DE FAMILIERELATIE TUSSEN MR. H. L. WOLTERSOM EN MR. DR. L. G. KORTENHORST (p.22, r.5-4 V.O.). Kortenhorst was gehuwd met een zuster van Woltersom, niet omgekeerd.
B. J. M. VAN SPAENDONCK, DIRECTEUR VAN HET RIJKSBUREAU VOOR WOL EN LOMPEN (P.25, r. 5-6). Is ten onrechte als 'industrieel'
aangeduid - hij was een bedrijfsorganisator.
DE KAMERS VAN KOOPHANDEL (P.29, r.4-5). Deze werden inderdaad van 36 tot II teruggebracht maar de 25 die op papier werden opgeheven, bleven in feite als bijkantoren van de I I nieuwe bestaan.
IR. C. T. C. HEYNING, WAARNEMEND DIRECTEUR-GENERAAL VAN DE WATERSTAAT (p.50, r. 12-10 V.O.). Hij werd via het concentratiekamp Vught naar een van de concentratiekampen in Duitsland gezonden.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.70). De opname van foto 4 is in Driebergen gemaakt, niet in Bilthoven.
NEDERLANDSE DOK-MAATSCHAPPIJ (P.94, r. 14). Is ten onrechte aangeduid als: Nederlandse Dok- en Scheepsbouwmaatschappij. * DE NEDERLANDSE WERVEN EN DE KRIEGSMARINE (P.95, r. 3-4). Op stapel gezet zijn 60, niet 100 mijnenvegers die ook afgebouwd zijn. De genoemde 12 torpedobootjagers waren in werkelijkheid torpedoboten - daarvan zijn er 4 te water gelaten; geen van die 4 is afgebouwd. Toegevoegd moet worden dat ook onder meer 16 torpedo-oppik-boten en 2 bergingsvaartuigen en een onbekend aantal patrouillevaartuigen zijn afgeleverd.
DE D U ITS E JU NKERS 52 (p, 95, r. 8-7 V.O.). Was een transportvliegtuig, niet een lichte bommenwerper.
OOGSTGAREN (p. 140, r. 1-2). Er zijn wel plannen geweest om oogstgaren uit papier te vervaardigen maar dat bleek niet nodig omdat steeds voldoende gebruikt touw werd ingeleverd. Papiertouw is wèl gebruikt in oogstmachines.
HET ACHTERHOUDEN VAN EEN DEEL VAN DE OOGST (p. 140, laatste alinea). Schattingen wat elk perceel moest opleveren, werden voor het eerst in '44 door de Plaatselijke Bureauhouders gemaakt. Voordien was het voor de landbouwer niet al te moeilijk om een deel van de oogst achter te houden.
OMVANG VAN HET GELDVOLUME BIJ DE BEVRIJDING VAN HET WESTEN (p.258, r.a). Was in plaats van f9 miljard fII miljard - dus was er (r. 5) f 9 miljard 'zwevende koopkracht'
.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 302). Foto 18 is een opname van 20, niet van 25 mei 1943.
HET VERTREK VAN DE 'BARNEVELD'
-GROEP NAAR WESTERBORK OP 29 SEPTEMBER' 43 (p. 309, r. 18-19). De mededeling dat drie leden van de groep op de ochtend van het vertrek overleden, is niet juist. Ook zijn van de Barnevelders tijdens het transport naar Westerbork niet twee-en-twintig maar negen-en-twintig ontsnapt. * HET BERICHT IN 'HET PAROOL'
OVER DE MASSALE VERGASSINGEN IN CONCENTRATIEKAMPEN (p. 347, tweede alinea). Wij schreven dat Frans Goedharts mederedacteuren van Het Parool
'het onmiddellijk met hem eens'
waren dat de mededelingen die Goedhart uit het coneentratiekamp Vught meebracht, waaruit hij begin augustus was ontsnapt, gepubliceerd moesten worden. Een van die mederedacteuren, drs. W. van Norden, schreef ons evenwel in november '76 dat volgens zijn herinnering Goedharts mededelingen aanvankelijk als '
een Indianenverhaal' waren beschouwd.
