Daags daarna, donderdag, raakte hij nog verder gedeprimeerd toen hij ten departemente de indruk kreeg, 'dat er van de zijde der regering eigenlijk niets gebeurde'
, en toen dan vrijdag 10 november bekend werd dat de dag tevoren luitenant Klop (die enige tijd aan Sas' bureau in Berlijn verbonden geweest was) bij Venlo neergeschoten was, raakte Sas de wanhoop nabij. Hij begon die vrijdag met naar admiraal Furstner te gaan, bevelhebber der zeestrijdkrachten, en zei hem dat hij de dadeloosheid der regering eenvoudig niet langer verdragen kon"; in de middag zocht hij Colijn op die sceptisch naar hemluisterde en vervolgens generaal Reynders deed weten dat 'de heer Sas blijkbaar over zijn zenuwen heen geraakt is'
3; daarna ging hij zijn beklag doen bij generaal van Oorschot die aan zijn waarschuwing ook al geen geloof bleek te hechten en dus van Sas de nodige 'harde woorden'
te horen kreeg. Woedend en met de uitroep 'Nu ga ik naar de koningin!'
sloeg deze bij van Oorschot de deur dicht. Het was maar een kleine afstand van het Algemeen Hoofdkwartier aan het Lange Voorhout naar het Paleis Noordeinde, maar toen Sas daar 'totaal overstuur'
" verscheen, bleek generaal Reynders, door van Oorschot gewaarschuwd, de dienstdoende adjudant van de koningin al opgebeld te hebben: aan Sas was het formele verbod opgelegd, met de koningin te spreken.ê Een dag later werdhij bij minister Dijxhoorn geroepen die hem een terechtwijzing gaf omdat hij naar Colijn gegaan was die op dat moment geen enkele officiële functie had. De minister schaarde zich bovendien achter de maatregel die van generaal Reynders uitgegaan was: ook hij verbood Sas, een audiëntie bij de koningin aan te vragen maar hij voegde daaraan toe dat hij persoonlijk veel vertrouwen in de berichtgeving van de Berlijnse attaché had - een toevoeging die, aldus Dijxhoorn drie jaar later, Sas 'zichtbaar genoegen'
deed, 'voldaan ging hij heen."
Dat laatste betwijfelen wij.