '41 naar de Verenigde Staten waren gezonden.
KAPITEIN H. J. DE VRIES (p. 1060, r. 17-18). Van deze die naar Australië uitweek, hebben wij de personalia onjuist vermeld. Hij was niet een reserve-kapitein maar een beroepskapitein van de Generale Staf, werkzaam bij het Departement van Oorlog te Bandoeng.
HET VERTREK VAN H. V. QUISPEL (p. 1060, eerste alinea). Deze is niet met een Lockheed naar Australië uitgeweken maar met admiraal Helfrich meegevlogen naar Brits-Indië. * DE GROEP VAN LIEUTENANT-COLONEL LAURENS VAN DER POST EN DE HULP, VERLEEND DOOR D. W. N. KRIEK (p. 1075-76). Er kornen in onze beschrijving enkele onjuistheden en onvolledigheden voor. Onjuist is dat van der Post Soekaboemi verliet 'na het bericht van de capitulatie van het Knil vernomen te hebben'
- toen hij nl. op 8 maart '42 dat bericht vernam, bevond hij zich met zijn groep al in het gastenhuis van de door ons bedoelde mijnbouw-onderneming. Hij was daar opgevangen door de administrateur van de goudmijn, D. W. N. Kriek, die tevens commandant was van de landwacht in de betrokken streek. Kriek heeft van meet af aan belangrijke hulp verleend aan de groep in de bergen (zij vond daar onderdak in een uitwijkkamp voor de gezinnen van Nederlandse employés van de mijnbouw-onderneming). Door het verraad van een mijnbouw-employé kenden de Japanners de streek waar de groep van van der Post zich ophield. Van der Post had, toen hij zich overgaf, slechts één gewonde Australiër bij zich. De vier Australische militairen die naar de Zuidkust trokken, zijn onderweg vermoord. Kriek
DE LIGGING yAN KOEALA LOEMPOER (p. I089, r.21-22). Er wordt verwezen naar kaart XV maar op die kaart staat Koeala Loempoer niet aangegeven. Deze stad ligt bij de westkust van Malakka, iets zuidelijker dan de breedtegraad van Medan.
DE EVACUATIE VAN VROUWEN EN KINDEREN VAN INHEEMSE KNIL-MILITAIREN UIT ATJEH (p. 1097, r. 8 V.O.). Er werden geen 'auto'
s en autobussen' gebruikt maar open vrachtauto'
s.
DE MOORD DOOR DE JAPANNERS OP EEN AANTAL GEESTELIJKEN OP EEN VAN DE TANIMBAR-EILANDEN (p. IIIO, r.7-8). Dezewandaad is in werkelijkheid op een van de Kei-eilanden gepleegd. Daar was de zetel van de apostolische vicaris van Nieuw-Guinea, een van de slachtoffers.
DE VERNIELING VAN HET SCHIP VAN DE GOUVERNEMENTSMARINE TE MANOKW ARI (NIEUW-G UINEA) (p. I lIS, noot z). Deze vernieling vond plaats conform de vlootorder dat voorkomen moest worden dat aan de Japanners schepen in bruikbare staat in handen zouden vallen. Behalve de matroos eerste klasse die onthoofd werd, werden ook nog enkele schepelingen opgehangen.
DE KPM (p. 1I46). Deze drie letters zijn natuurlijk de afkorting van Koninklijke Paketvaart Maatschappij, niet van Koninklijke Petroleum Maatschappij.
DE 'PRINCE OF WALES'
EN DE 'REPULSE'
(p.8, r.6). Kwamen op 2, niet op 6 december '41 in Singapore aan.
TEKSTCORRECTIE (p. 19, r. 5 V.O.). Voor: 'verleende Todjo gratie'
leze men: liet Todjo gratie verlenen.
AMERIKAANSE EN JAPANSE VLIEGKAMPSCHEPEN (p.24, tweede alinea). Vóór de Slag bij Midway hadden de Amerikanen er zes (niet zeven) en na die slag vijf. Voor de Japanners waren die cijfers: elf en zeven.