DE WERKKAMPEN VOOR GEMENGD-GEHUWDE JODEN (p.414, r. IQII). Er is in 't Zandt bij Delfzijl geen zodanig werkkamp geweest.
GEVOLGEN VAN WEINREBS 'DOORSLAAN'
NA ZIJN ARRESTATIE OP 19 JANUARI' 43 (p.456, r. I). Vast staat dat hierdoor één persoon om het leven kwam (niet twee).
GEVOLGEN VAN WEINREBS CELSPIONAGE (p.456, r. 1 V.O.).Hierdoor werden minstens zeventien personen gevangengenomen en kwamen er (P.457, r. I) minstens drie-en-twintig om het leven.
GEVOLGEN VAN WEINREBS HULP AAN DE SD IN DE PERIODE OKTOBER '43-jANUARI '
44 (p·459, r.o). De hulp heeft aan dertien personen het leven gekost.
GEVOLGEN VAN WEINREBS VERRAAD OF 'DOORSLAAN'
(p.459,noot I). Niet 'ca. veertig' maar acht-en-veertig personen zijn in Duitse gevangenschap geraakt. * KAMPEN VOOR JOODSE ONDERDUIKERS IN DE NATUUR (p.481, tweede alinea). Na de verschijning van deel 7 is ons bericht dat veertien Joodse onderduikers zich van eind '42 tot april '
45 (met een onderbreking omstreeks de jaarwisseling '43-'
44) hebben kunnen schuilhouden in een hut in de Staatsbossen benoorden Emmen (Drente). Zij werden verzorgd door een inwoner van Valthe, Bertus Zefat. Toen de Duitsers er achter waren gekomen dat hij Joden hielp, werd van hem geëist dat hij zou zeggen waar zij verborgen waren. Dat weigerde hij, waarna hij op staande voet achter zijn huis werd doodgeschoten. Zijn weduwe zette de hulp aan de onderduikers voort.
HET AMERIKAANSE BOMBARDEMENT OP AMSTERDAM-NOORD IN JULI ' 43 (P·497, r. 3 V.O.).Vond plaats op zaterdag 17, niet op maandag 19 juli.
HET VERTREK VAN DE STUDENTEN UIT OMMEN, MEI '43 (p.568, tweede alinea). De eerste groepen vertrokken al op 8 mei.
DE OORSPRONG VAN DE (ILLEGALE) TD -G ROEP (p. 669, r. 22-29). Wat in deze regels staat slaat op de in Groningen gevormde verzorgingsgroep'de Groot'
(G. J. Boekhoven) die niet tot de TD-groep behoorde; deze laatste was breder van samenstelling. * HET PLAN VOOR DE GEFINGEERDE CIRCULAIRE VAN HET CENTRAAL DISTRIBUTIE KANTOOR (HET CDK) AAN DE BURGEMEESTER S (p.676, r. 13). Dit was een plan niet van de LO-Ieider Izak van der Horst maar van de voorman van de LO binnen het CDK, Louis van Zelst (zelfde correctie: p.676, r.9-8 v.o., r. 5 v.o., p. 677, r. 3, r. 8, r. 12, r. 15-16, r.ç v.o. en p. 678, r.z), * FINANCIËLE STEUN AAN DE GROEP-VAN DER VEEN (p.7I7, noot I). De passage over de aannemer F. J. van der Meyden wordt geschrapt. Men leze: 'De groep-van der Veen heeft daarnaast belangrijke fmanciële steun ontvangen van enkele vermogenden.'
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na P.720). Foto 63 is een opname van het 'kantoor'
van de Falsificatie-Centrale van de LO te Utrecht.
DR. JANTINE VAN KLOOSTER, DIRECTEUR VAN DE UITGEVERIJ 'DE SPIEGHEL'
(p.726, noot I). Zij was de enige directeur.
