In Voorspel ging veel aandacht uit naar de persoon en drijfveren van Colijn, in de woorden van De Jong 'een man in wiens capaciteiten en tekortkomingen wij in veelopzichten de weerspiegeling kunnen zien van een heel tijdperk'
(p. 195). Van der Kooy voelde zich genoopt de toenmalig eerste minister en antirevolutionair leidsman met kracht tegen het oordeel van De Jong te verdedigen. Zo bestreed hij dat Colijn - in de woorden van De Jong - een 'aanhanger van klassiek-liberale theorieën'
was geweest: , 'Hij was ook geen economist. Als man van de praktijk had hij natuurlijk wel