TEKSTCORRECTIE (p.27, r. I v.o.). Voor 'Department of the Army' leze men: War Department.
DE ONDERGANG VAN DE 'JAMATO'
(p.39, noot I). Dit slagschip, het grootste ter wereld, werd door de Amerikaanse luchtmacht tot zinken gebracht.
JAPANS NIEUWE VLIEGKAMPSCHEPEN (p.43, r. 14). Er kwamen in de genoemde periode Ia nieuwe gereed, niet 13.
DE CONFERENTIE VAN TEHERAN (p.65, r. 14 V.O.). Vond plaats van 28 november tot 2 december 1943.
AANTAL DODEN DOOR DE BOMBARDEMENTEN VAN HAMBURG, JULI-AUGUSTUS '43 (p.86, r.I8). De beste schatting is: ca. vijf-endertigduizend.
DE ZEVENDE DAG-ADVENTISTEN (P.I05, noot I, r.z). Zijn hier ten onrechte gelijkgesteld aan de Heiligen der Laatste Dagen (de Mormonen).
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. IlO). De juiste datum is: 7 april 1945.
TEKSTCORRECTIE (p.220, r. 5). Voor 'vorstendom'
moet 'van het'
worden ingevoegd.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (voor p.223). De juiste vertaling van de eerste zin van afb. 35 is: 'Volwassenen, kinderen, spreekt de taal
TWEE TEKSTCORRECTIES (p, 263, r. 5). Voor 'predikanten'
leze men 'predikanten en priesters'
en de laatste twee regels van deze alinea dienen te luiden: 'mgr. Willekens achtte het prudent, het Japanse verzoek in te willigen.'
DE BESPREKINGEN IN HET OLCOTT PARK HOTEL TE BANDOENG (p.298 e.v.).Van de deelnemers aan deze besprekingen onder leiding van mr. H. J. Spit, vice-president van de Raad van Nederlands-Indië, is ir. C. Hillen, hoofd van de P1T, niet onmiddellijk gearresteerd; hij werd begin '43 geïnterneerd en pas later door de Kenpeitai als 'samenzweerder'
behandeld: verhoord, gemarteld en begin '45 tot gevangenisstrafveroordeeld; aan de gevolgen daarvan overleed hij begin november '45.
'D J ALAN'
(p.314, laatste alinea). De juiste vertaling is niet 'boulevard'
, maar: weg.
GENERAAL-MAJOOR L. H. VAN OYEN (p.339, r.11-12). Zijn rang in maart '42 is abusievelijk als '
luitenant-generaal' aangegeven. * DE NIPPON-WERKERS (p. 363, vierde alinea en elders). 'Wij willen'
, schreven wij, 'de term '
ballenjongens' vervangen door de minder minachtende term welke ook door dr. van Velden' (nl. in haar werk over de Japanse interneringskampen voor burgers) 'gebruikt is: de Nippon werkers.' Daaraan willen wij nu toevoegen dat wij met het gebruik van deze term niets negatiefs ten aanzien van de betrokkenen als groep hebben willen aangeven. Er hebben zeer velen toe behoord die zich bewust waren dat zij door de voortzetting van hun werk de steunkassen ontlastten. Bovendien leek die voortzetting van belang opdat men, als eenmaal de bevrijding daar was, bepaalde posten nog in handen zou hebben.
DE PERSOONSBEWIJZEN EN BELOFTEN DER 'NIPPON-WERKERS'
(p.366, laatste alinea en P.367, eerste alinea). Wat wij hier vermelden, geldt slechts voor Java. * ONTSNAPPINGEN UIT DE GROTE OOST (D.W.Z. VAN AMBON) NAAR AUSTRALIË IN FEBRUARI-MAART '42 (p.393, laatste alinea).
Voorts is uit Babo (Nieuw-Guinea) een gehele Knil-compagnie in maart '42 naar Australië uitgeweken.
DE TOCHT VAN H. J. DE HAAS (P.402, kaart XI). Het eilandje Savoe dat hij aandeed, is abusievelijk als 'Maoernere'
aangegeven.