HET EINDE VAN DE VERZETSGROEP-BADRIAN (p.728, r.9-7 V.O.). De zin: 'Zijn lijk werd, schijnt het, in een vuilnisschuit geworpen, van Gogh en Boverhuis werden korte tijd later gefusilleerd' komt te vervallen.
DE DECENTRALISATIE VAN DE PBC (p.728, laatste alinea en P.729, eerste alinea). Aan onze beschrijving willen wij toevoegen dat de verschillende posten na de doorvoering van de decentralisatie louter door middel van koeriersters met elkaar in contact stonden.
DE VENLOSE VERZETSMAN JOHANNES J. HENDRIKX (' AMBROSIus'
) (p. 735, r.I3 V.O.). Zijn achternaam is onjuist weergegeven als:'Het is mogelijk dat Johannes Post, die veel van grapjes hield, zijn uitlatingen niet serieus bedoeld heeft.'
DE KP-OVERVAL OP HET DISTRIBUTIEKANTOOR VAN 'T ZANDT (G R ONING EN) (p.753, noot 3). Deze is inderdaad door één KP'er uitgevoerd maar deze wist dan ook dat hij slechts medewerking te verwachten had. * DE GEMEENTESECRETARIS VAN BEDUM (p.76o-6I, noot I, laatste alinea). Wij vermeldden dat deze, leider van de LO ter plaatse, een NSB'er was, 'die van de dwalingen zijns weegs was teruggekeerd.'
Dat is niet juist: hij was op aandrang van vrienden uit de illegaliteit puur voor de schijn sympathiserend lid van de NSB geworden.
DE LO-LEIDER GERRIT PRUYS (p.762, r.5). 'Kees'
was zijn voornaam als illegaal werker.
DE SD-OVERVAL OP HET AMSTERDAMSE 'KANTOOR'
VAN DE PERSOONSBEWIJZENSECTIE (P.767, derde alinea). De koerierster uit Rotterdam werd niet geboeid; zij slaagde er toen in haar agenda'tje op te eten.
ALBERT OMTA, LEIDER VAN DE PERSOONSBEWIJZENSECTIE VAN DE LO (p.768, r. 4). Zijn voornaam is abusievelijk aangegeven als 'Arnold'
. Hij was ook niet gemeentesecretaris van Oldehove maar ambtenaar ter secretarie en de weigering (r. 5) om Bombenweiber in Oldehove onder te brengen (r.6-7) was niet van hèm uitgegaan. * HET VERRAAD VAN BOB JESSE (p.779-80, noot I). Vermelding verdient dat Jesse, toen hij door de SD werd gearresteerd, de afspraken die hij met de leider van de LO in het district Midden-Limburg had gemaakt, in zijn agenda had staan. Hij werd door die districtsleider, niet door een koerierster, naar het klooster in Weert gebracht waar de leiding van de LO in Limburg in vergadering bijeen was.'de Koepel'
).
DE OVERVAL VAN JOHANNES POST C. S. OP HET HUIS VAN BEWARING AAN DE WETERINGSCHANS TE AMSTERDAM, 15 JULI' 44 (p. 788, r. 6). Van de Knokploeg die deze overval uitvoerde, hadden slechts vijf man eerder aan overvallen onder leiding van Post deelgenomen. Bij de bijeenkomst in de consistoriekamer van de gereformeerde kerk aan de Keizersgracht (r. I3-I2 v.o.) zijn niet alle deelnemers aan de overval aanwezig geweest. Van de zeven deelnemers die op de binnenplaats van het Huis van Bewaring door het vuur van de Duitsers werden verrast maar konden wegkomen, hebben de meesten het complex via de conciërgewoning verlaten. De mededeling dat twee hunner zich onder een brug schuilhielden, waarna zij onder het vuilnis van een passerende vuilnisschuit konden meevaren (p. 79I, tweede alinea), is niet juist. Tenslotte was de zaterdag waarop de verrader Boogaard naar Utrecht werd overgeplaatst (p. 794, r. 5-4 v.o.), de r yde, niet de rede juli.
