In dit verband stelde hij ook uitlatingen van J. A. W. Burger aan de kaak, gedaan in een brochure uit 1943. Burger had hierin geschreven dat de afstand tussenjoden en niet-joden onder invloed van de antisemitische
Burger, J. A. W.
Drees, W.
Dijxhoorn, A. Q. H.
Gerbraody, P. S.
Joden
Philippi-Dijxhoorn, A. J.
Post Uiterweer, J. E. A.
Schilder, K.
Soejono, Ario
Vredenburch, H. F. L. K. van
propaganda van de bezetter was gegroeid. Toen deze brochure in Londen bekend werd, kreeg Burger van diverse kanten krachtige kritiek te horen, van onder meer zijn collega-minister en mede-Engelandvaarder mr. G. J. van Heuven Goedhart, van de journalist M. van Blankenstein en van Gerbrandy. De Jong noemde de brochure 'ietwat provinciaals en nogal autoritair van toon'
en achtte commentaar op de passages 'waarin Burger naliet het recht van zijn Joodse medeburgers op volledig rechtsherstel te onderstrepen'
overbodig. (Mii)