KAARTCORRECTIE (p.402). Op kaart XI leze men voor 'Satingar'
: Satengar.
JAPANSE ARRESTATIES ONDER DE CHINEZEN OP JAVA (p.420, r.z). Voor 'maart '
42' leze men: maart '43. * HET VERRADEN v AN HANNY HILGERS (p. 432, noot 2). Wij schreven dat zij, een kantoormeisje, begin augustus '43 werd verraden door een vroeger collega'
tje. De naam van dat collega'tje hebben wij niet vermeld maar wij stellen er in het licht van informatie die wij na de publikatie van deel II b ontvingen, prijs op, nu als onze mening te geven dat niet vaststaat wie Hanny Hilgers verraden heeft.
HET ILLEGALE WERK VAN MR. J. L. WELTER (P.433, r.8-9). Anders dan wij schreven, nam Welter zijn vrouw niet mee naar Bandoeng - zij bleef in Buitenzorg wonen in een ander huis waarheen zij twee revolvers en enkele handgranaten in de luierwas meenam. Pas later verhuisde ook zij met haar kinderen naar Bandoeng. Haar man is (r. 21) niet in Buiten16
'SMITH'
(p.440, noot, r.z). Dit was inderdaad Captain John Douglas; deze was een officier van de Australische Intelligence.
DE IN MEI '43 DOOR DE JAPANNERS GEVRAAGDE LOYALITEITSVERKLARING (P.443, tweede alinea). Ondertekening daarvan is in Soerabaja door twee werknemers van het Koffiefonds geweigerd - zij werden deswege niet berecht.
DE CLANDESTIENE CONTACTEN VAN DE GOUVERNEURS WINKLER EN HARTEVELT (P.445, laatste alinea, en P.446, eerste alinea). Onze tekst suggereert dat de twee gouverneurs een gemeenschappelijke opzet nastreefden - dat is niet juist. Ook is er wel degelijk sprake geweest van Japanse processen. Daarbij werd gouverneur Winkler tot twintig jaar gevangenisstraf veroordeeld - hij is, zoals vermeld, in de Soekamiskingevangenis bezweken en mèt hem zijn nog zeven of acht anderen (dat waren niet alleen bestuursambtenaren) omgekomen.
HET ILLEGALE WERK VAN W. A. MEELHUYSEN (P.447, derde alinea). Zijn achternaam is verkeerd gespeld, nl. met een z in plaats van met een s.
HET ILLEGALE WERK VAN F. S. VAN DAVELAER (p.448, noot I). Zijn naam is abusievelijk weergegeven als: F. S. Davelaar. Zijn groep te Soerabaja werd begin mei '43 door de Kenpeitai opgerold maar hij is later in een van de kampen te Bandoeng geïnterneerd.
STEYN VAN HENSBROEK (p.450, r.8 en vierde alinea). Dejuiste naam is: van Steyn van Hensbroek; zijn voorletters zijn: J.K.H.
RESERVE-KAPITEIN K. TEN VELDE (VERZET OP SUMATRA'S OOSTKUST) (P.464, laatste alinea, en P.465, eerste alinea). Hij was niet procuratiehouder van een aardoliemaatschappij geweest maar directeur van het Belgische administratiekantoor van de Société Internationale de Plantation et de Finance. Zijn voornaam was niet Kees, als weergegeven door de
H. J. STELMA, BINNENLANDS BESTUURSAMBTENAAR OP CELEBES (P.474, r. 7 V.O.).Zijn naam is abusievelijk vermeld als: Stalma.
DE RgSTINVOER OP BORNEO EN IN DE GROTE OOST (p.522, laatste alinea, en p. 523, eerste alinea). De geplande invoer uit Java was niet te klein om het tekort aan te vullen.
FOUTIEVE KAARTvERwgZING (p. 529, rz). Er moet verwezen worden naar kaart XV op p.635.