TOBIAS BIALLOSTERSKI, GEHEIM AGENT VAN HET BBO (p.800, 1'.6 V.O.). 'Tobias'
was zijn voornaam, niet 'Tom'
of (p. 860, r. 3 v.o.) 'Hans'
(ook te corrigeren in het onderschrift van foto 95, naast p.856).
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (foto 9I, na p. 8I6). De tweede zin moet luiden: 'De cijfers slaan in dat geval op de werkelijk geleende bedragen. In de hongerwinter werden namelijk vele kleine bedragen geaccepteerd. Als kwitantie zijn in de regel muntbilj etten van f I verstrekt.'
HET NAGEMAAKTE NUMMER VAN DE 'FRIESE COURANT'
(p.843, r.4 V.O.). Werd vervaardigd op een drukkerij in Leeuwarden, niet in Appingedam.
HET NIEUW GEUZENLIEDBOEK (p. 868, noot I, r. 3-4). Is typografisch verzorgd door Dick Dooijes.
HET AANTAL DOOR HET LONDENSE BUREAU INLICHTINGEN IN HET EERSTE KWARTAAL VAN' 43 BEHANDELDE NIET-TECHNISCHE TELEGRAMMEN (p. 882, r.4 V.O.). Voor '4'
leze men: I2.'PACKARD'
(P.906-7). Overal waar wij op deze pagina's van Deinum en Vader spreken, moet de Roode met hen in één adem worden genoemd. Hun dagelijks bericht in de 'Kopenhagen-code'
(p.906, r. 20) telde niet ca. dertig letters, maar ca. dertig cijfers. * DE GEHEIME DIENST NEDERLAND (P.907-9). In onze beschrijving moeten verscheidene correcties worden aangebracht. De oprichter van deze militaire inlichtingengroep, J. M. W. C. ('Joep'
) lansen, was niet in '15 maar in '
14 geboren en zoon van de directeur van het bijkantoor van de Amsterdamse Bank te Almelo. Hij had al vóór de Tweede Wereldoorlog tegen Duitsland gespioneerd. In '42 had hij hulp aan Joden geboden die wilden onderduiken. Hij werd begin december '42 door een provocateur aan de SD verraden. Na zijn ontsnapping uit gevangenschap bouwde hij eerst een ondergroep van de 'Dienst-Wim'
, vervolgens (na de uitschakeling van de leiding van de 'Dienst-Wim'
) een eigen erganisatie op: de Geheime Dienst Nederland (de GDN). Nederland werd in vier z.g. werkgebieden verdeeld (noord, midden, west, zuid), elk met een aantal bureaus voor het verzamelen van gegevens - met de 'bureauhouders'
(de term 'lijn-chefs'
is niet juist) stond hij (hij noemde zich nu 'Max'
) via koeriersters in contact. Iansens eerste poging om Spanje binnen te komen vond in januari '44 plaats. Samen met een neef kon hij toen de Pyreneeën, waar veel sneeuw lag, niet over komen. Hij keerde alleen naar Nederland terug, kreeg daar nieuwe valse papieren van de Falsificatie-Centrale van de LO en vertrok op 5 april '44 opnieuw naar Spanje. Vier dagen later waren zijn neef en hij dat land binnengekomen, waar lansen die per parachute naar Nederland had willen terugkeren, door de nogal passieve houding van Somer, hoofd van het Bureau Inlichtingen te Londen, veellanger gevangen zat dan hem lief was - hij bereikte pas begin december '44 Londen, kreeg daar nog een opleiding als geheime agent maar werd tot zijn grote teleurstelling niet boven bezet gebied gedropt.
lansen had vóór zijn eerste tocht naar Spanje de leiding van de GDN'Miki'
) als Pennings' opvolger aan. Schoemaker was in Amsterdam van september '43 af bureauhouder van de GDN geweest. Hij heeft, anders dan wij schreven, niet een nieuwe organisatie opgericht maar in eerste instantie in hoofdzaak gebruik gemaakt van lansens contacten. De latere klachten dat de GDN te veel geld zou hebben uitgegeven, hebben betrekking gehad op de periode-Schoemaker, niet op de periode-lansen.
