In de nachtvan 30 september op loktober I 944legde een groep BS 'ers in de omgeving van Putten een hinderlaag voor een Duitse vrachtauto; er ontstond een schietpartij waarbij een Duitser sneuvelde. Dit was de aanleiding tot de bekende represaille op de inwoners van het dorp Putten. De Jong vond dit soort overvallen van verzetszijde op zichzelf niet onverantwoord maar noemde de uitvoering in dit geval 'hoogst ongelukkig'
. Manning en Haas vonden deze kwalificatie te mild: de aanslag noemden zij willekeurig en de uitvoering ondeskundig. De Jong antwoordde dat hij het begrip 'willekeurig'
niet zou willen gebruiken omdat de actie was voortgekomen uit een algemene instructie. Willekeurig waren volgens hem alleen het punt en het tijdstip waarop de aanval werd uitgevoerd. Op een opmerking van Haas dat men op een felle Duitse reactie had moeten rekenen schreef De Jong dat dit voor hem niet vaststond. Bovendien merkte de auteur op dat hij in het algemeen terughoudendheid wilde betrachten in het uiten van kritiek op daden van illegale werkers. Ook de uitvoerders van de overval bij Putten waagden iets terwille van de goede zaak, aldus De Jong, terwijl de overgrote meerderheid van de Nederlanders passief bleef. (Mii) In de begeleidings