DE ANTI-JAPANSE BEWEGING VAN DJENAL MOESTAPA (p. 556, derde alinea). Deze ontwikkelde zich bij Tasikmalaja, maar deze plaats staat op kaart XVI op de pagina's 640-41 niet vermeld. Tasikmalaja ligt ca. 35 km ten oost-zuidoosten van Garoet.
VLAG- EN OPPEROFFICIEREN (p.6I7, r. 10--12). Bij de marine waren dat destijds officieren met de rang van schout-bij-nacht en hoger, bij het leger officieren met de rang van generaal-majoor en hoger. Bij de Special Party zijn evenwel ook de officieren met de rang van kapitein-ter-zee of kolonel ingedeeld.
GENERAAL-MAJOOR H. J. D. DE FREMERY (p.665, r.8 V.O.).Als zijn derde initiaal is abusievelijk een S aangegeven en zijn familienaam is ten onrechte met een ij gespeld. * DE ONDERGANG VAN DE 'JOENIO MAROE'
(p.679, r. 14 V.O.).Men schrappe het woord 'slechts'
- de kanonneerboot pikte immers ook drenkelingen op. Hetvermelde in de laatste alinea: dat enkele honderden drenkelingen op vlotten de kust van Sumatra bereikten, is onwaarschijnlijk. Wij vermeldden voorts (p. 679, noot I) dat de aalmoezenier Xaverius Vloet tot het laatste toe aan boord is gebleven, maar hetzelfde geldt voor ds. A. F. J. Pieron, een veldprediker van het Knil.
TEKSTAANVULLING (p. 695, noot I). Weggevallen is de eerste regel: 'In welke mate gesaboteerd is, valt moeilijk vast te stellen. Majoor van Baarsel heeft'.
DE LIGGING VAN MAOEMERE (p.7I4, r.4 V.O.).De tekst verwijst naar kaart XI op P.402 maar op die kaart is Maoemere, dat op de noordkust van Flores ligt, verkeerd aangegeven.
ONJUISTE KAARTVERWIJZING (p. 765, r. 2). Hier moet verwezen worden naar kaart XV op p.635. * DE REGLEMENTEN DER INTERNERINGSKAMPEN (p.770,laatstealinea, en P.771, eerste alinea). Veel van de door ons weergegeven regels golden niet op Sumatra: daar was de aanleg van groentetuinen verboden, werd voor verrichte arbeid geen loon betaald, was briefwisseling niet toegestaan, ontbrak in de kampen buiten de steden alle elektriciteit en was het niet verplicht, japans te leren of het japanse volkslied te zingen. * HET OVERBRENGEN VAN JONGENS VAN VEERTIEN JAAR OF OUDER UIT DE VROUWEN- EN KINDER- NAAR DE MANNENKAMPEN (p.800 e.v.). Vermelding verdient alsnog dat uit de vrouwenen kinderkampen te Ambarawa en Banjoebiroe de jongens van elf tot dertien jaar ondergebracht werden in een van de Ambarawa-kampen waar ook ca. tweeduizend bejaarde mannen van West- en Midden-java geconcentreerd werden. Geen een kon daar door zijn vader worden opgevangen. Velen van die bejaarden stierven - het was voor de jongens een verschrikking, voortdurend met de dood te worden geconfronteerd. Bovendien was de kampleider, een Belg, een egoïst die er zorg voor droeg dat hij zelf niets te kort kwam maar die wèl onder de jongens met de strengste middelen de tucht trachtte te handhaven. Deze groep alleenstaande jongeren heeft het bij uitstek zwaar gehad. * HET CIRCULEREN VAN GETYPTE PREKEN IN HET TJIDENG-KAMP (p. 808, eerste alinea). Wij schreven dat een geïnterneerde lekenpredikante haar preken liet circuleren - in werkelijkheid was het ds. H. J. Kater die zijn preken doorgaf. Zijn vrouwen hun drie kleine kinderen werden daarvoor gestraft met opsluiting. * DE HOUDING VAN DR. J. J. EINTHOVEN EN HET OPPAKKEN VAN ZESTIG KAMPBEWOONSTERS IN HET VROUWEN- EN KINDERKAMP POELOE BRAYAN BIJ MEDAN (p.815, laatste alinea, p.8r6 en P.8I7, eerste alinea). De (op gezag van H. L. Leffelaar gedane) mededeling dat dr. Einthoven 'met haar blote vuist'