De GDN heeft in totaal ca. twaalfhonderd medewerkers en medewerksters (0. a. koeriersters) gehad. Van hen zijn zeven-en-zestig gearresteerd (en zes-en-twintig omgekomen), hoofdzakelijk als gevolg van hun contacten met andere organisaties.
I. Brandjes werd door het Bureau Inlichtingen niet aan de GDN toegevoegd maar aan de groep van ir. Th. P. Tromp ('Harry'
).
De betekenis van de GDN moge blijken uit het feit·dat van alle door het Bureau Inlichtingen uit bezet gebied ontvangen telegrammen 36 % van de GDN afkomstig is geweest.
IR. TH. P. TROMP (p.908, r. 1 V.O.). Zijn voorletters zijn nietjuist weergegeven, namelijk als: Th. Ph. (zelfde correctie: p.916, noot 1).
DE VERRADER ALBERT BRINKMAN (p.910, r.8-7 V.O.). Voordat hij de Koe uithoorde, was hij al ten dienste van de SD opgetreden als celspion bij gevangenen van het Englandspiel.
TROMPS MEDEWERKER VERHAGE (p.916, slot eerste alinea). Deze heeft geen microfilms 'gestript'
- dat gebeurde steeds in Zwitserland.
EDMOND SALOMON CHAIT, MEDEWERKER VAN JEAN WEIDNER (p. 929, r. 19).Zijn eerste voornaam is abusievelijk aangegeven als: Eduard.
DE ARRESTATIE VAN JEAN WEIDNER IN MEI' 44 (p.931, r. 16-17). Tegelijk met hem werd Nahas gearresteerd maar deze wist te ontkomen.
JEAN WEIDNERS HULP AAN DE ZWITSERSE WEG (P.932, r.2-3). Paul Veerman en Jacques Rens, die uit Brussel naar Zwitserland waren ont12
DE OPBOUW VAN WEG B (P.939, tweede alinea). De Nederlander 'Jacques'
, die voor van Niftrik de nodige verbindingen ging leggen, was Jacques Rens.
DE PILOTENHELPSTER JOKE FO LMER (p.951, r. 5-4 v.o.).Zij bracht haar 'piloten'
niet naar adressen die Nel Lind in Amsterdam had ingericht, maar naar eigen adressen. Amsterdam vermeed zij. Wist zij door haar contact met het politiebureau te Zeist dat ergens Geallieerde toestellen waren neergekomen, dan (P.953, r.16-15 v.o.) belde zij niet illegale werkers van 'Fiat Libertas'
op maar contactpersonen van de LO en de LKP.
HENK ROMEYN EN DE AANSLAG OP DE NSB-COMMISSARIS VAN POLITIE TE EINDHOVEN (p. 958, r. 18-19). Romeyn was niet een koerier van de GDN maar een medewerker van de groep die Christofoor uitgaf.
