De Jong karakteriseerde in zijn concept-manuscript het vooroorlogse Nederland als 'een conservatief land'
. Een aantal leden van de begeleidingsgroep wees dit af. Zij vonden dat De Jong het begrip conservatisme te zeer in generaliserende zin hanteerde en het ook te negatief gebruikte. Bovendien mochten volgens hen het confessionalisme en de verzuiling, de kerkelijke invloed op het openbare leven en de strenge fatsoensnormen van die dagen niet te sterk in verband worden gebracht met een door de auteur geïmpliceerd 'collectief falen'
. Hermesdorf schreef De Jong: , 'Uw relaas [...] heb ik bijzonder gewaardeerd. Maar ik vraag me af, ofbij de