een ruit uit een deur zou hebben geslagen, is nietjuist: dr. Einthoven had als arts haar handen veel te veel nodig. Onjuist is ook de mededeling
Het oppakken van zestig kampbewoonsters heeft voorts niet te maken gehad met het beschreven knuppelincident (degene die de knuppel had gehanteerd, maakte zich zelf bekend) maar met een ander gebeuren. Met het oog op een kampinspectie had de Japanse kampcommandant eind '43 enige houten badhokken laten neerzetten (puur voor het oog, want een waterleiding was er niet) maar toen die inspectie uitbleef, hadden vrouwen die badhokken afgebroken om met de planken hun schaarse bezittingen tegen de regen te beschermen. Ca. zestig vrouwen die in het bezit bleken te zijn van die planken, werden toen naar Medan gevoerd en daar in de kamertjes van een warenhuis opgesloten. Uit deze groep werd een aantal in de gevangenis 'verhoord'
, van wie een deel naar het kamp teruggebracht werd, een deel (achttien vrouwen) in maart' 44 tot een jaar gevangenisstraf werd veroordeeld.
AANTAL GEÏNTERNEERDEN IN BANGKINANG (p. 838, r.13-14). Er zijn in Bangkinang nooit méér geïnterneerden geweest dan ca. twee-endertighonderd; van hen is 7 % omgekomen.
NIEUWSVOORZIENING IN HET KAMP VAN HET XVDE BATALJON (p. 863, r. I2-II V.O.). De elandestien opgevangen berichten drongen maar tot een deel van de geïnterneerden door. De woorden 'men wist'
zijn dus niet juist.
DE LANDSARCHIVARIS, DR. VERHOEVEN (p.873, noot I). Zijnjuiste initialen zijn: F. R. J.
GENERAAL KOKOEBOE, HOOFD VAN HET MILITAIR BESTUUR VAN JAVA, MEI '43-NOVEMBER '
44 (p.913, noot z), Zijn familienaam is onjuist aangegeven met: Koboehoe.
'ANGKATAN BAROE'
(P.IO07, r.4-3 V.O.). Een betere vertaling is: 'de nieuwe beweging'
.
SOEKARNO'S EERSTE KABINET (p. 1045, noot I, en p. 1046, noot). 'Er waren'
, schreven wij, 'onder de ministers zovelen die een hoge functie hadden bekleed op de door Japanners geleide departementen, dat men dit eerste Indonesische kabinet wel aanduidde als 'het Boesjo-kabinet'
,'het kabinet van de Tweede mannen"
- een betere vertaling is: 'het kabinet van de afdelingshoofden'
.
DE ON DERSCHEIDING V AN H. J. DE HAAS (P.285, r. 8-4 V.O.). Vermeld dient te worden dat de Bronzen Leeuw de op één na hoogste militaire onderscheiding was. De aan de Haas posthuum verleende Bronzen Leeuw werd niet geannuleerd maar het desbetreffende koninklijke besluit werd gecorrigeerd doordat uit het oog was verloren dat de Haas als drager van het Bronzen Kruis met Eervolle Vermelding na de instelling van de Bronzen Leeuw (I944) deze laatste onderscheiding reeds bezat.
TEKSTCORRECTIE (p. 323, r. II). Voor 'Onderzeebootdienst'
leze men: Onderzeedienst.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 352). De persoon links op foto 58 is dr. R E. Smits, uiterst rechts mr. J. E. van Hoogstraten. Links op foto 6I eveneens: dr. Smits.
GECORRIGEERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 360). Op foto 70 is niet een Nica-arts aan het werk maar de commandant van de door het Curaçaose Rode Kruis uitgezonden Transportkolonne.
