Die Engelse dienst dan, was een onderdeel van de Secret Intelligence Service die vele jaren lang in romans en films afgeschilderd was als een orgaan van zeldzame doeltreffendheid en bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog internationaal dan ook een reputatie genoot die haar door haar concurrenten elders benijd werd. Het is de vraag of die reputatie, althans in de jaren' 20 en '
30, nog wel in overeenstemming was met de werkelijke prestaties van de dienst. 'Essentially it remained', aldus de Britse historicus Hugh Trevor-Roper die er in '41 in opgenomen werd, 'an amateur organisation with a slender budget, dependant aften on voluntary assistance'; zij droeg het karakter van een gesloten coterie die haar officieren in hoofdzaak uit twee zeer beperkte kringen recruteerde: Engelse jongelieden die de exclusieve Londense clubs frequenteerden en oud-politie-officieren uit Brits-Indiƫ. 'I doubt', schreef TrevorRoper, 'if there was one man amongst the professionals of SIS, at that time, who had read 'Meil'l Kampf', or more than olie who had read any of the works of Karl Marx.?