Dat was niet de eerste waarschuwing geweest die het drietal bereikt had. Stevens had begin november aan de Tsjechische majoor Alois Frank van de contacten bij Venlo verteld en deze had hem gezegd dat hij het als 'zelfmoord'
beschouwde om zo dicht bij Duitsland dergelijke besprekingen te voeren.' Een tweede waarschuwing was, vermoedelijk iets eerder, binnengekomen van mr. de Graaff van Philips die, in Düsseldorf dr. Hasselbacher opzoekend, toevallig in de gang iets had opgevangen dat hem de indruk gaf dat een paar Duitsers zich in Nederland voor Engelsen uitgaven en dat enkele echte Engelsen 'an der Nase heruni geführt' werden: mr. de Graaffhad GS III ingelicht.ê Dat die inlichting luitenant Klop bereikte, staat niet vast; wèl staat vast, dat het hoofd van de afdeling van GS III welke zich met de codes en de censuur bezighield, kolonel H. Koot, gezien het primitieve karakter van de code die in het verkeer tussen het Passport Control Office en de Duitse 'samenzweerders'
gebruikt werd, Klop (die hem daarover had ingelicht) in de ochtend van de çde waarschuwde 'voor een hinderlaag, gespannen door de Duitse onderhandelaars of door andere Duitsers'.
Met de woorden 'kolonel, op deze mogelijkheid heb ik gerekend', had de luitenant zijn revolver getoond. 'Ja, Klop', had Koot geantwoord, 'maar dan kan het misschien te laat zijn."