AFKOMST VAN LORD MOUNTBATTEN (p.400, r.5-6). Prins Louis von Battenberg was getrouwd met een kleindochter van koningin Victoria - hij is ten onrechte een kleinzoon van koningin Victoria genoemd.
VRIJWILLIGERS NAAR AUSTRALIË (P.457, laatste alinea). Er zijn ook omstreeks honderd in Zwitserland aangekomen vluchtelingen vóór Japans capitulatie via Frankrijk en Engeland naar Australië vertrokken. Zij
DE 'VAN KINSBERGEN'
(p. 561, r. 12 V.O.). Was geen lichte kruiser maar een artillerie-instructieschip, van '45 af aangemerkt als kanonneerboot.
RATOE LANGIE (p. 586, r. 15). Deze noemde zich niet 'gouverneur van Sumatra'
maar 'gouverneur van Soelawesi'
(Celebes).
DE EERSTE DIENSTWEIGERING DOOR INDONESISCHE KNIL-MILITAIREN IN AUSTRALIË (p.633, begin tweede alinea). De eerste gevallen deden zich niet in Casino voor maar in Melbourne. Toen het in Casino tot moeilijkheden kwam, was daar al een kamp in aanbouw waarin alle dienstweigeraars zouden worden opgesloten.
S. L. MANSHOLT (p.657, r. 16-17). Is ten onrechteaangeduidals ir. (zelfde correctie: p.7II, r.z v.o. en deel 12, p. 103, r. II v.o.).
TEKSTCORRECTIE (p.703, r. 4). Het kabinetsberaad over de 7 decembertoespraak van koningin Wilhelmina begon uiteraard niet in oktober '41, maar in oktober '42.
DE TITEL VAN DEEL 14 (p. XI, r. 5. v.o.). Zal luiden: Reacties, niet: Kritiek.
UITBREIDING EUROPESE GEMEENSCHAP (p. 7, r. 16-17). Griekenland is in '81 (niet '82) en Spanje en Portugal zijn in '86 (niet '85) lid van de EG geworden. * AANTAL ARBEIDSONGESCHIKTEN IN '85 (p.20, laatste r., en p.2I, r. 1-2). Voor 'ca. tweehonderdvijftigduizend' leze men: ca. zevenhenderdvijftigduizend.
DE BEPERKTE WERKING VAN DE WET OP DE BEDRIJFSORGANISATI E (p.26, laatste alinea). Wij hebben die werking te beperkt aangegeven. Het Landbouwschap, het bedrijfsschap voor de landbouw, is een van de
BEGIN TELEVISIE (p. 36, r. 9 V.O.). De eerste uitzendingen uit Hilversum vonden in ' 5 I plaats - in '
56 waren er nog geen 100000 geregistreerde toestellen.
PA UL DE GRO OT EN DE CPN (p.40, r. 7-8). Hij is niet, zoals wij schreven, 'geroyeerd'
, maar hem is in '78 het erelidmaatschap ontnomen.
FUSIE NVV EN NKV (p. 40, r. 10 V.O.). Vond plaats in '76, niet in '75.
DE ZAAK-AANTJES (p. 49, r. 10). Vond plaats in '78, niet in '77.
DE BRUGGEN BIJ ARNHEM (p. 99, noot 4). De vooroorlogse bruggen waren vernield maar er lag bij Arnhem een noodbrug.
REPATRIËRING VAN DE 'GENERAALSGROEP'
(p. 116, tweede alinea). De groep is door de Amerikanen, niet door de Russen bevrijd.
TEKSTCORRECTIE (p. r r S, r.z V.O.). Voor 'Buchenwald'
leze men: Dachau.
DE REPATRIËRING VAN DE LAATSTE GEVANGENEN UIT DACHAU (p. II9, r.20). Voor 'beginjuni'
leze men: eind mei.
TEKSTCORRECTIE (p. 184, noot I, r. 4 v.o.).Men leze: Ook de Schoolraad voor de scholen met de Bijbel hervatte spoedig enz.