DE ILLEGALE WERKER N. J. ('BOB'
) CELOSSE (P.959, r. 16). De eerste initiaal is abusievelijk als Taangegeven. * W. E. SANDERS EN DE OPBOUW VAN DE CENTRALE INLICHTINGENDIENST (p. 1021, tweede alinea). Sanders was in Enschede al vóór de oorlog chef van de recherche- en vreemdelingendienst. Hij moest van september '39 tot maart '41 verpleegd worden wegens een rugblessure en hervatte nadien de uitoefening van zijn functie. Eind '42 werden hij en zijn chef, de hoofdcommissaris van politie, gearresteerd omdat zij geweigerd hadden, arbeiders te laten oppakken die zich aan de arbeidsinzet hadden onttrokken. Na drie weken werden zij vrijgelaten. Sanders dook toen onder. In de loop van '42 was hij betrokken geraakt bij de hulp aan Joden - ook was hij toen tot de conclusie gekomen dat de illegaliteit telefoonkabels niet moest saboteren maar bij het illegale werk gebruiken. Het was toen het adjunct-hoofd van het telefoondistrict-Hengelo die hem met Schuilenga en Posthuma in contact bracht die een elandestien net van PIT-verbindingen hadden aangelegd. Sanders' eerste gesprek met hen vond inderdaad in maart '
43 plaats - nadien werd het clandestiene net (dat verder werd uitgebreid) een net ten dienste van de illegaliteit.'duizend'
leze men: 'enkele duizenden'
. * HET AANTAL ILLEGALE WERKERS VÓÓR SEPTEMBER' 44 (P.I047, tweede en derde alinea). Wij kwamen tot het cijfer 'vijf-en-twintigduizend'
. Dat cijfer is nadien in de publiciteit als een vaststaand gegeven overgenomen maar wij willen er nadrukkelijk op wijzen dat het, zo schreven wij, 'niet meer dan een vermoedelijke orde van grootte aangeeft'
. Bovendien dient men in het oog te houden dat wij alleen diegenen 'illegale werkers'
hebben genoemd die actief opgenomen waren in een vast organisatorisch verband. Daarnaast waren er individuele saboteurs (onze schatting: enkele duizenden), meer dan driehonderdvijf-en-zeventigduizend onderduikers, onder wie ca. vijf-en-twintigduizend Joden, en misschien wel honderd- of tweehonderdduizend gezinnen waarin die onderduikers korte of lange tijd opgenomen waren. Ook moet men in het oog houden dat vrijwel elk lid van een illegale organisatie in zijn omgeving personen had die hem hulp verleenden. Al die individuele saboteurs, onderduikers, gastheren en -vrouwen van onderduikers en helpers van illegale werkers hebben wij, van onze definitie uitgaand, niet tot 'de illegale werkers'
gerekend - dat zij plaats hadden genomen in de slagorde van 'het verzet'
, die heel veel breder was dan die van de georganiseerde illegaliteit, is duidelijk. * MR. DR. J. DONNER (p. IIOÓ,r. 13-12 V.O.). Toegevoegd moetworden dat deze driemaal gearresteerd was geweest. * DONNER EN HET NIET-TOETSINGSARREST VAN DE HOGE RAAD VAN JANUARI '42 (p. UÓI, r.4 V.O.). Toen dit arrest werd gewezen, zat Donner gevangen. * DONNER EN HET VADERLANDS COMITÉ (p. IIÓ7, r.8-5 V.O.). Donner heeft de eerder op die pagina weergegeven brief van van Heuven Goedhart en van Randwijk niet ontvangen, wèl heeft Slotemaker hem de inhoud meegedeeld. Donner stond vervolgens zijn plaats in het Vaderlands Comité aan prof mr. V. H. Rutgers af maar toen deze eind april '44 naar Engeland vertrok, trad Donner weer tot het Vaderlands Comité toe, waarvan Drees inmiddels voorzitter was geworden.
DE ILLEGALE WERKER IR. c. J. A. GALESTIN (p, IIÓ9, noot I, r.ç, 10, II). Ten onrechte als 'ter Galestin'
aangeduid.
DE RAZZIA VAN 16 APRIL' 44 IN BEVER WIJK (p. 1275, laatste alinea). Aan deze razzia ging wel degelijk een Silbertanne-actie vooraf; daarbij werd een ter plaatse geliefde huisarts doodgeschoten. * HET BOMBARDEMENT VAN NIJMEGEN OP 22 FEBRUARI '44 (P.1304, r. 16-17). Dit was een dinsdag, niet een woensdag. De 'fout'
(P.1305, r.2-1 v.o.) is niet door de (Nederlandse) luchtbescherming gemaakt maar door de Duitse alarmcentrale die verzuimd had, tijdig opnieuw het signaal 'luchtalarm'
te laten geven.
TEKSTVERBETERING (p.1348, r.4 V.O.). Voor Staatscourant leze men: Staatsblad.
VERBETERD FOTO-ONDERSCHRIFT (na p. 1360). De tank op de foto's 131 en 132 is een Sherman-tank: toentertijd het zwaarste Amerikaanse type.