OPRICHTING V AN DE PERHIMPOENAN INDONESIA (p. 201, r. 2 V.O.). Vond niet plaats 'in de jaren '
20' maar in 1908. * KONINGIN WILHELMINA EN HET BELEID VAN HET KABINETBEEL JEGENS DE REPUBLIEK INDONESIË (p.248, laatste, en P.249,'het kolonialisme'
'dood'
noemde en aandrong op 'een nieuw begin'
. Op dit tekstgedeelte is door dr. P. J. Drooglever in een artikel in NRC-Handelsblad d.d. 6 mei 1988 alleszins juiste kritiek uitgeoefend - een kritiek welke gevolg is geweest van het feit dat wij dit tekstgedeelte, voorkomend aan het slot van hoofdstuk 2, in tegenstelling tot hoofdstuk 7 niet in concept aan hem hadden voorgelegd. De betrokken toespraak is, anders dan wij schreven, begin februari '48 (niet '47) gehouden en de koningin sprak ook van de wenselijkheid om 'terroristen'
en 'de machten van anarchie en wanorde'
met kracht te bestrijden. 'Dit was'
, 'aldus Drooglever, 'aan de vooravond van de plechtige ondertekening van de 'Renville' -overeenkomst, niet bepaald gesproken in de geest van de peetvaders van dit akkoord'. Zijn conclusie was, 'dat Wilhelmina'
s persoonlijke denkbeelden over de Indonesische kwestie zich, om het voorzichtig uit te drukken, rechts van het centrum bevonden.'
MR. J. H. F. BLOEMERS (p. 339, I. II V.O.).Als eerste voorletter is abusievelijk een S vermeld.
MR. J. W. M. DES TOMBE (p.537,r.IOV.o.).Devoorletterszijnabusievelijk aangegeven als: J. M. W.
MR. J. ZAAIJERS ONTSLAG TIJDENS DE BEZETTING (p.538, r.c), Hij vroeg in mei '42, niet mei '43, ontslag.
HET HAAGS BIJZONDER GERECHTSHOF (p. 555, r. 17). De Rotterdamse Kamer hield wel eens zitting in Dordrecht maar daar was geen aparte Kamer gevestigd.
TEKSTCORRECTIE (p. 621, I. 3). Voor 'vier'
leze men: drie.
~AARTCORRECTIE (p.728, kaart II). Tangerang bewesten Batavia is te ver westelijk getekend. De plaats werd in de tweede helft van '46 door Nederlandse troepen bezet.
DE ONAFHANKELIJKHEID VAN INDIA, PAKISTAN EN CEYLON (p. 717, r. 4 V.O.- p. 718, r. 3). India en Pakistan werden in '47 Britse Dominions (Ceylon werd dat in '48). India noemde zich onafhankelijk in' 50, Pakistan in '56, Ceylon in '78.'PEMOEDA'
-GROEPEN IN EN NA DE 'BERSIAP'
-PERIODE (p.746-48). Er zijn op Midden- en Oost-Java ook groepen geweest die niet tot gewelddadigheden tegen Nederlanders en Indische Nederlanders zijn overgegaan. Onze mededeling: 'Er kwam geen geëvacueerde in de Nederlandse enclaves aan die niet te berichten had van diep-schokkende ervaringen van hem of haar zelf of van bekenden'
(p.748, r. 6-8), is dan ook te algemeen gesteld.
DS. A. A. V AN RULER (p. 783, r. 9 v.o.). Was geen lid van de ARP maar bleef actief in de geest van Lingbeeks Hervormd-Gereformeerde Staatspartij. * HET AFTREDEN VAN KOLONEL DR. J. M. SOMER ALS DIRECTEUR VAN DE 'NEFIS'
(CENTRALE MILITAIRE INLICHTINGENDIENST) (p. 830, noot 4). Wij schreven dat kolonel Somer geheime rapporten had toegezonden aan leden van de parlementaire en buitenparlementaire oppositie in Nederland (en dat hij 'daarmee tegen de lamp gelopen'
was). Inderdaad, dat werd vermoed maar dat vermoeden werd bij een ingesteld onderzoek niet bevestigd. Wel was de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon, Beel, in toenemende mate bezwaar gaan koesteren tegen zijn beleid; "hem werd kwalijk genomen dat hij, zonder zijn superieuren er in te kennen, in maart '49 een z.g. signalement van de revolutionaire leider Tan Malaka die zich van Soekarno had losgemaakt (en, zonder dat de Ne.fis dat wist, kort tevoren door troepen die Soekarno trouw waren gebleven, was doodgeschoten), had toegezonden aan de militaire attachés van de buitenlandse consulaten. In april had Beel hem voorts mpeten verzoeken, 'zich van interpretaties die het beleid zouden kunnen doorkruisen, te onthouden' (telegram, II april 1949, van Beel aan Den Haag, ARA, Alg. Secretarie, 3822). Inderdaad, Somer had, zodra was komen vast te staan dat Nederland een akkoord met Soekarno en de zijnen zou gaan nastreven, de grootst mogelijke bezwaren tegen dat beleid. Eind mei' 49 noemde hij in een brief aan de parlementaire redacteur van Het Parool de Republikeinse voormannen 'misdadigers die straks in Den Haag met de Nederlandse politici gezamenlijk aan de ronde tafel zullen zitten.'
(brief, 30 mei 1949, van J. M. Somer aan N. Cramer, RvO). Twee maanden later vroeg hij ontslag in een brief aan de Legercommandant waarin hij sprak van de 'willekeur van een aantal Republikeinse machthebbers die binnen afzienbare tijd Indonesië en de bevolking van dat land aan de rand van
GECORRIGEERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 856).Foto 74 beeldt niet de landing bij Tjilatjap uit maar een landing van mariniers op een onbekende plaats.
HET AFWIJZEN VAN DE JAPANSE GRATIEVERZOEKEN (p.898, r.9-5 V.O.). Wij noemden als derde factor 'de overtuiging van de luitenantgouverneur-generaal en de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon dat gratiëring eenvoudig onverdragelijk zou zijn voor de volksgroepen die tijdens de Japanse bezetting zo bitter hadden geleden.'
De enige nog levende van deze autoriteiten, A. H. J. Lovink, heeft in een na het gereedkomen van de tekst door ons met hem gevoerde briefwisseling het gestelde niet ontkend maar evenmin bevestigd. Wat wij schreven draagt dus het karakter van een, naar ons oordeel alleszins redelijke, veronderstelling.
BANTAM EN DE TWEEDE POLITIONELE ACTIE (p. 970, r. ro). Deze actie heeft zich wel degelijk ook tot Bantam uitgestrekt; alle grote plaatsen werden er bezet. Op p. 968 dient op kaart VI Bantam dus rose gekleurd te worden.
DE HOUTMAN EN KEYZER (p. lO08, noot I). Zijn ten onrechte 'Houtman en de Keyzer'
genoemd.
TEKSTCORRECTIE (p. lO09, r.I2). Voor 'nog geen vier maanden'
leze men: nog geen zestien maanden.
GECORRIGEERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. lOI6). Op foto 99 staat Soeharto afgebeeld - hij was luitenant-kolonel, niet kolonel. * HET IN HET BOEK VAN s. A. LAPRÉ 'HET ANDJING-NICA-BATALJON (KNIL) IN NEDERLANDS-INDIË 1945-195°' BESCHREVEN INCIDENT (P.I032, noot 4). Lapré gaf geen 'voorbeeld'
van een exces maar citeerde slechts een verslag van een tot de Koninklijke Landmacht behorende oorlogsvrijwilliger. Blijkens dat verslag zijn door Knil-militairen geen krijgsgevangenen doodgeschoten maar hebben militairen van een gemengde Knil/KL-eenheid een actie uitgevoerd tegen de kampong waar zich de beschreven Indonesische wandaden hadden'een aantal daders te grazen'
genomen, 'waaronder hun leider.'